Het zullen geen priesters zijn die in het bedrijfsleven en in de sportclub zullen spreken, het zullen de gewone gelovigen zijn. En dan zal de Kerk weer krachtig worden en groeien, dan zullen er nieuwe roepingen komen, want jong en oud zal de stem van God weer verstaan in een gemeenschap waar ieder praat over hun geloof, die blij is en dat ook uitdraagt.
Eucharistieviering 30 en 31 januari 2010, om 19.00 uur, en om 09.30 en 11.00 uur, in de parochies van de Heilige Willibrord, H. Jozef en De Goede Herder, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.
Preek: C2010DHJ04C
Lezingen
E.L.: Jer. 1, 4-15, 17-19
Ps.: 71 (70), 1-2, 3-4a, 5-6ab, 15ab, 17
Al.: Joh. 1, 14, 12b
Ev.: Luc. 4, 21-30
Homilie
Voordat Ik jou in de moederschoot vormde, kende Ik jou. Voordat je geboren werd hoorde je al bij Mij en heb Ik jou bestemd als profeet voor de volken.
Is er een mooiere tekst te vinden over Gods relatie met ons? Deze tekst slaat op de profeet Jeremia, maar ieder van ons mag hem op zichzelf betrekken. Het is zo’n tekst die je doet beseffen dat God ons kent, liefheeft en een plaats geeft in zijn grote plan met deze schepping. Voor ik je in de moederschoot vormde, nog voordat jouw ouders elkaar kenden, en zij elkaar ontmoetten, zag Ik al naar je uit. Ik verwachtte jou al voordat je moeder jou verwachtte, ik hoopte op jou, voordat je ouders op jou hoopten, ik kende je al, voordat iemand wist van jouw bestaan en Ik heb een taak voor jou. Roeping, daarover gaat deze preek. Roeping is zo oud als de Kerk, zou oud als de mensheid.
Wat voelt Jeremia bij zijn roeping? Jeremia voelt zich bevestigd door God. Wat hij de mensen zegt komt is geen resultaat van zijn verstand of fantasie, het is hem ingegeven door God. Hij weet zich nu bevestigd. Maar hij voelt ook angst. God zegt tegen hem: “Laat je niet afschrikken, anders laat Ik je voelen wat echte angst is.” God en Jeremia, die roeping lijkt een tweegevecht. Later zal Jeremia daar opnieuw over spreken en zeggen: Heer, U hebt mij overgehaald, ik heb toegegeven, U was te sterk voor mij. Ik kan niet tegen U op. Mensen lachen me de hele dag uit en spotten met mij (Jer. 20, 7-9). Zijn roeping valt Jeremia zwaar, maar hij kan niet anders, hij is profeet, hij moet tegen de stroom in roeien en de waarheid verkondigen al wil niemand het horen.
En dan Jezus. Vandaag horen we hoe Jezus ook profeet is. Hij gebruikt een spreekwoord: “Geen profeet is welkom in zijn eigen vaderstad”. In de woestijn heeft Jezus beproeving overwonnen en nu trekt Hij rond om de Blijde Boodschap te verkondigen. Dat is wel een verschil. De profeet Jeremia heeft een boodschap van louter kommer en kwel, rampspoed, ontzetting overal. Jeremia heeft geen blijde boodschap en daar lijdt hij zelf onder, het valt hem zwaar om altijd maar Gods straffende hand te moeten verkondigen.
Jezus verkondigt een Blijde Boodschap. Maar waarom willen de stadsgenoten van Jezus Hem dan niet aannemen? Blijkbaar zijn zij er niet zo blij mee. Die Blijde Boodschap is ook niet blij omdat je mag doen wat je wilt, maar omdat iedere mens mag weten dat God onze Vader is, dat God ons kent vanaf de moederschoot en nog eerder. Hoe graag had Jeremia dat niet verkondigd, dat hij gekend is door God en als profeet mag leven in verbondenheid met God. Maar dat was voor hem niet weggelegd. Zoiets overkomt Jezus nu ook.
Maar heeft Jezus hier bij zijn preek in de Synagoge van Nazaret, niet een tactische fout heeft gemaakt? Waarom heeft hij zijn stadsgenoten niet eerst wat gepaaid? Had hij niet eerst de vriendschapsbanden moeten aanhalen en daarna gaandeweg wat steviger kunnen gaan preken? Waarom meteen olie op het vuur en de knuppel in het hoenderhok gooien.
Daar kunnen we lang over nadenken, maar ik denk dat het gewoon niet zijn stijl is. De stijl van Jezus is de stijl van zijn Vader in de hemel. God stelt ons op de proef. De Bijbel laat dat telkens zien. God beproeft iedere mens en dan wordt zichtbaar wat er in onze harten omgaat. Met een paar woorden brengt Jezus aan het licht wat er echt speelt in Nazaret. Een paar zinnen over Elia en over Naäman en het dorp is in rep en roer. De volgende dag stond er in hun “krant”: Jezus vergelijkt het leven in Nazaret met de tijd van Elia. Jezus schoffeert de bezoekers van de Synagoge. Jezus spreekt zijn dorpsgenoten aan als melaatsen. De evangelist heeft daar niets van opgeschreven, dat kunnen wij zelf wel bedenken. Hij schrijft wel dat Jezus midden tussen hen door ging en vertrok. Ook zijn kortaangebonden stadsgenoten kunnen Hem niet van zijn zending weerhouden. Niets houdt Hem tegen, net als bij Jeremia. Ik maak jou tot een onneembare vesting, tot een stalen pilaar, een koperen wal. Ze zullen Je bestrijden, maar niets klaarspelen, want Ik ben bij Je om Je te redden. Dan begrijpen we ook waarom “Jezus” zijn naam is, dat betekent: God redt.
Jeremia, Jezus, geroepen worden … Maar het gaat natuurlijk om U en om mij. Niet alleen om het profeten-ambt, niet alleen mensen die gewijd worden voor zo’n taak. We worden ons steeds meer bewust dat in onze tijd de kerk niet zal blijven bestaan als niet de leken zich bewust worden van hun roeping en hun zending. En die ligt maar voor een klein deel hier in dit gebouw, in de liturgie en in de werkgroepen. Het grootste deel van uw roeping en zending, ligt thuis, op uw werk, op straat, in uw gezin, bij kinderen en kleinkinderen. In de toekomst zullen de leken de verkondigers zijn van Christus. Net als bij de eerste Christenen zullen gewone gelovigen weer getuigen van hun geloof. Zij zullen anderen meenemen naar de gemeenschap om het geloof te vieren. Het zullen de leken zijn, ouders, grootouders, gewone vaders en moeders, die met hun kinderen praten over hun geloof, hoe goed en belangrijk dat voor hen is, hoe het Evangelie voor hen een echte Blijde Boodschap is.
De bisschop, de priesters, de diakens, de pastorale werkers, maar ook de leerkrachten en de catecheten, zij kunnen dan alleen nog ondersteunen en versterken wat ouders en grootouders thuis in al die jaren hebben meegegeven. Het zullen geen priesters zijn die in het bedrijfsleven en in de sportclub zullen spreken, het zullen de gewone gelovigen zijn. En dan zal de Kerk weer krachtig worden en groeien, dan zullen er nieuwe roepingen komen, want jong en oud zal de stem van God weer verstaan in een gemeenschap waar ieder praat over hun geloof, die blij is en dat ook uitdraagt. Amen.
Voorbede
Bidden wij tot onze hemelse Vader die ons kent van voor de moederschoot.
Bidden wij voor alle gelovigen, alle Christenen, wereldwijd. Dat zij de Blijde Boodschap mogen verstaan, dat zij beseffen hoe God hen kent en bemint. Dat de vreugde van de Blijde Boodschap hun harten vervult met troost en blijdschap. Laat ons bidden.
Bidden wij voor alle mensen wereldwijd die God niet kennen als een liefhebbende Vader. Dat zij mensen ontmoeten die hen daarin helpen. Bidden wij om verkondigers van de Blijde Boodschap, om mensen die het Evangelie voorleven en getuigen op een geloofwaardige en toegankelijke manier. Laat ons bidden.
Bidden we voor onze gezinnen en voor alle parochianen. Dat we nu gaandeweg onze schroom afleggen die ons tegenhoudt om voor Christus en zijn Kerk uit te komen. Dat allen meer en meer leven in de vreugde van het geloof. Dat ouders en kinderen wegen vinden voor geloofsgesprek en daden in de praktijk. Laat ons bidden.