Ga naar hoofdinhoud

Zacheüs was rijk geworden, topambtenaar met veel bonussen, maar met geld kan je geen liefde kopen, geen vrienden, geen aanzien en geen achting.

Eucharistieviering 30 en 31 oktober 2010, om 19.00 uur, 10.00 in de parochies van de H. Willibrord te Oegstgeest en Johannes de Doper te Katwijk, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2010DHJ31C

Lezingen

E.L.: Wijsheid 11,23-12,2
Ps.: 145 (144) 1-2, 8-9, 10-11, 13cd-14
T.L.: Tessalonicenzen 1,11-2,2
All.: Lucas 21, 36
Ev.: Lucas 19,1-10

Homilie

Je hebt tollenaars en je hebt een hoofdtollenaar. Gewone tollenaars, belasting-inners (leuker kunnen we het niet maken), waren niet erg in trek bij de vrome Joden in de tijd van Jezus, laat staan de directeur, de staatssecretaris, de hoofdtollenaar, die intensief moet samenwerken met de Romeinse bezetter.

En als er dan ook staat dat Zacheüs klein van stuk is, dan heb je het plaatje al bijna compleet. Zacheüs is niet indrukwekkend van gestalte, hij boezemt geen angst in en heeft geen natuurlijk gezag. Hoe zal het op school zijn geweest bij de Rabbi, werd hij gepest door de kinderen, noemde iedereen hem kleintje? Misschien deed zijn vader dat ook, misschien zijn moeder ook wel. Had hij een een minderwaardigheidscomplex?

Zacheüs. Ik kan me zo voorstellen dat hij wel heel pienter was en slim en dat hij heel goed kon rekenen. In zijn hart was hij ook een goede kerel, gelovig. Zacheüs is zo benieuwd naar Jezus dat hij in een boom klimt. Hij was er al aan gewend dat mensen hem uitlachten omdat hij zo klein is. De oppertollenaar die in een wilde vijgeboom klimt om maar boven de mensen uit te komen. Was heel zijn leven niet zo geweest? Boven de mensen uit proberen te komen! Was dat niet wat hij steeds had nagestreefd als een soort compensatie.

Zacheüs was rijk geworden, topambtenaar met veel bonussen, maar met geld kan je geen liefde kopen, geen vrienden, geen aanzien en geen achting. Is er dan niemand die hem ziet zoals hij zou willen zijn, iemand die niet naar zijn lengte kijkt, maar naar zijn bedoeling, iemand die hem de ruimte geeft om wel klein van gestalte te zijn, maar groot in andere dingen. Wie ziet hem werkelijk? Wie kent zijn hart?

In de eerste lezing horen we dat God vol liefde heerst over alles wat leeft en dat Gods onvergankelijke Geest is aanwezig in alles wat bestaat. Wie ogen heeft om te zien, kan Gods aanwezigheid zien, in de natuur, in de schepping, in alles wat leeft en bijzonder in mensen.

Zo kijkt Jezus, Hij kijkt met Gods ogen, Hij ziet wat God ziet in mensen, Hij ziet niet alleen een mens zoals hij geworden is, Jezus ziet ook hoe een mens bedoeld is en hoe hij of zij zou kunnen zijn en nog steeds kan worden. Het Evangelie eindigt met de zin: De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. In wat voor betekenis was Zacheüs verloren?

Het lijkt erop dat Zacheüs verhard was in zijn leven, dat hij het vertrouwen in God kwijt was, dat zijn geloof had schipbreuk geleden, en dat kwam ook door zijn gelovige medejoden. Als iedereen je een zondaar noemt, en niemand jou de hand reikt, als je de tempel wordt uitgekeken en ook de Rabbi je niet meer ziet staan, hoe houd je dan stand?

Dit alles weet Jezus te doorbreken. Door dat ene simpele gebaar. Hij kijkt omhoog. Hij kijkt naar Zacheüs, naar die harde oppertollenaar, die overal geld voor vraagt, die zondaar die zo graag samenwerkt met de Romeinen, Jezus kijkt omhoog naar dat kleine misbaksel dat leeft op de zak van anderen en bonussen opstrijkt met belastinggeld.

Maar als Jezus omhoog kijkt, ziet Hij een mens, getekend door het leven, iemand met goede bedoelingen, maar waar het steeds maar niet lukt, iemand die verlangt naar vriendschap en waardering, die nog altijd hoopt op Gods nabijheid, die ondanks alles de hoop niet verloren is dat er iemand kan zijn die anders is dan de anderen.

Zacheüs klimt in de boom omdat hij hoopt, omdat hij zoekt en diep van binnen nog gelooft dat ook hij bij God nog in tel is. Als Jezus zijn naam noemt, weet hij van binnen dat zijn hoop en zijn geloof is beantwoord, dat God hem nog steeds kent en nog steeds bemint. En zijn hart wordt ruim, zo ruim dat zijn portemonnee open barst. Ik schenk de helft van mijn bezit aan de armen en als ik iemand iets heb afgeperst, dan geef ik het vierdubbel terug. Leefde hij eerst om te nemen, om af te pakken, om te hebben. Nu leeft hij om te geven.

Daarop zegt Jezus: Vandaag is aan dit huis redding geschonken. Want die redding geldt niet alleen voor Zacheüs, maar ook voor zijn vrouw, zijn kinderen en heel zijn huis. Het is niet zomaar dat hij weer ergens bij hoort. De vraag is waar hoort hij bij, bij wie hoort hij? Vanaf vandaag hoort hij bij Jezus, hoort hij weer bij God. Hij hoort weer bij het uitverkoren volk.

Zacheüs heeft nog een hele weg te gaan, maar die weg is begonnen. Dit was niet zomaar een voornemen, een loze kreet, geen TV spot bij een tsunami, er is iets veranderd, meer nog: wat in de diepte bij hem leefde is naar boven gehaald, wat verstopt was, is aan het licht gebracht, wat op sterven na dood was, is verrezen. Het geknakte riet is geheeld, de kwijnende vlaspit weer ontstoken.

Wij zijn hier samen en allemaal hebben we iets van die vrome Joden, de omgeving van Zacheüs en we hebben iets ook van Zacheüs. Hier in deze viering willen we ook zo bij God zijn, dat we iets krijgen van Jezus, die mensen ziet met andere ogen, die anderen noemt bij hun naam en terugbrengt bij God. Aan ons de taak om dit met Gods hulp in de praktijk te brengen. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol vertrouwen tot God.

Bidden wij voor de Kerk, dat alle gelovigen een open oog hebben om de naaste te zien, en een open oor en hart hebben om de naaste toe te laten en te herkennen als een kind van God. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de samenleving, om een houding van geloof waarin mensen niet worden afgeschreven, om een houding van geduld, waardoor mensen een kans krijgen, en om een houding van liefde waardoor we meer in de ander gaan zien. Laat ons bidden.

Bidden we voor alle mensen die zich minder voelen dan anderen, mensen die klein zijn gehouden, mensen die een gemis compenseren op allerlei manieren, dat zij de genade van Gods genezende liefde ervaren en mensen ontmoeten die Gods goedheid in de praktijk brengen. Laat ons bidden.

Bidden we voor onze gezinnen, vandaag bijzonder voor eenoudergezinnen, om meer onderlinge solidariteit tussen gezinnen. Vragen wij dat alleenstaande ouders kracht vinden om door te gaan en staande te blijven, dat de kinderen niet innerlijk verdeeld raken maar uitgroeien tot evenwichtige mensen. Laat ons bidden.

Back To Top