Ga naar hoofdinhoud

De brandende braamstruik: symbool dat Gods kracht een mens kan vervullen zonder hem te schaden. Het vuur van Gods Geest doet een mens branden, zonder hem of haar op te branden.

Eucharistieviering in het klooster van de zusters van het Kostbaar Bloed te Aarle-Rixtel, 3 maart 2013, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2013QDR03C

Lezingen

E.L.: Ex. 3, 1-8a. 13-15
Psalm: 103 (102), 1-2, 3-4, 6-7, 8 en 11
T.L.: 1 Kor. 10, 1-6. 10-12
VvE.: Mt. 4, 17
Ev.: Lc. 13, 1-9

Homilie

God is altijd anders dan we ons Hem voorstellen. Het begint vandaag met het beroemde verhaal van Mozes en de brandende braamstruik. Mozes had ideeën over God meegekregen van het hof van Farao. Wat waren zijn ideeën? Wist hij van Ra, de zonnegod? Wat dacht hij van de goddelijke positie van de Farao?
Mozes had ook verhalen gehoord van zijn stamgenoten, van de Hebreeën. Daar hoorde hij de verhalen over de God van Abraham, Isaac en Jacob. God die hun een land had beloofd, God die meetrekt en met je is, maar boven alles een God die je niet kunt zien, die je niet kunt afbeelden, een God die je innerlijke kracht geeft en inzicht en moed.

Vandaag de roeping van Mozes om Gods Volk weg te voeren uit de Egypte, want God heeft de ellende van zijn Volk gezien en de jammerklachten gehoord. Dit is de oer-ervaring van Mozes’ roeping. God heeft de ellende gezien en de jammerklachten gehoord. Maar als God verschijnt, dan verschijnt Hij in een teken, een woestijnstruik die in brand staat maar niet verbrand. Het is een symbool dat Gods kracht een mens kan vervullen zonder hem te schaden. Het vuur van Gods Geest doet een mens branden, zonder op te branden.

Hier leert Mozes iets meer over God. Het is de eerste voorafbeelding van Gods Drievuldigheid. De stem van de Vader, het vuur van de Geest en de struik in de woestijn als een verwijzing naar Gods Zoon op aarde.

Tegelijk ontdekt Mozes nog iets. Als God een nieuwe stap zet op weg met zijn Volk, doet Hij dat door mensen. De tekenen zijn belangrijk, ze zijn soms cruciaal, zoals later de doortocht door de zee, maar het echte werk doet God door en in mensen. Dat is de roeping van Mozes. God roept hem. Gods reddende kracht moet door hem werkelijkheid worden voor zijn Volk. God doet alles, en toch doet God niets zonder zijn geroepene.

Dat God anders is dan mensen zich Hem hebben voorgesteld, blijkt ook in het Evangelie. Het is eenvoudig om je God voor te stellen als de grote rechter. God beloont het goede en straft het kwade. God zegent de rechtvaardige en vervloekt de zondaars. God is met zijn Volk en is tegen de vijand. God helpt mij als ik niet zondig en God straft mij als ik zondig.

Jezus wil de bevolking duidelijk maken dat het zo simpel niet is. God laat de zon opgaan over rechtvaardigen en onrechtvaardigen en Hij laat het regenen over goede mensen en over zondaars. Jezus zal ons leren bidden voor onze vijanden, ja we moeten hen zelfs beminnen.

Daarvoor geeft Hij vandaag het voorbeeld over een tragedie. Achttien mensen gedood toen de toren bij de Siloam instortte. De gedachte was dat deze mensen gezondigd hadden, anders was het hun niet overkomen. Jezus wil de gedachte doorbreken dat een rechtvaardig mens niet zou hoeven te lijden, dat als je goed doet, Gods zegen je zo zou omgeven dat er geen tegenslag meer bestaat. Maar wie dat denkt, heeft de verhalen van Abraham en Isaac en Jacob niet gelezen, die kent het boek Job niet.

Toch zit deze gedachte diep in het mensenhart, niet alleen toen bij het Joodse Volk in Jezus’ tijd, ook nu nog bij allerlei religies. God zegent je als je goed doet en die zegen verlies je als je kwaad doet. Maar zo simpel is het niet. Jezus Zelf, als de Rechtvaardige, zal lijden en sterven aan het kwaad van de wereld.

Toch houdt Jezus het verband tussen zonde en ondergang in stand. Hij zegt niet: Maak je geen zorgen, God is goed en God vergeeft alles en iedereen. Hij zegt iets anders: Als jullie niet tot bekering komen, zullen jullie allemaal op zo’n manier omkomen. Het is een stille verwijzing naar de ondergang van Jeruzalem. God heeft geduld met zondaars, God is lankmoedig, maar het kwaad straft ook zichzelf. Als een volk, een maatschappij, als de wereld niet tot bekering komt, zal het kwaad als een boemerang op de wereld terugkeren,

Om die reden geeft Jezus de gelijkenis van de vijgenboom zonder vruchten. De eigenaar zegt tegen de wijngaardenier, hak hem om, hij geeft al die jaren geen vruchten. Maar de wijngaardenier doet een goed woordje voor de boom, laat me het nog een jaar proberen, ik zal hem bemesten. Als hij volgend jaar nog geen vrucht draagt, mag u hen omhakken. De wijngaardenier is hier als Abraham die met God onderhandelt over de ondergang van de stad. Als er nog tien rechtvaardigen zijn …

Het gaat dus om de vruchten, vruchten van goedheid en naastenliefde, vruchten van eerbied voor God en gehoorzaamheid aan zijn Woord. Hier in de Mis proeven wij van de vrucht van de volmaakte gehoorzaamheid van de Zoon. Geen blinde gehoorzaamheid, maar het zien van Gods tekenen, een actief luisteren en zoeken naar de wil van de Vader. Wanneer we zo leven zal Gods zegen ons omringen, dan zal zijn vuur ons hart vervullen zonder ons te verteren en zullen we God kennen van binnenuit. Amen.

Back To Top