Ga naar hoofdinhoud

Laten we keuzes maken en vrij worden van zoveel dingen die ons niet dichter bij God en elkaar brengen.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Willibrordus en De Goede Herder te Wassenaar, weekeinde van 18 en 19 juni 2016, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Eucharistieviering beluisteren vanuit de H. Willibrordus te Wassenaar (MP3)

Preek beluisteren vanuit de H. Willibrordus te Wassenaar (MP3)

Preek: C2016DHJ12CAUFX

Lezingen

E.L: Zacharias 12, 10-11
Psalm: 63 (62) 2, 3-4, 5-6, 8-9
T.L: Galaten 3, 26-29
All: Lucas 19, 38
EV: Lucas 9, 18-24

Homilie

Wie mijn volgeling wil zijn … (Lc. 9, 23). Verleden jaar heb ik rond Kerstmis bij een interview voor RTV Katwijk gezegd dat de drie belangrijkste woorden, of de belangrijkste zin in het Evangelie wel eens deze kan zijn: “Kom, volg Mij” (Mc. 1,17), ofwel “Kom mee, achter Mij.” Drie maanden geleden heb ik in een column geschreven dat volgend jaar, na het jaar van barmhartigheid, voor mij “Een Heilig Jaar van Navolging” mag volgen.

Navolgen die je vrijwillig. Jezus zegt: “Wie mijn volgeling wil zijn …” Wij zijn hier samen als gelovigen. Toch mag de vraag gesteld worden of we met ons Doopsel, onze Eerste Communie en ons Vormsel ook echt volgelingen van Jezus zijn geworden. We zijn katholiek geworden, we zijn gaan horen bij die grote wereldkerk die al bijna tweeduizend jaar, met vallen en opstaan, het Evangelie verkondigt en het werk van Christus op aarde voortzet. Maar zijn we ook echt volgelingen van Jezus geworden?

We hoorden vandaag in de eerste lezing over koning David. Het huis van David draagt een belofte dat de troon van David stand zal houden in eeuwigheid. Maar wat houdt dat in? Verleden week hoorden we hoe David zijn biecht sprak en erkende dat hij gezondigd had. Eerst overspel, daarna een geplande moord. Hoeveel jaar gevangenschap zou daarop staan in onze tijd? Een bewust plan, dat is in feite een criminele organisatie. Maar David krijgt vergeving. Wel werkt het kwaad nog lang door, de kwade gevolgen zijn niet zomaar weg. De nieuwe David, is een David die leeft van Gods vergeving. Bij de troon van David gaat het dan ook niet zozeer om het feit of we tot het zaad van David horen, letterlijk bij zijn nageslacht horen; het gaat er meer om of wij mensen zijn die leven van Gods vergeving. Dan hoor je bij het geestelijk nageslacht van David.

Met Abraham geldt hetzelfde. In de tweede lezing horen we de apostel Paulus zeggen: “Maar als gij bij Christus hoort, dan zijt ge ook Abrahams nageslacht, en dus erfgenamen krachtens de belofte” (Gal. 3,29). Door het geloof zijn wij kinderen van Abraham, niet omdat we naar het lichaam familie zijn, maar omdat we naar de geest familie zijn.

Bij Jezus gaan we ervan uit dat Hij via Jozef of Maria ook bij het Nageslacht van David behoort, maar belangrijker is dat Jezus ons de weg toont van vergeving. Jezus bouwt een Volk voor God op, dat leeft van Gods vergeving, een weg die Jezus heeft geopend door zijn sterven aan het kruis en zijn verrijzen uit de dood. God ontfermt zich over ons met een grenzeloze barmhartigheid, of zoals we in Psalm 51 lezen: “Een vermorzeld en vernederd hart, wijst Gij niet af” (Ps. 51,19).

Terug naar het Evangelie. Jezus vraagt aan zijn leerlingen: “Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?” Die vraag slechts de opmaat. Daarna vraagt Hij: “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” Dat vraagt Hij aan degene die Hem volgen, aan zijn leerlingen, zijn vrienden, zijn kinderen in het geloof; dat vraagt Hij dus ook aan ons.

Wie is Jezus voor ons? Kunnen wij met Petrus volmondig antwoorden: “U bent de Gezalfde van God.” “Gezalfde” is in het Hebreeuws “Messias”. Petrus zegt dus: “U bent de Messias van God”. Petrus spreekt dan als woordvoerder van de apostelen zijn eerste Credo uit, zijn geloofsbelijdenis. Wij doen dat ook zometeen, zoals we dat elke zondag doen. Maar dat is toch pas de eerste stap. Na die geloofsbelijdenis van Petrus zegt Jezus tegen zijn leerlingen: “De Mensenzoon moet veel lijden …” En tot alle mensen die erbij zijn, zegt Hij: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.”

Koning David heeft zijn leven verloren, zijn leven als een koning in een mooi paleis. Een koning die kon pakken wat hij wou. Hij ging volledig onderuit, want daardoor verloor hij zijn band met God, zijn plaats als gezalfde. Door zijn berouw, zijn erkenning van schuld, zijn belijdenis, krijgt hij dit weer terug. Vanaf dat moment is hij een koning die leeft vanuit Gods vergevende genade.

Meer nog dan bij koning David, willen wij bij koning Jezus horen. Jezus brengt de belofte aan David gedaan tot vervulling. Dat doet Hij in ons, zijn leerlingen, zijn volgelingen, zijn kinderen in de Geest. Door ons bouwt Hij Gods Volk op, een volk dat leeft vanuit Gods vergevende genade, een Volk van God als een tempel van de heilige Geest, één in Christus Jezus.

In het begin van de vorige eeuw werd er vanuit de oecumene het voorstel gedaan om meer aandacht te besteden aan de praktijk van Christenen dan aan de leer; meer aandacht aan orthopraxie dan aan orthodoxie. Dat heeft niet gewerkt, want je kunt ze niet los zien van elkaar. Toch denk ik dat als we allen samen onze aandacht richten op de navolging van Christus, we gemakkelijker bij elkaar komen. Want als we net als de heiligen in de geschiedenis vóór ons in de praktijk van ons leven doen zoals Jezus, ja wonderen doen in zijn Naam, zullen we niet snel verkeerd spreken, niet snel een verkeerde leer aanhouden. Na de geloofsbelijdenis volgt de oproep van Jezus om hem na te volgen, gewoon in het leven van alledag. Keuzes maken, de wereld loslaten, vrij worden van zoveel dingen die ons niet dichter bij God en elkaar brengen. Laten we ons daarop richten en elkaar daarin ondersteunen. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons roept om zijn kinderen te zijn.

Wij bidden voor alle mensen die door het doopsel bij Christus horen, dat zij komen tot een echte geloofsbelijdenis en vervolgens Hem navolgen in woord en daad. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze paus Franciscus, die de taak van Petrus in onze tijd moet uitvoeren, dat hij ons helpt om in de praktijk van het leven ons geloof en onze geloofsbelijdenis waar te maken, dat we zo ook werken aan eenheid onder de Christenen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor allen die in hun leven soms heftig worden geconfronteerd met het kruis, op wat voor manier ook; door armoede, ziekte, werkeloosheid, door scheiding of relatieproblemen, door oorlog, terreur, of door de zinloosheid van de moderne ideologieën; dat zij Christus durven navolgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat allen vergeving leren geven en ontvangen en zo samen Gods Volk opbouwen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top