Ga naar hoofdinhoud

Wie opkomt voor een goede zaak, zal altijd weerstand ondervinden. Dat geldt des te meer wanneer we opkomen voor Gods koninkrijk.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van: De H. Joannes de Doper (Katwijk), de Sint Willibrordus (Wassenaar) en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 17 en 18 augustus 2019, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2019DHJ20C

Lezingen

E.L: Jeremia 38, 4-6. 8-10
Psalm: Ps. 40 (39) 2, 3, 4, 18
T.L: Hebreeën 12, 1-4
All. Vers. Handelingen 76, 14b
EV: Lucas 12, 49-53

Homilie

Jeremia in de put, letterlijk, want hij zakt weg in de modderpoel, zoals de Psalm het zegt. Jeremia voelt de dood naderen. De tweede lezing zegt: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof. In plaats van de vreugde die Hem toekwam heeft Hij een kruis op zich genomen en Hij heeft de schande niet geteld”. In het Evangelie zegt Jezus: “Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe beklemd voel Ik mij totdat het volbracht is”.

In de put, een kruis op je schouders, een doopsel ondergaan, niet alleen een doop door water, maar ook door het bloed van zijn kruisdood. De lezingen tonen ons de moeilijke kant van ons Christen zijn. Wat dat aangaat is het Evangelie heel realistisch. Natuurlijk vinden we wonderverhalen mooi, genezingen, troostvolle woorden, vergeving, innerlijke bevrijding, maar wie alleen dat zoekt, die maakt van het geloof een pijnstiller, een roesmiddel om even weg te komen uit het harde leven en uit die harde wereld om ons heen.

Ons geloof houdt ons voor ogen dat deze wereld onvolmaakt is, dat ze, aan zichzelf overgelaten, steeds weer terugvalt in dezelfde fouten en hetzelfde gedrag. Wat gebeurde met Jeremia, gebeurde met talloze profeten, het overkwam Jezus en het overkwam zoveel gelovigen in de afgelopen eeuwen.

Afgelopen woensdag herdachten we in de doordeweekse viering pater Maximiliaan Maria Kolbe. Hij werd gevangengenomen door de nazi’s en gedeporteerd naar Auschwitz. Toen een groep mannen de hongerbunker in moeten als vergelding omdat er mensen waren ontsnapt, biedt hij aan in de plaats van een vader te gaan. En zo gebeurde het. Maximiliaan stierf in de hongerbunker. Hij had Jezus al zoveel jaren nagevolgd, nu volgde hij Jezus opnieuw na die zei: “Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden”.

Deze zaterdag herdachten we de heilige Jeroen van Noordwijk. Zo dichtbij. Hij was een missionaris uit Schotland die hier het geloof verkondigde. Toen de Noormannen eisten dat hij het Christelijk geloof zou afzweren, weigerde hij. Hij werd onthoofd op bevel van de aanvoerder. Jeroen kwam hier om Christus te verkondigen, hij had in zijn leven Christus nagevolgd, nu volgde hij Hem na in zijn dood.

Zomaar twee voorbeelden uit de liturgie van afgelopen week. Ik heb thuis het Romeins martyrologium, een boek met 780 bladzijde korte beschrijvingen van martelaren en heiligen en een inhoudsopgave van 261 bladzijden met alleen maar namen. En dat zijn slechts de namen van hen voor wie zo’n officiële beschrijving is gemaakt. In het boek van de Apokalyps lezen we: “Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand”. “Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam” (Apokalyps 7, 9-10. 14).

We noemen Jezus graag de vredevorst, de koning van de vrede. We verheugen ons op de liederen met Kerstmis, het: “Eer aan God in den hoge en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft”. We hebben in de Mis de vredeswens, we wensen elkaar zijn vrede toe. We bidden om vrede en Jezus zegt het ook: “Vrede laat ik U na, mijn vrede geef Ik u”. Toch mogen we het Evangelie van vandaag niet vergeten, omdat het een geen goedkope vrede is. Jezus heeft de prijs voor Gods Koninkrijk met zijn bloed betaald. Wie met Hem het koninkrijk wil binnengaan, zo zegt Hij, moet zijn kruis oppakken en hem navolgen.

Jezus is mens geworden in deze geschonden, gehavende en wrede mensenwereld. Om de hele schepping te redden, moet Hij eerst de mens redden. De mens, het hoogtepunt van de schepping, beeld van God, ontpopt zich herhaaldelijk als het tegenovergestelde. Goed en kwaad loopt in onze harten door elkaar. Zonder Gods hulp blijkt het kwaad steeds weer een strijd te winnen.

In het Evangelie zijn twee momenten waarop Jezus zijn leerlingen uitzendt. De eerste keer zegt Hij: Neem geen beurs mee, geen tweede kleed, niets extra’s, want er zal voor je worden gezorgd. De tweede keer zegt Hij: “Maar nu moet wie een beurs heeft, die meenemen, en eveneens een reiszak: en wie die niet bezit, verkope zijn mantel en schaffe zich een zwaard aan”.

De apostel Paulus zal later uitleggen wat dit betekent als hij spreekt over de wapenrusting van God. Hij schrijft: “Hanteert daarbij het grote schild van het geloof, waarmee gij alle brandende pijlen van de boze kunt doven. Neemt ook de helm van het heil en het zwaard van de Geest, dat is, het woord van God” (Efese 6, 16).

Wij zijn geroepen om vredelievende mensen te zijn, door omwille van de vrede en omwille van Gods koninkrijk de last dragen die dat meebrengt. We ervaren vreugde op onze levensweg omdat we weten dat we met God meedoen en voor zijn Koninkrijk opkomen. We hebben een krachtig geloof nodig dat het allemaal niet voor niets is, omdat alleen God zal overwinnen. Amen.

Voorbede

Wij bidden om de Heilige Geest die ons wijsheid en kracht geeft stand om te houden in het goede.

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gelovigen in vrede mogen leven en standhouden bij alle onvrede in deze wereld. Dat zij geweldloos door het leven gaan en alleen de geestelijke wapens hanteren van geloof, hoop en liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor de wereld, om wijze mensen die inzien dat we Gods hulp nodig hebben om uit de vicieuze cirkel van de schijnvooruitgang te breken, dat zij bereid zijn Jezus na te volgen in hun inzet voor het goede. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, om een innerlijke bereidheid om de strijd aan te gaan met onze eigen ondeugden, met onze onhebbelijkheden en onze ikgerichtheid, dat we opstaan door de verrijzeniskracht van Christus en Hem navolgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; om een helder zicht op wat vrede werkelijk is, om bereidheid in te leveren omwille van het behoud van de schepping en tot bevordering van een wereld waarin Gods liefde regeert. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top