Ga naar hoofdinhoud

Vandaag vragen we ons af: “Waar doe je het voor?” Hoe gek moet je zijn om goed te blijven doen? Hoe dwaas is God dat zijn goedheid zonder maat is? Die goedheid van God mogen wij proeven en ervaren, hier en nu.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van: St. Jozef (Wassenaar), De Goede Herder (Wassenaar) en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 31 augustus en 1 september 2019, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2019DHJ22C

Lezingen

E.L: Ecclesiasticus (Jezus Sirach) 3, 17-18. 20. 28-29
Psalm: Ps. 68 (67) 4-5ac, 6- 7ab, 10-11
T.L: Hebreeën 12, 18-19. 22-24a
All. Vers. Johannes 1, 14 en 12b
EV: Lucas 14, 1. 7-14

Homilie

Waar doe je het voor? Die vraag zou je misschien als rode draad door de lezingen kunnen zien. De eerste lezing: “Mijn kind, als ge rijk zijt, blijf dan bescheiden, en gij zult meer geliefd worden dan iemand die geschenken uitdeelt”. Daar kun je de vraag al stellen: Waar doe je het voor? Bij al die wijze gedachten van Jezus Sirach kan je dat vragen. Als je geschenken geeft, zoals hij noemt, waar doe je dat voor? Er kunnen honderd redenen zijn. Je hebt vorige keer van hen ook een aardige fles wijn gekregen, dan moet je nu zeker ook een goede terug schenken – maar, waar doe je het voor? Een TV-actie voor vluchtelingen, laten we wat geven. Waar doe je het voor?

Het gaat om onze innerlijke motivatie, waarom doe je goed, waarom geef je? “Wanneer gij een middag- of avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden, broers en bloedverwanten uit en ook geen rijke buren. Het zou kunnen zijn dat zij op hun beurt u uitnodigen en dat gij het dus terugkrijgt. Maar als ge een gastmaal geeft, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Gelukkig zult ge zijn omdat zij het u niet kunnen vergelden. Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.”

Het lijkt op uitspraken van Jezus die we in de veertigdagentijd tegenkomen: “Denkt er om beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen, om de aandacht te trekken; anders hebt gij geen recht op loon bij uw Vader die in de hemel is. Als gij een aalmoes geeft laat uw linkerhand dan niet weten wat uw rechter doet opdat uw aalmoes in het verborgene blijve; en uw Vader die in het verborgene ziet zal het u vergelden” (Matteüs 6, 1-6). Ook hier die vraag: Waar doe je het voor?

In het verleden klonk er nog wel eens een verwijt aan christenen, jullie doen alleen goede dingen om in de hemel te komen. Op zich een wonderlijk verwijt, want je kan beter goede dingen doen om in de hemel te komen dan geen goede dingen doen omdat je niet in een hemel gelooft. Ja, maar wat jullie doen is onpersoonlijk, het gaat jullie niet om de mensen, maar om zelf er beter van te worden in de hemel. Misschien hebt u zo’n uitspraak wel eens gehoord. Het is altijd interessant te zien wie dat zegt, of dat iemand is die zelf met een zuiver hart in grote innerlijke betrokkenheid de naaste dient, of iemand die nu eenmaal graag alles wat gelovigen doen in twijfel trekt en zwart maakt.

Als iemand dat zegt, die werkelijk oprecht is en zelf het goede voorbeeld geeft, dan nog vraag ik me af of zo iemand helderziende is, dat hij of zij de innerlijke motivatie kent waarmee anderen iets goeds doen. Toen Jezus de menigte zag die naar een eenzame plaats was getrokken om hem te horen, werd hij door medelijden bewogen. Toen Jezus sprak over de barmhartige Samaritaan, zei Hij dat deze door medelijden werd bewogen.

Ons voorbeeld in het goed doen is Jezus, is zijn innerlijke betrokkenheid, zijn liefde voor de mensen, die zo groot is dat Hij zijn leven voor hen geeft. Waar komt dan de suggestie vandaan dat christenen alleen maar geven om er in de hemel winst van te maken? Dat komt door uitspraken van Jezus zoals in het evangelie van vandaag: “Maar als ge een gastmaal geeft, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Gelukkig zult ge zijn omdat zij het u niet kunnen vergelden. Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen”. Of het komt door zijn antwoord op een vraag van Petrus (Matteüs 19, 27): “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen. Wat zullen wij dus krijgen?” Klinkt daar niet een zekere hebzucht in door, hier investeren voor later? Het interessante is dat Jezus daar niet bestraffend tegen optreedt. Je mag in goede werken je verstand gebruiken, je mag vragen wat je dus zult krijgen als je Jezus navolgt. Maar in zijn antwoord gaat het Hem om iets anders.

(Matteüs 19. 28-30) “Voorwaar, Ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal gezeten zijn op de troon van zijn heerlijkheid, zult ook gij die Mij gevolgd zijt, gezeten zijn op twaalf tronen en heersen over de twaalf stammen van Israël. En ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen”. Wat wil Jezus daarmee zeggen? Dat je met een zuur gezicht goede dingen doet, en alleen iets weggeeft, om rendement in de hemel te maken? Nee, Hij wil aangeven dat als je iets overweegt te schenken, je nooit hoeft te zwichten voor de verleidende gedachte dat het weggegooid geld is, dat het een bodemloze put is, dat je net zo goed niet hoeft te geven. Jezus wil aangeven dat hoe mild en vrijgevig jij ook bent, God altijd nog milder en vrijgeviger is. Geef jij een kleine schat op aarde, dan geeft God jou een onnoemelijke schat in de hemel. Geef jij een klein beetje tijd, God geeft jou de eeuwigheid; geef jij jezelf aan God? God geeft zichzelf met de hemel en het heelal en de eeuwigheid aan jou. God laat zich in edelmoedigheid niet overtreffen.

Zo geeft Paulus een schets van de toekomst, wat God voor ons in petto heeft: “Gij zijt genaderd tot God, de rechter van allen, en de geesten der rechtvaardigen die de voleinding bereikt hebben, tot Jezus, de Middelaar van een nieuw Verbond”. In de Mis krijgen we daar al een voorproef van. Zijn liefde voor ons stelt ons in staat de naaste lief te hebben. Zijn vrijgevigheid stelt ons in staat veel weg te geven. Waar doe je het voor? We doen het omdat Hij ons liefheeft en wij niet anders kunnen dan zijn liefde beantwoorden. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die goed en barmhartig is.

Wij bidden voor de Kerk, om een diaconale houding, om oprechtheid, mildheid en vrijgevigheid, in het besef dat God door zijn goedheid en barmhartigheid ons daarin steeds weer zal overtreffen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor de wereld, voor vluchtelingen, voor zieken, voor stervenden, voor mensen met een beperking op wat voor terrein ook, dat zij hartelijkheid, barmhartigheid, oprechte aandacht en hulp ontvangen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we geïnspireerd blijven door Jezus die steeds weer bewogen wordt door de nood van mensen, Jezus die geen eigenbelang kent maar zichzelf geeft, die ons leert dat een goede daad bij God nooit verloren gaat. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; dat we niet vechten om de beste plaatsen, dat we in alle eenvoud het goede zoeken te doen, dat we die plek innemen waar God Koninkrijk het meest mee gediend is. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top