Ga naar hoofdinhoud

We zijn halverwege de veertigdagentijd, dat is reden tot vreugde; daarom is het nu Zondag Laetare. Die vreugde klinkt door in het Evangelie, je broer was dood en is levend geworden, er moet dus feest zijn.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van St. Jozef (Wassenaar), Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 30 en 31 maart 2019, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2019QDR04C

Lezingen

E.L: Joshua 5, 9a.10-12
Psalm: Ps. 34 (33) 2-3, 4-5, 6-7
T.L: 2 Korinte 5,17-21
All: Lucas 15,18
EV: Lucas 15,1-3.11-32

Homilie

Twee broers. Als in het Oude Testament twee broers genoemd worden, zijn er vaak problemen. Het begon met Kaïn en Abel. Kaïn sloeg zijn broer Abel dood. Twee andere broers zijn Esau en Jacob. Jacob troggelt zijn broer Esau het eerstgeboorterecht af en met slimheid weet hij ook de zegen bij zijn vader te krijgen. In andere legenden komt dit ook voor: Romulus vermoordde zijn tweelingbroer Remus. Zo kon Romulus de eerste koning van Rome worden.

Twee broers staan in de Bijbelse verhalen en legenden dikwijls symbool voor broedervolken, ze geven uitleg voor oorlogen, ze verklaren de herhaling van ruzies, onenigheid, twist, moord, oorlog, plundering en allerlei vormen van geweld. Hoe kon het gebeuren dat de afgelopen eeuwen volken in Europa en overal ter wereld miljoenen doden moesten betreuren in zinloze oorlogen. Of de verschillen nu etnisch zijn, of religieus, of verschillen in macht of positie; Kaïn slaat Abel dood en Romulus vermoordt zijn broer Remus.

Bij Jezus zien we een andere verhouding tussen broers. Het is niet toevallig dat bij de roeping van de eerste leerlingen twee keer twee broers worden geroepen. Andreas en Petrus, Jacobus en Johannes (Marcus 1, 16-20). Deze broers zijn bereid de ander voor te laten gaan. Zij hoeven niet zelf hun positie te veroveren. Het is Jezus die ieder zijn plaats geeft in zijn Kerk. Simon Petrus wordt de rots. Andreas is de boodschapper. Jacobus wordt de belangrijkste apostel in Jeruzalem, Johannes wordt in het Evangelie de getuige van het Woord. Tot hen sprak Jezus: “… wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn moet de slaaf van allen zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.” (Marcus 10, 43-45).

Die soms moeilijke verhouding tussen broers als symbool voor volken en grootmachten, mag je best doortrekken naar de alledaagse verhoudingen tussen broers en zussen, tussen vrienden en families, tussen dorpen en landen.

In de parabel van de verloren zoon speelt die verhouding tussen twee broers een belangrijke rol. De houding van de vader tegenover en de jongste zoon is interessant. De jongste is vaak de verwende lieveling. De jongste raakt zo verslingerd aan een leuk leven, plezier komt op de eerste plaats. Zo verspeelt hij zijn erfenis die hij nog voor de dood van zijn vader heeft opgeëist.

De oudste zoon is anders. Hij is een serieuze harde werker. Hij zorgt goed voor de boerderij en voor zijn vader. Maar hij is ook hardvochtig, er is weinig liefde, weinig vreugde en zijn mond zit vol verwijten.

Jezus vertelt deze parabel aan zijn tijdgenoten. En zij denken natuurlijk na wat die twee zonen betekenen. Voor wie staan die zonen? Het Evangelie begint dan ook met het noemen van twee groepen. Hiermee zijn meteen de twee zonen aangeduid: de Farizeeën en de tollenaars, de oudste en de jongste zoon.

Deze parabel wordt vaak de parabel van de verloren zoon genoemd. Dan ligt de nadruk op de jongste zoon die berouw krijgt en terugkeert. Soms wordt hij ook de parabel van de barmhartige vader genoemd. Dan ligt de nadruk op de vader die bereid is zijn zoon van harte te vergeven. Je kunt hem ook de parabel van de onverzoenlijke broer noemen. Dan ligt de nadruk op de oudste die weiger zijn broer te vergeven en welkom te heten.

Alledrie de benaderingen zijn belangrijk. Het verschil tussen de oudste en de jongste zoon is feitelijk niet zo groot. Bij beiden is de liefde tot hun vader maar beperkt en de liefde voor elkaar als broers is ver te zoeken.

De jongste krijgt berouw, maar niet uit wroeging omdat hij zo egoïstisch is geweest naar zijn vader en naar zijn oudste broer, maar louter omdat hij honger heeft en tussen de varkens zit. De oudste broer is niet trouw uit liefde voor zijn vader, maar omdat hij zolang zijn vader niet gestorven is, niet de definitieve eigenaar van de boerderij is. De jongste gaat aan de haal met zijn deel. De oudste zit te wachten op zijn deel. Beiden zijn amper geïnteresseerd in hun vader. Als de jongste terugkomt, spreekt hij berouw uit naar zijn vader. Maar hij vraagt niet naar zijn broer. Als de oudste terugkomt van het land, weigert hij naar binnen te gaan. Zijn vader moet naar buiten komen.

De vader weet hoe zijn zoons zijn. De boerderij interesseert de vader niet. De vader heeft maar één bekommernis, dat de broers zich met elkaar verzoenen. Dat er liefde is tussen hen onderling. Want zonder verzoening en zonder liefde is haat en doodslag ooit het gevolg. Als de oudste zegt “die zoon van u, met zijn losbandig leven”. Dan antwoordt de vader: “Die broer van je was dood en is levend is geworden, hij was verloren en is teruggevonden”.

De boerderij is onze aarde, het zijn de grondstoffen, het is ons bezit, ons land, ons huis, onze erfenis. Wanneer wij de erfenis belangrijker vinden dan de onderlinge band, zien wij elkaar op de duur niet meer als broers en zussen. Dan ligt de haat en nijd, moord en doodslag op de loer. Daarvoor is Jezus gestorven en verrezen, om ons tot elkaar te brengen. Bemin God en bemin je naaste als jezelf, dat is Wet en Profeten. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons heeft opgenomen in zijn Volk.

Wij bidden voor allen die gedoopt zijn, voor alle mensen die leerling van Jezus willen zijn, dat deze Veertigdagentijd hen helpt los te komen van alle aanspraak op bezit, positie, macht of invloed, dat in alles de liefde voor God en elkaar op de eerste plaats mag komen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, voor Europa, dat de volken niet van elkaar vervreemden omwille van economisch voordeel, machtsaanspraak of historische illusies, maar dat de onderlinge band, de christelijke liefde, en de algemene wijsheid mogen overwinnen (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap en onze parochiekernen, dat wij in alles de verzoening zoeken, dat we harde woorden vermijden, positief over elkaar spreken, de eenheid zoeken en het eigen gelijk relativeren. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we erin slagen de familiebanden te versterken in het bewustzijn dat bezit, de erfenis en al het materiële, altijd op de tweede plaats komt, dat de liefde steeds mag leiden tot begrip en verzoening. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top