Ga naar hoofdinhoud

Op de tweede zondag van Pasen vieren we Barmhartigheidszondag, ofwel zondag van de goddelijke Barmhartigheid. De ongelovige Tomas durft niet te geloven in de barmhartigheid van God.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Jozef (Wassenaar) en Joannes de Dooper (Pijnacker), weekeinde van 27 en 28 april 2019, om 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2019TMP02C

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 5, 12-16
Psalm: 118 (117), 2-4, 22-24, 25-27a
T.L: Apokalyps 1, 9-11a. 12-13. 17-19
Vers: Johannes 20, 29
EV: Johannes 20, 19-31

Homilie

Hebt u wel eens moeite met geloven? Dan zijn we vandaag in goed gezelschap. De apostel Tomas zegt het klip en klaar: “Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.” Hij is uiterst stellig: “Dan zal ik zeker niet geloven.”

Nu moeten we Tomas niet al teveel apart plaatsen, want de andere apostelen zijn niet veel anders. We hoorden het afgelopen zondag nog: Maria Magdalena, Johanna en Maria, de moeder van Jakobus en nog andere vrouwen vertelden aan de apostelen dat engelen in witte gewaden hadden gesproken over zijn verrijzenis. Dan staat er: “Maar dat verhaal leek de apostelen beuzelpraat en zij geloofden hen niet”. Verrijzenis is ongelooflijk.

Waarom hebben wij moeite met het geloof in de verrijzenis? U kent ongetwijfeld de nog redelijk positief bedoelde grapjes op een verjaardag, zoals: “Het moet daar in de hemel wel gezellig zijn, er is er nog nooit een teruggekeerd.” Dat laatste klinkt vaker, maar dan ook als uiting van ongeloof: “Er is er nog nooit een teruggekeerd.”

Die opmerking is al een uiting van ongeloof en onkunde. Vandaag staat Tomas hier juist, omdat er wél een is teruggekeerd. Kent u het verhaal van Jezus nog over de rijke man en de arme Lazarus. Beiden gaan dood. De arme wordt door engelen in de schoot van Abraham gedragen en de rijke krijgt een plechtige begrafenis en belandt in de onderwereld. Daar wordt hij gepijnigd en hij wil dat Lazarus zijn familie waarschuwt. De dialoog die dan volgt tussen de rijke man in de onderwereld en vader Abraham in de hemel is interessant: “Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren. Maar hij zei: Och neen, vader Abraham! Maar als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren. Abraham echter sprak tot hem: Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat.’

Een hele nuchtere constatering. Als je niet wilt geloven in de verrijzenis, dan kunnen de overledenen honderd keer verschijnen. Het zal worden afgedaan als droom, hallucinatie, psychose, fantasie of misleiding, maar het zal niet leiden tot geloof. Is er wel de bereidheid tot geloven, dan kan een verschijning, een wonder, een gebedsverhoring of een visioen wel het geloof versterken.

De afgelopen dagen lazen we in de lezingen door de week steeds uit de verschijningsverhalen van Jezus. Dikwijls komt de hemel dan met een vraag: Aan de vrouwen: “Waarom zoeken jullie de Levende bij de doden?” Aan Maria Magdalena: “waarom schreit ge, wie zoekt ge?” Aan de Emmausgangers: “Waar hebben jullie onderweg over gesproken?” Aan de leerlingen: “Waarom zijn jullie ontstelt en waarom komt er twijfel op in je hart?” En na een nacht vruchteloos vissen: “Vrienden, hebben jullie soms wat vis?”

De vraag die de hemel stelt, die de engelen of die Jezus zelf stelt, opent in onze geest de mogelijkheid voor een ander antwoord, voor een andere werkelijkheid. De hemel treedt in dialoog met ons en zo ontstaat bij ons de ruimte om tot een nieuw inzicht te komen.

Vandaag is het niet een vraag aan Tomas, maar een uitnodiging en een oproep: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.”

Tomas lijkt voor mij op sommige moderne wetenschappers. Aanraken, testen, meten, onderzoeken. Maar dat is niet geloven. Nog opvallender zijn voor mij de wetenschappers die de vragen naar de eerste oorzaak vermijden. Dit terwijl vragen stellen de basis is voor wetenschap, ook de filosofische vragen die verder gaan dan wat je kunt meten en zien. Misschien zegt het wel iets over de moderne mens die de werkelijkheid inperkt tot zijn eigen maakbare domein.

De hemel breekt onze beperkte werkelijkheid open. Eerst met de vragen die ons verder doen denken en kijken. Daarna met een uitnodiging om die nieuwe werkelijkheid te onderzoeken. Maar in beide situaties moet er een basis zijn van ontvankelijkheid, bereidheid tot geloven, acceptatie dat de hemel bestaat, dat God groter er is en dat de werkelijkheid groter is dan wat we zien.

Natuurlijk is er ook een valkuil aan de andere kant, dat is goedgelovigheid en bijgelovigheid of een oppervlakkig geloof zonder na te denken, of overdreven geloof waarbij we denken zelf een soort Jezus te zijn.

Jezus brengt Tomas weer terug naar de andere apostelen. Het geloof, de aanwezigheid van Christus, de waarheid over God en over ons, we vinden het binnen de gemeenschap van de Kerk. Los daarvan belanden we in ongeloof of een eigen gemaakt geloof. Vandaag mogen we met Tomas naderen tot Christus. Zijn wonden zijn echt, maar ze zijn een teken van de overwinning van Gods barmhartigheid geworden. In de lijdende mens vinden we de levende Christus, maar met Gods liefde is dat lijden te veranderen, om te keren tot een weg naar de hemel. Met Tomas mogen wij weer leerling worden van de verrezen Heer. Amen.

Voorbede

God is barmhartig, daarom bidden wij vol vertrouwen.

Wij bidden voor allen die in Christus geloven, dat zij zich niet laten afleiden door schijnzekerheden van onze tijd, dat zij durven geloven in Christus die onze weg ten leven is. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle mensen die net als Tomas alleen hun ogen geloven, dat hun innerlijk oog mag worden verlicht, zodat zij tot geloof komen en Jezus navolgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap, om de saamhorigheid van de apostelen die hun geloof met elkaar deelden en zo samen de ervaring opdeden van Christus verrijzenis en zijn aanwezigheid. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat de vreugde van Pasen een echte geloofsvreugde mag zijn, dat we elkaar meenemen in de navolging van Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top