Ga naar hoofdinhoud

Een onzichtbare God, zichtbaar geworden in Jezus, en toch blijft God een mysterie, blijft Hij verborgen voor onze ogen. Ook Jezus is terug naar de Vader, Hij is aan onze ogen onttrokken. Je loopt dan het risico toch weer je toevlucht te nemen in dat wat je kunt zien. Dat is de eeuwige bekoring, dat we steeds weer ons heil verwachten van wat we kunnen zien.

Eucharistieviering in de parochie van de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerk van de H. Liduina (Hillegersberg) en de H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), 9 en 10 juli 2022, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2022DHJ15C

Lezingen

E.L: Deuteronomium 30, 10-14
Psalm: 69 (68) 14 en 17, 30-31, 33-34, 36ab en 37
T.L: Kolossenzen 1, 15-20
All: Johannes 74, 23
EV: Lucas 10, 25-37

Homilie

“Als gij de stem van de Heer uw God hoort …” Daarmee begint de eerste lezing. Gods stem horen, dat is luisteren. Dan het begin van de tweede lezing: “Christus Jezus is het beeld van de onzichtbare God”. Met deze twee zinnen komen we meteen bij het mysterie van God, een onzichtbare God. Een God die je niet kunt zien maar blijkbaar wel kunt horen.

“Als gij de stem van de Heer uw God hoort …” Wij staan als gelovigen op de schouders van de grote gelovigen van onze geschiedenis. We denken dan aan Abraham, Mozes en de profeten. Wij hebben het geloof niet zelf bedacht, we hebben het niet uitgevonden of ontdekt. We staan in een zeer lange traditie.

Het was een belangrijke ontdekking van Abraham en van anderen, dat God onzichtbaar is. Dat accepteren, dat er een onzichtbare werkelijkheid is, dat valt niet mee. Abraham hoorde wel zijn stem en naar die stem heeft hij geluisterd, hij durfde te geloven, te vertrouwen. Wanneer God in de verhalen van het Oude Testament zichtbaar wordt, dan is het in tekenen; in een brandende struik, in bliksem en donder boven op een berg, in het suizen van een zachte bries, in een engel, in een wolk, maar God zelf blijft onzichtbaar.

Paulus zei het ook al: Het geloof komt uit het luisteren. Hij wilde daarmee benadrukken hoe belangrijk het luisteren is. Maar om te luisteren heb je voldoende stilte nodig en stilte is in deze wereld een schaars goed geworden.

Toch zijn we heel blij dat God zichtbaar geworden is in Jezus. Blijkbaar hebben wij mensen een grote behoefte om te zien, om te voelen, om te proeven en vast te houden. Paulus schrijft vandaag in de tweede lezing: “In Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare”. Jezus heeft dus een zichtbare, maar ook een onzichtbare kant, niet alles van Jezus is zichtbaar voor onze ogen. Ook al hebben we een zichtbaar idee over Jezus, die onzichtbare dimensie blijft. We mogen dan denken aan dat andere woord van Paulus: “Geen oog heeft ze gezien, geen oor heeft ze gehoord, geen mens kan het zich voorstellen, al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben” (1 Korinte 2, 9).

Een onzichtbare God, zichtbaar geworden in Jezus, en toch blijft God een mysterie, blijft Hij verborgen voor onze ogen. Ook Jezus is terug naar de Vader, Hij is aan onze ogen onttrokken. Je loopt dan het risico toch weer je toevlucht te nemen in dat wat je kunt zien. Dat is de eeuwige bekoring, dat we steeds weer ons heil verwachten van wat we kunnen zien. Het is niet voor niets dat we bij ons gebed dikwijls de ogen sluiten. Want dat wat we zien, leidt ons gemakkelijk af van God die we niet kunnen zien.

Ook het volk van Israël kende die bekoring. Dikwijls ging het fout. Mozes herinnert hen eraan. Je moet niet zeggen dat het allemaal te moeilijk, te ongrijpbaar, te ver weg is; nee, zegt hij: “De geboden die ik u heden geef zijn niet te zwaar voor u en zij liggen niet buiten uw bereik. Zij zijn niet in de hemel en gij hoeft niet te zeggen: ‘Wie zal naar de hemel opvaren om ze voor ons te halen … Ze zijn niet overzee en je hoeft niet te zeggen: ‘Wie zal de zee overvaren om ze voor ons te halen … Neen, het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart. Gij kunt het dus volbrengen.”

In dat licht vertelt Jezus de parabel van de barmhartige Samaritaan. Het is niet ver weg, Gods gebod is dichtbij. Je kunt God niet zien, maar zie je die man daar langs de kant van de weg? Zie je hem, of zie je hem niet. En als je het moeilijk vindt om Gods stem te verstaan, kun je Gods stem niet horen, luister dan naar het gekreun van deze man die berooft en mishandeld ligt dood te gaan. Zien wij de vluchtelingen of kijken we alleen naar televisiebeelden. Gaat ons hart voor hen open of zijn we alleen om onszelf bekommerd?

Jezus zegt het niet voor niets in zijn parabel over de priester en de leviet. Zij zagen hem, maar liepen in een boog om hem heen. Je kunt iets of iemand zien en toch niets doen. Johannes schrijft er in zijn brief dit over: “Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die hij nooit heeft gezien” (1 Johannes 4, 20).

Jezus heeft God concreet gemaakt, God is Mens geworden in Jezus om onze ogen te openen voor zijn aanwezigheid, maar ook om ons hart te openen voor de naaste. We hebben een prachtig geloof, we zijn verwend met veel zichtbare tekenen, met zeven sacramenten, met afbeeldingen van de heiligen, met religieuze kunst, met wierook en kaarslicht. Maar als we niet oppassen vergeten we dat God zichtbaar is geworden in Christus en dat we God moeten blijven zien in de naaste. Aan de ene kant zichtbaar in die mens die we zien en tegelijk onzichtbaar, verborgen in diezelfde mens. Heel duidelijk lezen we dit in Matteüs 25: “Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan” (Matteüs 25, 40).

De Katholieke Kerk zou ophouden Gods Kerk te zijn als zij de diaconie zou verwaarlozen, als zij vluchtelingen niet helpt. Dit hoort bij haar wezen, dit zien wij in Jezus. Dat geldt voor de Kerk in het groot maar ook voor ieder van ons, individueel en voor ons als parochie. Jezus Zelf is de barmhartige Samaritaan bij uitstek, hij betaalt voor ons met zijn leven, Hij sterft opdat wij leven. Wij leven pas echt als die liefde, als die barmhartigheid in ons is; dan leven wij, dan kennen wij God, dan zien en horen en dienen we Hem. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol vertrouwen tot God onze barmhartige Vader.

Wij bidden voor de Kerk, om die houding van barmhartigheid die Jezus ons heeft voorgeleefd, vragen wij dat onze ogen open gaan voor de nood van de naaste, dat we ons hart niet sluiten voor de nood van vluchtelingen, dat we God zien, liefhebben en dienen in de naaste. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, waar veel goed initiatieven zijn, maar ook verharding en vlucht in eigenbelang. Wij vragen God om zijn heilige Geest, dat Hij de harten raakt, opdat zij open gaan voor de Blijde Boodschap van Christus, een Boodschap van vergeving en barmhartigheid. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we nieuwe wegen vinden om de diaconie handen en voeten te geven, dat we individueel en als gemeenschap meer oog krijgen voor mensen in nood en hen nabij zijn. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat de barmhartige liefde van God allen mag helpen om een goed leefklimaat te scheppen voor groot en klein, voor jong en oud. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top