Ga naar hoofdinhoud

Waar doe je het voor? Dat zou je naar aanleiding van het Evangelie van deze zondag kunnen denken. Jezus leert ons te vertrouwen op Gods goedheid. Hij zal ons een mooie plek geven in zijn koninkrijk.

Eucharistieviering in de parochie van de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerk van: de H. Dominicus (het Steiger) en de HH. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), 28 augustus 2022, om 09.30 en 11.00 uur (viering met Indonesische gemeenschap), door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2022DHJ22C

Lezingen

E.L: Ecclesiasticus 3, 17-18. 20. 28-29
Psalm: 68 (67) 4-5ac, 6- 7ab, 10-11
T.L: Hebreeën 12, 18-19. 22-24a
All: Johannes 1, 14 en 12b
EV: Lucas 14, 1. 7-14

Homilie

Er is een oud verwijt naar gelovigen, een verwijt dat in onze tijd minder vaak klinkt, maar zeker in het verleden, in het Sovjet-communisme erg populair was. Dat verwijt klonk zo ongeveer: Die goede werken van jullie, die doen jullie niet uit liefde, jullie doen niet aardig omdat jullie van de mensen houden, jullie doen dat alleen om in de hemel te komen. Een verwijt. Is dat zo? Doen wij goed, helpen wij anderen, schenken wij vergeving, geven we iets van onze bezittingen prijs, dragen we het lijden, alleen om zo in de hemel te komen? Is dat ons katholieke geloof?

Je zou het evangelie van vandaag wel een beetje zo kunnen lezen. Het hangt ervan af hoe je leest: “’Vriend, ga wat hoger op’. Zo zal u eer te beurt vallen in het oog van allen die met u aanliggen.” Je zou deze gelijkenis van Jezus zo kunnen opvatten. Je gaat expres wat bescheiden aan tafel zitten tot je door de gastheer een mooie plek wordt geboden waarna iedereen denkt, zo die is belangrijk zeg? Of die andere zin uit het evangelie: “Als ge een gastmaal geeft, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Gelukkig zult ge zijn omdat zij het u niet kunnen vergelden. Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.” Dus … je nodigt arme sloebers uit, want dan krijg je een beloning bij de opstanding van de rechtvaardigen.

Dit is wat men noemt de redenering “do ut des”. Die houding komt uit de godsdienst van de oude Romeinen. Ik geef, met de bedoeling iets terug te krijgen. Zou Jezus dát echt bedoelen? Is geloof een soort economie, handjeklap, hoe investeer ik het slimst, hoe krijg ik het beste rendement Hiermee sluiten we aan bij de lezingen van de vorige zondagen. “Ben ik rijk bij God?” Verzamel ik schatten op aarde of verzamel ik schatten in de hemel? Ben je dan niet toch, hoe dan ook, schatten aan het verzamelen.

Ik ga hier nog even op door. Ik moet daarbij ook denken aan de vraag van Petrus aan Jezus: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen. Wat zullen wij dus krijgen?” (Matteüs 19, 27-29). Het is interessant hoe Jezus dan reageert; Hij gaat mee in die vraag. Hij zegt niet: “Wat is dát nu voor vraag? Wat ben jij hebberig!” Dat had Hij wel kúnnen zeggen, want een andere keer zegt Hij: “Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft duivels uit. Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven” (Matteüs 10, 8). Maar Jezus gaat mee met die vraag van Petrus. Hij zegt: “Ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen.” Maar …, is het dan toch “do ut des”? Ik geef iets prijs en ik krijg het hier al honderdvoudig terug en straks ook nog eeuwig leven!? Gaat het in het Evangelie dan toch om de investering met het hoogste rendement?

Ja en nee. Gods werkelijkheid is omgekeerd aan de onze. Als Jezus zegt: “Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven” Dan begint het geschenk bij God. God geeft, God schenkt ons zijn liefde en vergeving. God biedt ons een nieuwe kans. Het leven, onze talenten, alles hebben wij gekregen. Zelfs dat wat we ermee gedaan hebben is grotendeels een gave, want we kregen de mogelijkheid ertoe. Het begint bij God, bij Gods goedheid, bij Gods liefde. Daar is zelfs dit heelal begonnen met de oerknal als een mosterdzaadje dat uitgroeide tot een universum. Alles wat wij doen, alles wat wij kunnen is antwoorden, zijn liefde wekt liefde in ons hart. Zijn gulheid maakt ons gul. Zijn vergeving leert ons anderen te vergeven. Zijn trouw helpt ons trouw te blijven. Alles begint bij God en werkt door in ons. Onze liefde en onze goedheid is een antwoord op zijn liefde en goedheid.

Waarom gebruikt Jezus dan toch zo’n vergelijkingen: Verzamel een schat in de hemel. Wees blij omdat de armen het jou niet kunnen teruggeven. Het zal u ruimschoots vergoed worden bij de opstanding van de rechtvaardigen. Dat doet Hij omdat Hij ons wil helpen niet in de valkuil van de korte-termijn-winst te stappen. Dat is de grote valkuil van mensen. Dat zit in onze genen. Het komt vanuit de evolutie. Jezus houdt daar rekening mee, Hij houdt er rekening mee hoe wij in elkaar zitten. Wij kiezen zo makkelijk voor de korte-termijn-winst. Maar heel dikwijls blijkt dat je daardoor de winst op de lange termijn verliest. Hoeveel winst hebben we gemaakt met olie en gas en steenkool. Maar wat is de schade die inmiddels is ontstaan aan de hele schepping?

Er is nog een onderliggende vraag die voorafgaat aan dit alles. Die luidt: “Wat is het doel van je leven?” “Wie ben jij?” “Waar gaat het om?” Zet je in op een prettig leven hier en nu? Gaat het daarbij vooral om jouzelf? Zie je egoïsme toch wel als slim? Is graaien naar bonussen de ultieme status? Dan zegt Jezus: “… wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden”. En: “Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven? Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn leven?” (Matteüs 16, 25-26).

Voor Jezus is het leven op aarde pas echt leven als we leven zoals God ons heeft bedoeld. Dat is een leven waarin God zelf leeft in het diepst van je ziel, waardoor je God liefhebt en je naast als jezelf. Zo wordt je een mens die reeds hier op aarde, door lijden en vermoeienis heen, met het eeuwige leven begint.
Het vraagt geloof en durf om het korte termijn geluk opzij te zetten voor een dieper geluk, om werkelijk te worden wie je kunt zijn. Niet vanuit egoïsme, maar omdat je nu al Gods liefde ervaart, Gods goedheid en Gods vergeving en je intens verlangt die liefde van God te beantwoorden. Amen.

Voorbede

In zijn grote liefde nodigt God ons uit tot Hem te komen met onze dankbaarheid en onze noden. Bidden we dan vol vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gelovigen de stap durven zetten met God mee te denken, dat wij allen boven eigenbelang en korte termijn winst uit stijgen; wij vragen Gods hulp, dat de Kerk als eerste Gods liefde bewust ervaart en vol toewijding beantwoordt. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, vooral voor hen die leiding moeten geven, bidden we voor ons land, vooral met het oog op de vluchtelingen, dat wij hen behandelen zoals wijzelf behandeld willen worden, dat we Gods liefde die we op zoveel manieren ervaren, ruimhartig doorgeven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochies en onze parochiekernen, om moed en durf, dat Gods liefde onze harten raakt, zodat we in staat zijn eigenbelang te overwinnen en met een groot vertrouwen op Gods Voorzienigheid durven te leven, niet angstig maar vreugdevol en dankbaar.

Wij bidden voor de Indonesische gemeenschap. Dat zij het goede uit hun cultuur weten te behouden en het goede in de Nederlandse cultuur weten op te nemen. Wij bidden voor hen vooral dat ze sterk mogen staan in het geloof opdat dit behouden blijft voor de huidige en volgende generatie. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen, om Gods hulp in deze ingewikkelde tijden, om wijsheid en geduld in de opvoeding, om een juiste balans tussen, gezin, werk en kerk, tussen sport en sociale contacten, tussen verenigingsleven en politiek, vragen wij om saamhorigheid binnen onze geloofsgemeenschap dat wij met aandacht omzien naar elkaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top