Ga naar hoofdinhoud

Een geloof zo krachtig als een mosterdzaadje kan bergen verzetten. We mogen net als de leerlingen bidden om een sterk geloof.

Eucharistieviering in de parochie van de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerk van de Pax Christi (Spangen) en de HH. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), in het weekeinde van 1 en 2 oktober 2022, om 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2022DHJ27C

Lezingen

E.L.: Habakuk 1, 2-3; 2, 2-4
Ps.: Ps. 95 (94) 1-2, 6-7, 8-9
T.L.: 2 Timoteus 1, 6-8. 13-14
All.: Johannes 17, 17b en a
Ev.: Lucas 17, 5-10

Homilie

Kent u de waarom-fase van kinderen? Die kan zo rond het derde jaar beginnen. Het kind zet dan stappen in het begrijpen van de wereld om zich heen. Het is een uitdagende fase, want tien keer ‘waarom’ kan ook vermoeiend zijn. Soms krijgen kinderen door dat waarom best ingewikkeld kan zijn voor de ouders. Dan zeggen ze bij de maaltijd als moeder zegt dat ze het eten moeten opeten: Waarom? Omdat je het nodig hebt. Waarom? Omdat je anders niet kan groeien? Waarom? Omdat je anders straks honger hebt. Waarom? Ja, daarom, nu je bord leeg eten.

Vandaag horen we in de eerste lezing de profeet Habakuk twee keer zeggen: Hoe lang …? En drie keer waarom …? In dit geval is het een verzuchting. Zoals mensen kunnen verzuchten als een dierbare jong overlijdt: Waarom zo vroeg? Of bij oorlogen: Waarom overkomt ons dit?

Soms wordt er gezegd dat waarom-vragen niet zo zinvol zijn, want meestal is er geen antwoord op. Waarom word je ziek? Waarom ben jij de pineut met een energiecrisis? De waarom-vraag betekent meestal eigenlijk iets anders. Het is een soort uiterste poging om met een moeilijke, trieste, ellendige situatie om te kunnen gaan. Want ‘waarom’ zeg je tegen iemand, tegen een ander, daardoor deel je je nood met die ander, je maakt de ander deelgenoot met jouw situatie. Eigenlijk vraag je geen antwoord, dat waarom is geen vraag om een intelligente uitleg, maar een verzoek om betrokkenheid en mededogen.

Hoe gaat God hiermee om in de eerste lezing? De profeet Habakuk zit er helemaal doorheen. Dat maken profeten wel vaker mee. Hij heeft het gevoel dat God niet luistert, hoezeer hij ook bidt en smeekt en de hemel geweld aandoet. Habakuk lijdt onder geweld, verdrukking, ruzie, tweedracht en er komt maar geen einde aan.

Ook hier zien we dat er geen letterlijk antwoord komt op de waarom vraag. God legt niet uit waar dat geweld en die ruzie vandaan komen en waarom dat zo is. God geeft geen antwoord waarom er verdrukking is. Dan zou Hij een uitleg moeten geven over de geschiedenis, over onverdraagzaamheid, over angst en afgunst. Op die manier geeft God geen antwoord. Maar Hij geeft wel antwoord, en wel zo dat Habakuk weer verder kan. “Schrijf het visioen op, zet het duidelijk op schrift, zodat men het vlot kan lezen. Want dit visioen, al wacht het de vastgestelde tijd nog af, hunkert niettemin naar zijn vervulling: het vertelt geen leugen. AI blijft het ook uit, geef het wachten niet op, want komen doet het beslist en het komt niet te Iaat”.

God geeft antwoord: “Houd vol Habakuk, houd vol. Niet opgeven. Het komt. Jouw visioen is geen leugen, is geen bedrog, twijfel niet. Jouw visioen komt van Mij, de vervulling komt. Durf te wachten, durf te geloven”. God bemoedigt Habakuk en zo bemoedigt Hij ons ook. Want er zijn veel momenten waarop wij net als Habakuk kunnen verzuchten: “Hoe lang nog?” en “Waarom?”.

Habakuk moet durven geloven in zijn visioen. God heeft hem laten zien dat er een nieuwe tijd komt. Net als Abraham en Sara die maar geen zoon kregen. Ook zij moesten erin blijven geloven. Gods tijd is anders dan onze tijd.

In het Evangelie zien we dat ook Jezus niet letterlijk antwoord geeft op deze vraag van de apostelen: “Geef ons meer geloof.” Het zou wel makkelijk zijn geweest als Jezus had gezegd: “Jullie willen meer geloof? Oké. Kom maar”. Dat Hij hen de handen had opgelegd en daarbij had gezegd: “Ontvang meer geloof. Ik versterk jouw geloof”. Dat dan de leerlingen hadden geantwoord: “Amen”. En dat zij vervolgens een geloof hadden dat zo sterk was dat ze bergen konden verzetten.

Dat hadden ze misschien gewild, maar dat deed Jezus niet. Misschien was hun vraag wel net zo’n soort verzuchting als het gebed van Habakuk. Niet bedoeld als een letterlijke vraag, maar meer een verzuchting dat hun geloof maar klein was, dat ze zich zo onmachtig voelden en klein vergeleken met Jezus.

Jezus geeft antwoord, net zoals God antwoord geeft aan Habakuk. Zijn antwoord is ook een aansporing: “Als jullie een geloof hadden als een mosterdzaadje, zou je tot die moerbeiboom zeggen: ‘Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee’ en hij zou je gehoorzamen”. Jezus spoort hen en dus ook ons aan om te durven geloven.

Wij zeggen wel eens: “Geloof is een gave. Geloof kan ik je niet geven”. Maar hoe is het geloof van de leerlingen uiteindelijk dan toch gegroeid. Hoe is het uiteindelijk zo sterk geworden, sterker dan een mosterdzaadje. Zo sterk dat zij het geloof de wereld in gedragen hebben, zodat het kon uitgroeien in alle werelddelen? Ze hebben Jezus nagevolgd. Ze hebben zijn ontluistering, zijn lijden en kruisdood gezien. Ze hebben hun eigen angst en onmacht ervaren. Hun angst voor de dood, hun angst voor verlies, hun angst voor de reactie van de wereld die hen verlamde. Maar zijn verrijzenis, zijn woorden van vrede, zijn vergeving doorbrak dit alles. Nu konden zij geloven en kreeg de angst geen grip meer op hen.

Zo bemoedigt God ook ons. Hier vieren we dat Jezus de dood heeft overwonnen. Hier delen we in zijn maaltijd. Hier ontvangen wij kracht om vol te houden, om door te gaan, om te blijven geloven in zijn visioen, zijn belofte, de komst van Gods Koninkrijk. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God onze barmhartige Vader.

Wij bidden voor de Kerk en alle mensen die Jezus willen navolgen. Wij vragen dat in deze wereld waarin het geloof geen rol van betekenis meer lijkt te spelen, God ons op weg houdt in de navolging van Christus. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden voor de samenleving. Wij vragen dat mensen mogen inzien dat geloof in Jezus toekomst geeft aan onze wereld. Wij bidden voor landen waar oorlog heerst, dat door verzoening, vergeving, wijsheid en liefde de spiraal van haat en geweld wordt doorbroken.(Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie en voor onze parochiekernen. Wij vragen dat we wegen vinden om de inhoud van ons geloof door te geven, als een bron van wijsheid en inzicht. Wij bidden voor Ad van Luyn die zaterdag priester is gewijd, dat God hem in zijn nieuwe bestaan mag zegenen.(Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, kinderen en kleinkinderen. Wij bidden om een diep doorleefd geloof, waarin ouderen de jongeren bevestigen en jongeren de ouderen enthousiasmeren. Wij bidden ook om bescheidenheid en eenvoud, dat we bereid zijn onze plicht jegens God en de naasten te vervullen. (Laat ons bidden.)

Intenties

Back To Top