Ga naar hoofdinhoud

Vandaag horen we de interessante gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar. Wat kunnen we van hen leren wanneer wij God naderen?

Eucharistieviering in de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerk van de H. Lambertus (Kralingen), in het weekeinde van 22 en 23 oktober 2022, om 19.00, 10.00 en 12.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2022DHJ30C

Lezingen

E.L: Ecclesiasticus (Jezus Sirach) 35, 15b-17; 20-22a
Psalm: Ps. 34 (33) 2-3, 17-18, 19 en 23
T.L: 2 Timóteus 4, 6-8. 16-18
All. Vers. Handelingen 16, 146
EV: Lucas 18, 9-14

Homilie

Het evangelie van vandaag ligt in het verlengde van het evangelie van verleden week. Afgelopen zondag ging het over bidden en voortdurend gebed. Een weduwe die bleef aankloppen bij een onrechtvaardige rechter en die uiteindelijk haar zijn kreeg. Zo spoort Jezus ons aan te bidden, volhardend, vertrouwvol. God is een goede Vader, Hij zal geven wat we nodig hebben. In die sfeer van gebed, spreekt Jezus nu over de farizeeër en de tollenaar. Jezus spreekt hierbij tot mensen die overtuigd zijn van eigen gerechtigheid en die anderen minachting. Twee dingen dus: Eigen gerechtigheid en minachting.

Wij kennen in de Kerk de traditie van het gewetensonderzoek. Daarbij probeer je in je ziel te kijken en je eigen gedrag te onderzoeken. Dat is iets wat ontbreekt bij de farizeeër. Hij is overtuigd van eigen gerechtigheid. Dat zien we in zijn gebed: “God, ik dank U dat ik niet ben als de rest van de mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als die tollenaar daar. Ik vast tweemaal per week en geef tienden van al mijn inkomsten’.”

Waar zit nu de fout bij de farizeeër? Hij dankt God. Dat is prima. Hij is blij dat zijn leven op orde is. Ook dat is niet verkeerd. Hij vast regelmatig. Dat is goed. Hij geeft tienden van al zijn inkomsten. Als iedereen dat zou doen, zou onze Actie Kerkbalans geen probleem meer zijn. Wat zit er dan fout?

Hij is niet alleen blij dat zijn leven op orde is, maar hij vergelijkt dit met andere mensen. Hij ziet neer op anderen. Hij verheft zich ten koste van anderen: “Ik dank U dat ik niet ben als de rest van de mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als die tollenaar daar.”

Hij is zich niet bewust van deze valkuil. Zijn vreugde ontstaat door neer te kijken op anderen. Dat is narcistisch, hoogmoedig, arrogant.

In gesprekken over de sacramenten, komt natuurlijk de Biecht ter sprake, het sacrament van boete en verzoening. Mensen zeggen dan soms dat ze niet weten wat ze zouden moeten biechten. Het betekent dat het gewetensonderzoek niet dagelijks wordt beoefend.

Er zijn daarvoor biechtspiegels beschikbaar. In gebedenboeken staan dan een aantal vragen die je voor jezelf kunt beantwoorden. Soms zijn die vragen opgebouwd vanuit de tien geboden en de vijf geboden van de Kerk. Soms op een andere manier. Ze zijn bedoeld als een hulp om na te gaan hoe het met jezelf staat. Ze zijn ook bedoeld om de valkuil te voorkomen waar de farizeeër van vandaag in is gelopen, dat je je eigen fouten niet ziet.

Op de website van de Lambertuskerk staat een biechtspiegel met handige tips en vragen om te kijken naar jezelf, naar je relaties en naar je doen en laten.

Onze samenleving heeft haar eigen gewetensonderzoek, maar die wordt bepaald door de trend van de tijd, door wat in zwang of in de mode is. Door wat politiek correct is. In onze tijd zou de biechtspiegel van de samenleving er waarschijnlijk zo uitzien: Draag ik een regenboogband? Heb ik een regenboogvlag. Die je dat niet, dan moet je je verantwoorden. Over een paar jaar zal dit alweer anders klinken. Er is ook een ander gewetensonderzoek in de samenleving: Is mijn huis al geïsoleerd? Heb ik al zonnepanelen? Staat de thermostaat al een op een paar graden lager? Verwarm ik geen kamers die ik niet gebruik? Douche ik minder lang of minder vaak? Ga ik met de trein in plaats van het vliegtuig? Pak ik de fiets in plaats van de auto? Neem ik een elektrische auto bij de volgende aanschaf? Het lijstje kan nog langer zijn. Dit gewetensonderzoek kan over tien jaar alweer anders klinken. Het gewetensonderzoek van de Kerk gaat veel langer mee.

Terug naar de tollenaar? Jezus zegt dat hij gerechtvaardigd is: “De tollenaar bleef op een afstand en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel; maar hij klopte zich op de borst en zei: ‘God, wees mij zondaar genadig’.” Met die laatste woorden eindigt ook de oefening van berouw: “Heer, wees mij zondaar genadig.”

De tollenaar doet meerdere dingen. Hij blijft op afstand, hij vindt het niet gepast om in de tempel naar voren te lopen. Hij slaat zijn ogen neer. Hij durft niet omhoog te kijken. Zo drukt hij schaamte uit, hij is zich bewust van zijn tekortschieten. Hij klopt zich op de borst. U kent dit gebaar. Wij hebben dat bij de oude schuldbelijdenis aan het begin van de Mis. Driemaal een klop op de borst bij: “Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld”.

Hiermee komt nog een verschil tussen de tollenaar en de farizeeër aan het licht. Bij de farizeeër staat niet God centraal. De man dankt en bidt, maar in feite staat hij op te scheppen over zichzelf. Bij de tollenaar staat God centraal. De man houdt afstand, slaat zijn ogen niet op naar de hemel, hij is zich bewust van Gods aanwezigheid, Gods heiligheid, Gods grootheid, en daartegenover zijn eigen kleinheid en tekorten. Bij hem staat God centraal in zijn gebed.

Hoe zou die farizeeër dan wel goed kunnen bidden? Misschien zo: “God, ik dank u. U hebt mij veel gegeven, ik heb niets te klagen. Maar ik merk dat ik neerkijk op anderen, dat ik tevreden ben met mezelf, dat het leven om mijzelf draait. God wilt U mij helpen de anderen te zien als uw kinderen, hen lief te hebben en te helpen in plaats van weg te zetten? Heer ontferm U over mij; God, wees mij zondaar genadig. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die ons liefheeft en naar ons luistert.

Wij bidden voor Christenen wereldwijd om een zuiver inzicht in het eigen doen en laten, om een levensstijl van dankbaarheid naar God, om eerbied, waardering en inlevingsvermogen voor de naaste. Dat het gewetensonderzoek ons helpt dichter tot God en elkaar te komen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor de wereld, dat we ons bewust zijn van onze maatschappelijke verantwoordelijkheden. Bidden we ook dat we ons niet laten meenemen in de waan van de dag, in eenzijdige trends of complottheorieën, maar nuchter en sober in het leven staan. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we van Jezus leren om oprecht in het leven te staan. Dat we niet bang zijn om onszelf onder de loep te nemen en altijd durven vertrouwen op Gods goedheid en barmhartigheid. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; dat we groeien in die eerlijke, katholieke, gelovige houding, waarbij waardering voor elkaars talenten en begrip voor elkaars tekorten de basis is voor vreugde, verbetering en hulp aan elkaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top