Ga naar hoofdinhoud

De teksten hieronder zijn bedoeld als hulpmiddel voor (groot)ouders om per dag tijdens de Goede Week & Pasen te lezen. Natuurlijk zijn ze ook geschikt om (met bronvermelding) te gebruiken voor parochiebladen of kinderwoorddiensten. De meeste teksten zijn afkomstig uit het Gezinsboek Veertigdagentijd & Pasen van pastoor Hagen. Dit boek bevat voor iedere dag een verhaal met uitleg en afbeeldingen om samen met de (klein)kinderen te lezen, te bekijken en te bespreken en een daglichtje voor de groten. Zie www.dagelijksbrood.nl (€ 17,95). Er is op deze website (www.hagenpreken.nl) ook nog een audio beschikbaar waarin pastoor Michel samen met Wouter en Olivia praat over de Goede Week.

Tekening Golgotha gemaakt door Luisa (13 jaar): de vlinders en bloemen verwijzen naar de Verrijzenis.

Inleiding

De week voor Pasen noemen we de Goede Week. De week begint op Palmzondag tot en met Stille Zaterdag. We denken in die week aan het lijden en sterven van Jezus aan het kruis. De Goede Week eindigt tijdens de Paaswake. Die wake is de overgang naar de blijde viering van de Verrijzenis op zondag: het eigenlijke Pasen. De Paastijd is dan begonnen. Die duurt vijftig dagen en eindigt in Pinksteren. Zullen we samen eens de belangrijkste dagen van de Goede Week en Pasen langs gaan?

Palmzondag

Op Palmzondag zegent de priester takjes van een buxusstruik (in plaats van palmtakken, we hebben in Nederland geen palmbomen). Die takjes nemen we mee naar huis, om achter ons kruisbeeldje te steken. De kinderen kunnen een Palmpasenkruis (Palmpaas) meenemen naar de kerk. Bovenop het kruis staat een broodhaantje en we steken er een gezegend palmtakje bij. Na afloop van de Mis maken we iemand blij met onze Palmpaas, bijvoorbeeld een zieke of een oudere die zelf niet naar de kerk kan komen. Dit verhaal horen we vandaag in de Kerk:

Jezus gaat met zijn leerlingen naar Jeruzalem. Ze zijn er al bijna. Ze komen eerst nog bij een klein dorp. Dan zegt Jezus tegen twee leerlingen: “Daar in dat dorp staat een sterke jonge ezel, waar nog nooit iemand op heeft gezeten. Jullie moeten hem gaan halen. Als je zegt dat het voor Mij is, mag je hem zo meenemen. Straks brengen we hem weer terug.” Ze vinden de ezel. En het klopt, ze mogen hem zo meenemen. Terug bij Jezus, leggen ze hun jassen op de rug van het dier en Jezus gaat erop zitten. Dan gaan ze verder, op weg naar Jeruzalem. Veel mensen lopen mee. Ze leggen hun jassen en ook takken van de bomen op de weg. Het is net een lang kleed waar Jezus over rijdt. De mensen zingen en roepen. ‘Dit is de Gezegende. God heeft Hem gestuurd. Het wordt weer als vroeger, toen David onze koning was. Alles wordt weer goed. We zingen Hosanna. God in de hemel moet het horen.’

Witte Donderdag

Vandaag is het een blijde dag in een droevige week. Op Witte Donderdag vieren wij dat Jezus voor altijd bij ons wil zijn onder de tekenen van Brood en Wijn; het Lichaam en Bloed van Jezus. De viering van dit grote geheim noemen wij: de Eucharistie. Het is daarom een goede gewoonte dat we vandaag priesters die wij kennen feliciteren. Als we vandaag naar de Kerk gaan zien we (misschien) ook dat de priester de voeten van een mensen wast. Hij doet dan na wat Jezus ook deed bij het Laatste Avondmaal. Lees maar verder!

Jezus en zijn leerlingen gaan samen eten. De duivel heeft Judas al het gemene plan ingefluisterd om Jezus te verraden. Tijdens het eten staat Jezus op. Hij doet zijn nette
bovenkleed uit. Hij knoopt een doek om zijn middel, pakt een schaal en een kan water en begint de voeten van zijn leerlingen te wassen. Petrus vindt het maar niks. ‘Dat hoort niet,’ zegt Petrus. ‘Ik wil niet dat U mijn voeten wast. U bent veel belangrijker dan ik.’ Maar Jezus zegt: ‘Als je bij Mij wilt horen, Petrus, dan moet Ik ook jouw voeten wassen.’ ‘Alstublieft Heer,’ zegt Petrus,‘was dan ook mijn handen en mijn hoofd.’ ‘Dat is niet nodig,’ zegt Jezus. ‘Jullie zijn allemaal schoon, behalve één.’

Wat bedoelt Jezus? Hij zegt: ‘Behalve één.’ Bedoelt Hij dat een leerling zijn handen niet heeft gewassen voor het eten? Nee, Jezus bedoelt iets anders. Hij weet dat één leerling niet schoon is in zijn hart. Dat is Judas. Judas had nee moeten zeggen tegen de duivel, maar nu is de duivel de baas over Judas. Judas is degene die Jezus zal verraden

Goede Vrijdag – Kruisweg en kruisiging

Vandaag is een heel sombere dag. Het is de dag dat Jezus veel pijn heeft gehad. Wat een verschil met Palmzondag! Vandaag is het sober en kaal in de Kerk, er zijn geen versieringen en bloemen. We denken vandaag aan het lijden en sterven van Jezus aan het Kruis. Zou deze dag niet beter Droevige Vrijdag kunnen heten in plaats van Goede Vrijdag? Nee, we noemen het toch Goede Vrijdag omdat Jezus heeft laten zien hoeveel Hij van ons houdt. Als Jezus met Pasen verrijst uit de dood, laat Hij ons weten dat ook wij met Hem in de hemel kunnen komen. Dat maakt alles weer goed. Maar eerst moet Jezus lijden en sterven. Dat horen we in dit verhaal:

Jezus is verraden door Judas en gevangen genomen. Pilatus is de aanvoerder van de Romeinen. Hij kan Jezus vrijlaten. Maar hij doet het niet. Pilatus is niet eerlijk. Hij weet dat Jezus onschuldig is. Toch laat hij Hem aan het kruis slaan. Jezus moet zelf het kruis dragen. Het kruis is zwaar en Jezus is erg moe. De soldaten pesten Jezus ook nog. Jezus valt. Niemand helpt Hem. Hij moet een heel stuk lopen en de weg gaat ook nog omhoog. Jezus komt haast niet meer vooruit. De moeder van Jezus, Maria, komt even naar Hem toe. Daarna sturen de soldaten haar weer weg. Maar ze blijft wel bij Jezus in de buurt. Ze laat hem nooit in de steek. Een man, hij heet Simon van Cyrene, komt van zijn werk op het veld. ‘Jij moet Jezus helpen’, zeggen de soldaten tegen hem. Simon doet het en helpt Jezus met het dragen van het kruis. Jezus is dankbaar voor zijn hulp. Een vrouw komt naar Jezus toe. Ze heet Veronica. Ze veegt met een doek het gezicht van Jezus af. Later kan ze op de doek nog steeds het gezicht van Jezus zien. Jezus valt voor de tweede keer. De weg is lang en moeilijk. Alles doet pijn. Maar de soldaten hebben geen medelijden. Er staan vrouwen te huilen. Zij hebben wel medelijden met Jezus. Maar Jezus heeft ook medelijden met de vrouwen. Jezus weet dat er oorlog komt en dat deze vrouwen ook later nog veel verdriet zullen hebben. Jezus valt voor de derde keer. Hij is doodmoe. Hij kan haast niet meer opstaan. Maar Hij is er nog niet. Simon van Cyrene moet hem nu nog meer helpen. De soldaten pakken de kleren van Jezus af. Jezus staat daar nu helemaal naakt. De soldaten lachen Hem uit. Jezus heeft niets meer. De soldaten slaan Jezus aan het kruis vast. Jezus kan niets meer doen. Zijn handen en zijn polsen zitten vast, net als zijn voeten. Dit doet nog meer pijn dan het kruis dragen. Jezus hangt aan het kruis en sterft.

[Je kunt nu knielen en even stil zijn en denken aan wat Jezus heeft meegemaakt]

De moeder van Jezus, en Maria Magdalena, en ook zijn leerling Johannes zijn bij Jezus gebleven. Zij hebben alles gezien. Ze hebben veel verdriet. Jezus is dood. Vrienden van Jezus halen zijn lichaam van het kruis af. Maria, zijn moeder, houdt Jezus nog even vast. Ze houdt zoveel van haar Zoon. Maar dan moet ze Hem loslaten. De vrienden van Jezus leggen zijn lichaam in een graf. Als ze weggaan, rollen ze voor het graf een grote steen. Dat is het laatste wat ze voor Jezus kunnen doen.

 

Tekening Jezus aan het Kruis gemaakt door Wouter (10 jaar)

Stille Zaterdag – Paaswake

Jezus is dood. Vandaag is daarom een stille dag. Een dag van wachten. Wachten op de Paaswake. Dan vieren wij dat Jezus is opgestaan uit de dood: Hij leeft! Luister maar.

Op zondagochtend gaan twee vrouwen naar het graf. Ze horen bij de vrienden van Jezus. Maar wat gebeurt er? Nog voor ze er zijn, voelen ze een aardbeving. Er komt een engel uit de hemel en hij rolt de steen van het graf weg. De soldaten bij het graf bibberen van angst. Ze worden helemaal bleek. Maar tegen de vrouwen zegt de engel: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Jullie zijn vrienden van Jezus. Jezus is niet meer dood. God heeft Hem levend gemaakt. Kijk maar, het graf is leeg. Ga het nu snel aan zijn leerlingen vertellen.’ O, wat zijn de vrouwen geschrokken. Maar ze zijn ook heel blij. Dat moeten ze aan de leerlingen gaan zeggen. Ze gaan op weg. Maar kijk, daar komt Jezus aan! Hij zegt: ‘Ik groet jullie.’ Ze gaan naar Hem toe, knielen op de grond en houden zijn voeten vast. ‘Jullie hoeven niet bang te zijn,’ zegt Jezus, ‘Ik ga naar Galilea. Zeg dat tegen mijn leerlingen. Zij moeten er ook naar toe gaan. Daar zullen ze me zien.’ Wat zijn de vrouwen blij. Jezus leeft. En ze hebben Hem zelf gezien. Al het verdriet van de laatste dagen is voorbij. God is sterker dan de dood. Wat een geweldig feest.

Pasen – Eerste Paasdag

Vandaag is het echt feest: Pasen. In de Kerk is de kleur nu wit en alles is feestelijk versierd. Thuis kan je het misschien ook wel merken, dat het feest is en er zijn vast veel chocolade eitjes… In de Mis horen we dit verhaal:

Daar komt een mevrouw aanrennen. Het is Maria Magdalena. Ze hoort bij de vrienden van Jezus. Ze roept: ‘Petrus, Johannes! Kom gauw mee naar het graf van Jezus. De steen ligt er niet meer voor en het graf is leeg! Iemand heeft het lichaam van Jezus weggehaald!’ Petrus en Johannes gaan meteen mee. Ze zien het: het graf is open. Petrus stapt naar binnen, en even later Johannes ook. Ze zien de doeken die om Jezus heen zaten op de grond liggen. De grote doek die over zijn hoofd lag, ligt netjes opgevouwen. Johannes zegt: ‘Maar natuurlijk! Ze hebben Jezus niet weggehaald, Hij is zelf weggegaan. Jezus leeft.’

Zalig Paasfeest!

Pasen – Tweede Paasdag

In het verhaal van zaterdagavond hoorden we dat twee vrouwen naar het graf gingen kijken. En zondag hoorden we het verhaal van Maria Magdalena. Vandaag gaan we verder.

De vrouwen zijn vroeg in de ochtend bij het graf gaan kijken, en een engel kwam vertellen dat Jezus leeft. De vrouwen zijn geschrokken, maar ze zijn ook heel blij. Vlug gaan ze naar de leerlingen. Maar onderweg komt Jezus naar ze toe. Hij zegt: “Dag goede vrienden.” Ze gaan naar Hem toe, knielen op de grond en houden zijn voeten vast. ‘Niet bang zijn,’ zegt Jezus, ‘Ik ga naar Galilea. Zeg dat tegen mijn leerlingen. Zij moeten er ook naar toe gaan. Daar zullen ze me zien.’ De vrouwen gaan vlug naar de leerlingen toe. Maar de soldaten die het graf hadden bewaakt, gaan naar de hogepriesters en vertellen dat Jezus is verrezen. De hogepriesters worden boos. Ze geven geld aan de soldaten en zeggen: ‘Jullie mogen niemand vertellen dat Jezus is verrezen. Zeg maar dat de leerlingen Jezus hebben gestolen.’ En dat doen de soldaten.

Vandaag op tweede Paasdag vieren we nog steeds feest. De hogepriesters en de soldaten vertellen wel een leugen, maar de vrouwen zijn blij. Zij weten dat Jezus leeft.
Het feest van Pasen duurt nog tot de volgende zondag. Daarom kunnen we nog steeds zeggen: Zalig Pasen!

Pastoor Michel Hagen/ MdM

Back To Top