Ga naar hoofdinhoud

Voor kinderwoorddienst of om samen thuis te lezen
(Als PDF downloaden)

 

V= Verteller
P = Petrus
J = Johannes
M = Maria Magdalena
E = Engelen
+ = Jezus


Pasen: Hij leeft!

Verf tekening Olivia (11 jaar, 2018)

P : “Maria Magdalena, wat roep je, heb je hard gelopen, wat is er aan de hand?”
M: “Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.”
V: Petrus en Johannes springen op en lopen zo vlug ze kunnen naar het graf. De jonge Johannes holt vooruit. Hij komt het eerst bij het graf. De steen is weggerold. Het klopt wat Maria Magdalena heeft gezegd.
Johannes gaat het graf niet binnen. Hij bukt voorover en kijkt of hij iets kan zien. Inderdaad het lichaam van Jezus is weg. Hij ziet daar wel de windsels die om Jezus heen zaten, maar die liggen daar nu zonder zijn lichaam erin. Op dat moment komt Petrus aan. Johannes stapt opzij en Petrus daalt af het graf in. Ook Petrus ziet de windsels liggen zonder het lichaam van Jezus erin.
Dan denkt Petrus:
P: “Er was ook een zweetdoek; die had zijn hoofd bedekt”.
V: Petrus kijkt rond en inderdaad daar ligt de zweetdoek, netjes opgevouwen. Op dat moment komt ook Johannes het graf in. Het is een nieuw graf, een beetje een rijkeluis graf waarin nog nooit iemand was begraven. Johannes kijkt rond en hij ziet hoe de doek is opgevouwen. Tot op dat moment hadden ze niet begrepen wat er geschreven stond; dat Hij uit de doden moest opstaan. Nu ineens ‘ziet’ Johannes ‘wat hij ziet’ en hij gelooft. Petrus en Johannes gaan naar huis.

Dan komt Maria Magdalena terug bij het graf. Ze gaat het graf niet in, maar net zoals Johannes bukt ze en kijkt opnieuw in het graf. Nu ziet ze iets anders. Petrus en Johannes hebben dit blijkbaar niet gezien, of ze waren er toen nog niet. Er zitten twee gestaltes in het wit gekleed; ze zien er uit als engelen. Ze vragen iets aan haar.
E: “Mevrouw, waarom huilt u?”
V: Zij antwoordt:
M: “Ze hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.”
V: Maria Magdalena komt overeind en draait zich om. Nu ziet ze een man staan.
Hij zegt tegen haar:
+ : “Mevrouw, waarom huilt u? Zoekt u iemand?”
V: Maria Magdalena denkt:
M: “Misschien is het de tuinman”,
V: en ze vraagt:
M: “Meneer, als u Hem hebt weggebracht, zeg mij alstublieft waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem daar weghalen.”
V: Ze wil weglopen om te gaan zoeken, maar dan zegt Jezus ineens:
+ : “Maria!”
V: Ze keert zich om en zegt in het Hebreeuws:
M: “Rabboeni!”
V: (dat betekent leraar). Dan zegt Jezus:
+ : “Je moet Me niet vasthouden, want Ik ben nog niet opgegaan naar mijn Vader. Ga nu naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.”
V: Nu gaat ook Maria Magdalena op weg, terug naar de leerlingen om te zeggen dat zij de Heer heeft gezien, en ook wat Hij haar heeft gezegd.

Deze tekst – naar het heden vertaald – staat bijna letterlijk in het Evangelie van Johannes (20, 1-18). Aangevuld met wat logische wendingen en uit het Evangelie van Lucas en Matteüs. De traditie leert ons dat het Johannes is die met Petrus meeliep en die dit naderhand heeft opgeschreven. Het leest dan ook als een ooggetuigenverslag.

Wie ziet, gelooft. Zalig Pasen!

Pastoor Michel Hagen
Maart 2018.

– Drie kinderen doen als koning verkleed mee.
In de dialoog met de kinderen op het priesterkoor is de volgende overweging de rode draad.

Hier zien jullie de drie koningen.
Wie ben jij …. etc.

Drie koningen. Drie wijze koningen. Het zijn drie vrienden, die alles wisten over de sterren en de natuur. Drie vrienden die alledrie ook hun eigen speciale talenten hadden en die alledrie op zoek waren.

Caspar is de wijze koning van Tarsus. Hij brengt goud mee. Hij heeft een wat lichte huid.
Melchior is de wijze Koning uit Arabië. Hij brengt wierook mee. Zijn huid is donkerder.
Baltasar is de wijze koning uit Ethiopië. Hij brengt mirre mee. Zijn huid is heel donker.

Koning Caspar is heel zijn leven op zoek naar een wijze koning. Welke koning is zo wijs dat hij zijn land kan besturen in vrede? Welke koning is zo wijs, dat hij recht kan spreken tussen arm en rijk? Welke koning is zo wijs dat hij waarheid van leugen kan onderscheiden? Wie wijst mij de weg naar de wijsheid?

Koning Melchior is heel zijn leven op zoek naar een wijze priester, die hem alles kan vertellen over God. Wie is zo wijs dat Hij mij kan zeggen wie God is en hoe God is. Wie kan mij leren hoe ik God kan eren op de goede manier? Wie kan mij de weg wijzen tot eeuwig leven. Wie leert mij de waarheid?

Koning Baltasar is heel zijn leven op zoek naar iemand die de vraag kan beantwoorden over het lijden. Waarom is er verdriet? Waarom gaan we allemaal dood? Waarom is er zoveel lijden in de wereld. Wie kan mij zeggen waarom de mens moet sterven? Wie kan mij leren het lijden te overwinnen. Wie schenkt mij eeuwig leven?

Onderweg krijgen de drie koningen ruzie. Caspar zegt. Ik heb gedroomd over de ster. De ster zei: volg mij. De koning die jij zal vinden is de Weg die jij zoekt.

Maar Melchior zegt. Dat zal wel niet, want ik heb ook gedroomd. En de ster zei tegen mij: Volg mij, want de koning die je zult vinden is de Waarheid die jij zoekt.

Dan zegt Baltasar. Vergeet het maar. Want in mijn droom zei de ster: Volg mij. De koning die je zult vinden is het Leven zelf.

Ze zwijgen even. Want het zijn wijze mensen. Dan zegt Caspar: De koning die wij gaan bezoeken wil vast niet dat we ruzie maken. Hij is de koning van de vrede. Laten we dus eerst goed luisteren naar elkaar.
Ja zegt Melchior. Deze koning leert ons ruzie te overwinnen en samen God te eren.
En Baltasar zegt: Jullie hebben gelijk. Ik begrijp nu dat we alledrie de waarheid spreken. De koning die wij zullen vinden is de Weg, Hij is de Waarheid en Hij is het Leven. De ster spreekt tot ieder van ons, in onze taal. Maar die koning is meer dan wij afzonderlijk ons kunnen indenken.

En inderdaad. Als Jezus groot is, zal Hij het later zelf zeggen: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Wie Mij volgt, zal niet verdwalen in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.

Wij willen nu onze gaven naar het kind in de kribbe brengen. Goud, wierook en mirre. En we willen onze koning vragen, dat Hij ons leert om in vrede met elkaar te leven. Dat Hij ons leert God te eren en te dienen. En dat Hij ons leert te geloven in het eeuwige leven. Amen.

Hieronder het Paasverhaal voor Kleuters en daarna een voorbeeld van een hele viering Kleuterkerk (duur: 30 min).

Het is heel stil. Jezus is dood gegaan aan het kruis. Hij is begraven in een graf. Een graf met een grote zware steen ervoor. Er staan ook soldaten die het graf bewaken. Zijn vrienden zijn erg verdrietig. Ze hielden zoveel van Jezus. Jezus was zo lief. Wat moeten ze nu zonder Jezus?

Het graf (gemaakt van papier mache)

Twee vrouwen gaan naar het graf van Jezus. Ze zijn vrienden van Jezus. Maar wat gebeurt er? Ze voelen een aardbeving. De grond gaat trillen. Er komt een engel uit de hemel. De engel rolt de steen van het graf weg. De soldaten bij het graf bibberen van angst. Ze worden helemaal bleek. Maar tegen de vrouwen zegt de engel: “Jullie hoeven niet bang te zijn. Jullie zijn vrienden van Jezus. Jezus is niet meer dood. God heeft Hem levend gemaakt. Kijk maar, het graf is leeg. Ga het nu snel aan zijn vrienden vertellen.” O, wat zijn de vrouwen geschrokken. Maar ze zijn ook heel blij. Dat moeten ze aan de vrienden gaan zeggen. Ze gaan op weg. Maar kijk, daar komt Jezus aan! Hij zegt: “Ik groet jullie.” De vrouwen gaan naar Hem toe, knielen op de grond en houden zijn voeten vast. “Jullie hoeven niet bang te zijn,” zegt Jezus, “Ik ga naar Galilea. Zeg dat tegen mijn leerlingen. Zij moeten er ook naar toe gaan. Daar zullen ze me zien.” Wat zijn de vrouwen blij. Jezus leeft! En ze hebben Hemzelf gezien. Al het verdriet van de laatste dagen is voorbij. God is sterker dan de dood. Wat een geweldig feest.

MH/MdM

Wij hebben een kruis gemaakt van oase en bestoken met buxus. Aan het begin van Kleuterkerk is dat het ‘donkere’ kruis. Na afloop van het verhaal mogen de kinderen er zelf bloemen insteken om het kruis ‘licht’ te maken. .

Jezus leeft! Zalig Pasen!

 

Dit is een voorbeeld voor een Paasviering voor Kleuterkerk, duur: een half uur.

Openingslied: Laat de kind’ren tot Mij komen

Laat de kind’ren tot Mij komen,
alle alle kind’ren.
Laat de kind’ren tot Mij komen,
niemand mag ze hind’ren.
Want de poorten van mijn rijk
staan voor kind’ren open,
laat ze allen groot en klein
bij Mij binnenlopen.
Laat de mensen tot Mij komen
over alle wegen.
Laat de mensen tot Mij komen,
houdt ze toch niet tegen!
Want de poorten van Mijn rijk
gaan ook voor hen open,
als ze aan een kind gelijk
bij Mij binnen lopen.

Welkom en kruisteken

Gebed bij het donkere kruis

Dit is een donker kruis. Er is verdriet in de wereld, we zijn er stil van. Er is pijn, en mensen zijn soms alleen. Er gebeuren ongelukken, mensen maken ruzie of zijn ziek. Er zijn mensen die geen huis hebben, die moeten vluchten en elkaar kwijtraken.
Soms voelen we dat ineens heel duidelijk. Weet U, wat we zouden willen, God? Dat het allemaal niet bestaat. Dat het moeilijke donkere kruis verdwijnt en dat alles goed, blij en licht is.
Amen.

Paasverhaal Kleuterkerk

Het is heel stil. Jezus is dood gegaan aan het kruis. Hij is begraven in een graf. Een graf met een grote zware steen ervoor. Er staan ook soldaten die het graf bewaken. Zijn vrienden zijn erg verdrietig. Ze hielden zoveel van Jezus. Jezus was zo lief. Wat moeten ze nu zonder Jezus?

Twee vrouwen gaan naar het graf van Jezus. Ze zijn vrienden van Jezus. Maar wat gebeurt er? Ze voelen een aardbeving. De grond gaat trillen. Er komt een engel uit de hemel. De engel rolt de steen van het graf weg. De soldaten bij het graf bibberen van angst. Ze worden helemaal bleek. Maar tegen de vrouwen zegt de engel: “Jullie hoeven niet bang te zijn. Jullie zijn vrienden van Jezus. Jezus is niet meer dood. God heeft Hem levend gemaakt. Kijk maar, het graf is leeg. Ga het nu snel aan zijn vrienden vertellen.” O, wat zijn de vrouwen geschrokken. Maar ze zijn ook heel blij. Dat moeten ze aan de vrienden gaan zeggen. Ze gaan op weg. Maar kijk, daar komt Jezus aan! Hij zegt: “Ik groet jullie.” De vrouwen gaan naar Hem toe, knielen op de grond en houden zijn voeten vast. “Jullie hoeven niet bang te zijn,” zegt Jezus, “Ik ga naar Galilea. Zeg dat tegen mijn leerlingen. Zij moeten er ook naar toe gaan. Daar zullen ze me zien.” Wat zijn de vrouwen blij. Jezus leeft! En ze hebben Hemzelf gezien. Al het verdriet van de laatste dagen is voorbij. God is sterker dan de dood. Wat een geweldig feest.

(bewerking van gezinsboek Veertigdagentijd en Pasen van pastoor Hagen, pag. 136).

Gesprekje

Kinderen steken het kruis vol bloemen. Het kruis is nu licht.

Gebed bij het lichte kruis

Dit is het lichte kruis, God.
Het vertelt ons van alle goede dingen die er zijn tussen mensen. Van mensen die elkaar troosten en elkaar helpen. En dat mensen van elkaar houden.

Het lichte kruis vertelt ons van ruzies die weer zijn goed gemaakt, van zieke mensen die beter worden, van eenzame mensen die weer vrienden hebben gevonden. Van huizen die opnieuw zijn gebouwd. Van kinderen die genoeg te eten hebben, van soldaten die naar huis zijn gegaan, omdat er overal vrede is.

Goede God, we hebben daarom het lichte kruis versierd met mooie bloemen, omdat we weten, dat er naast verdrietige dingen in de wereld ook heel veel goede dingen zijn.
Amen.

Wensbede van de kinderen en kaarsen aansteken

De kinderen geven de intenties: iets blijs (dank U) , iets verdrietigs, een verjaardag etc. DE kinderen met een bede krijgen een kaarsje.
Processie naar Marie onder zingen van reffrein Lied: Ave Maria van Lourdes.

Gebed bij Maria: Wees gegroet

Wees gegroet, Maria, vol van genade,
De Heer is met U,
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en
Gezegend is Jezus, de vrucht van Uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
Bid voor ons, zondaars,
Nu en in het uur van onze dood, Amen.

Lied: ’t is Pasen

’t is Pasen, zei de vink en sloeg een liedje van plezier,
En de merel op het dak, in z’n beste zwarte pak,
Zong ook al dat het Pasen was, van tierelierelier.
En de klokken luidden luid boven alle vogels uit:
’t is Pasen, alleluja!

’t is Pasen, zei de wind en blies de wolken op de vlucht,
En het zonnetje dat scheen dwars door alle nevels heen.
De bloemen staken overal hun kopjes in de lucht.
Alle dingen werden blij, want de droefheid ging voorbij.
’t is Pasen, alleluja!

’t is Pasen overal, voor alle mensen, klein en groot,
En met Pasen ieder jaar, dan vertellen wij elkaar
Dat Jezus wonderbaarlijk is verrezen van de dood.
Hij kocht alle mensen vrij van de zondenslavernij.
’t is Pasen, alleluja!

Onze Vader

(in de kring, hand in hand)
V: Laten we bidden tot God onze Vader,
Met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:

A: Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd
Uw rijk kome
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
En vergeef ons onze schuld,
Zoals ook wij aan anderen onze schuld vergeven.
En leid ons niet in bekoring
Maar verlos ons van het kwade.
A: Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Slotgebed

In de winter lijkt alles dood en niets lijkt meer te leven. Geen blaadjes aan de bomen, waar zijn die toch gebleven? In de lente voelen wij weer warmte, door de zon gegeven. Alles groeit en alles bloeit, overal is nieuw leven. Ook het Paasfeest is een nieuw begin en Jezus is het licht. Hij geeft ons warmte en heel veel kracht. Is dat geen fijn bericht?!

Kruisteken

Slotlied: Vredeswens (de kinderen wensen elkaar en de ouders de vrede)
Vrede mag hier, van hand tot hand;
Vrede wil thuis zijn in ieder land;
Vrede van mens tot mens,
Gods hartenwens.

EVANGELIE

Naar Lucas 15, 3-7
Jezus vertelt ons een verhaal:

“Een herder heeft wel 100 schapen. De herder is een lieve en zorgzame herder. Hij kent elk schaap en elk lammetje van zijn kudde. Hij houdt van allemaal evenveel. Hij let steeds goed op: zijn alle schaapjes er? Is er niets mis met één van de schaapjes?

Op een dag ziet hij dat er een schaapje weg is. Waar zou het schaapje zijn? De herder maakt zich zorgen. Hoe moet dat als het schaapje honger krijgt? Of dorst? Of als het schaapje bang wordt?

De herder gaat zijn verloren schaapje zoeken. Hij zoekt overal. Waar zou het verloren schaapje zijn? Wacht eens wat hoort de herder? Hij hoort “mèèèèèèèè”. Het lijkt wel een schaapje dat een beetje huilt. Hij kijkt nog eens goed rond. Ja gelukkig, daar ziet hij het verloren schaapje. Het schaapje is helemaal koud en het heeft honger en dorst.

De herder is ontzettend blij dat hij zijn schaapje heeft gevonden. Hij knuffelt het schaapje. Dan pakt hij het schaapje op, en legt het op zijn schouders. Zo hoeft het schaapje niet het hele eind terug te lopen. Hij brengt het schaapje terug naar huis, naar de ander schaapjes. De herder roept: “Wees blij ik heb mijn verloren schaapje terug!” En alle schaapjes zijn blij en ze vieren feest!”

 

WIJ PRATEN NA OVER HET EVANGELIE

Dit was het verhaal van Jezus. Het is een mooi verhaal. Jezus vertelt ons dit verhaal om iets uit te leggen.

Wie is die herder denken jullie?

(…)

Jezus is die goede herder.

Wie zijn de schaapjes denken jullie?

(…)
Wij zijn de schaapjes.
Alle mensen zijn de schaapjes van Jezus: jij, je mamma, je pappa, oma, opa en je juf.

Net als de herder van zijn schaapjes houdt, houdt Jezus van ons allemaal.
Hij is heel blij als we bij Hem zijn. Hij let steeds op dat het goed met ons gaat. Hij zorgt voor ons.
Als wij verdwalen, komt hij ons zoeken. Is dat geen fijn idee?

 

TIPS VOOR KLEUTERKERK VERDWAALDE SCHAAP

– De ouders vooraf al het verhaal mailen met het verzoek het al eens met de kinderen te lezen.
– Per mail vragen of de kinderen een knuffel-schaapje meenemen.
– Bij binnenkomst een aandachtstafel zoals op de afbeelding en daar alvast een praatje maken met de kinderen.
– Tijdens de viering mogen de kinderen hun schaap in een omheining zetten.
– Na vertelling van het verhaal wordt het nagespeeld en mogen de kinderen helpen zoeken naar het verloren schaap. De herder draagt het verloren schaap terug en zet het bij de andere schaapjes in de omheining. De herder en de kinderen vieren feest.
– Dan praten we nog even na over wie de herder is en wie de schaapjes zijn.

 

WAT IS KLEUTERKERK?

Kleuterkerk is voor ouders en hun kleinere kinderen tussen ongeveer drie tot zes jaar. Ook broertjes en zusjes en opa’s en oma’s mogen meekomen. Kleuterkerk is samen zingen, samen bidden, samen kleuren, samen vertellen en samen luisteren naar verhaaltjes. De kinderen zitten op het kleed voor het altaar. Zo kunnen ze op een speelse manier het geloof een plekje in hun hart geven. Voor de ouders biedt de kleuterkerk een ongedwongen manier om het geloof een plaats in het gezin te geven.

 

OPZET KLEUTERKERK H. AUGUSTINUS

– Opening met kruisteken (eerst voordoen dan met de kleuters nog een keer) + kort gebed.
– Voorlezen verhaal op een kleed voor het altaar.
– Napraten/naspelen verhaal.
– Grote kleurplaten kleuren op de grond in groepjes samen aan 1 plaat, onderwijl speelt orgel.
– In processie naar Maria (we zingen “Ave Ave Ave Maria” (refrein Maria-lied van Lourdes), kaarsjes branden, de kleuters geven de intenties (voor iets fijns, iets verdrietigs, voor een jarige). We bidden samen het Weesgegroet.
– We maken kring voor het altaar en bidden het Onze Vader.
– Kort gebed als afsluiting

Tussendoor worden eenvoudige liedjes gezongen.
Totale tijdsduur: 30 minuten.

Bij het Vormsel wordt de Geest geschonken aan een Christen

om de waarheid te spreken,

om het geloof te verkondigen,

om bemoedigende woorden te spreken

en waar het nodig is te waarschuwen.

EVANGELIE

Jozef, Maria en Jezus op de vlucht

Uit Mt 2,1-23

Jezus is geboren in Betlehem in de tijd dat Koning Herodes de baas is in het land. Uit het Oosten komen de Wijzen in Jeruzalem aan. Een ster wijst hen de weg; die ster gaat voor hen uit en blijft staan boven de plaats waar het Kind is. Als ze dat zien worden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gaan de stal binnen en zien het Kind met zijn moeder Maria. Ze vallen op hun knieën en huldigen het Kind. Ze halen hun schatten tevoorschijn en geven Hem goud, wierook en mirre als geschenk. Dan gaan ze terug naar hun land. Op de heenweg hebben ze gesproken met Koning Herodes. Hij vroeg hen om op de terugweg langs te komen om te vertellen over waar hij het Kind kan vinden. Ze gaan niet terug naar Herodes, want in een droom zijn gewaarschuwd om dit niet te doen. Ze nemen een andere weg terug.

Als de Wijzen weg zijn, komt er in een droom een engel van de Heer bij Jozef. De engel zegt: “Sta op, neem het Kind en zijn moeder mee en vlucht naar Egypte, en blijf daar tot ik u waarschuw. Want Herodes wil het Kind doden.” Jozef staat daarom op en vlucht diezelfde nacht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Als Herodes sterft komt er weer in een droom een engel van de Heer bij Jozef, die zegt: “Sta op, ga met het Kind en zijn moeder naar het land Israël, want zij die het Kind wilden doden , zijn dood.’ Jozef staat op, neemt het kind en zijn moeder mee en gaat terug naar het land Israël.

Afbeelding: www.artway.eu (Heather Stuart in: 365 verhalen Bijbel).

 

Vluchtelingen

Jullie kennen dit verhaal wel. Het is een stukje uit het kerstverhaal. Over een paar maanden horen we het weer in de kerk op het feest van Driekoningen. We lezen in dit verhaal dat Maria, Jozef en Jezus moeten vluchten naar Egypte. Ze zijn dus vluchteling. Wat fijn dat ze in Egypte kunnen blijven totdat het veilig is om weer terug naar hun eigen land te gaan.

Op dit moment zijn er in de wereld op verschillende plekken vreselijke oorlogen. De mensen daar voelen zich niet veilig, hun leven wordt bedreigd en ze zijn bang. Een deel van die mensen vlucht naar Europa, naar Nederland, om veilig te zijn. Ze moeten daarvoor een zware en barre reis maken. Ze zijn vluchtelingen net als Jezus, Maria en Jozef. We horen mensen wel eens klagen over vluchtelingen, bijvoorbeeld dat wij in Nederland geen plek voor ze hebben, dat ze problemen veroorzaken of dat ze hier komen om rijk te worden. Mensen zijn dikwijls ook wat bang voor vluchtelingen. Bijvoorbeeld omdat ze uit andere landen komen, met een vreemde taal, met andere gewoonten, andere kleding en een ander geloof. Jezus vraagt ons om gastvrij te zijn. Voor Jezus is iedere vreemdeling een kind van God, een mens, zoals jijzelf mens bent. Denk er maar eens over na, hoe het zou zijn als je zelf moest vluchten. Bedenk dan hoe fijn het is dat wij in veiligheid leven en dat we vluchtelingen een veilige plek kunnen geven. Praat er eens over met elkaar wat we kunnen doen zodat vluchtelingen zich welkom voelen. Het kan best dat je vluchtelingen ontmoet, bijvoorbeeld op school of in de kerk. Soms helpen kleine gebaren, een goed woord of een glimlach al. Laten we allemaal ons best doen met kleine dingen!

Dit kan worden gebruikt thuis, maar ook in de kinderwoorddienst of in het parochieblad (met bronvermelding).

Van lego gemaakt door Olivia (8 jaar) met haar moeder. Foto MH.

Op de afbeelding zien we van lego een priester die voorgaat in de Mis. Het is gemaakt door Olivia (8 jaar) samen met haar moeder. Olivia kwam op het idee, omdat ze het lego-poppetje op pastoor Michel Hagen vond lijken, maar misschien was ze ook wel geïnspireerd door een LEGO catechese-filmpje van Roderick Vonhögen pr. op www.Trideo.com dat ze een tijdje geleden zag.

Vragen

Herken jij alles en weet je hoe het heet? Zullen we eens kijken hoe ver je komt?

Weet jij hoe de volgende dingen heten:
(1) De zwarte tafel vooraan?
(2) Het kastje achteraan met de grijze deuren?
(3) Het ding met het rode puntje links naast het kastje.

En (4) weet jij ook wat er wordt bewaard in het kastje met de grijze deuren?
Tot slot (5) er klopt iets niet, zie jij wat?

 

Antwoorden van de quiz

(1) Het altaar. Als we er voor staan buigen we. De priester staat dus niet op het altaar zoals veel mensen zeggen. Hij staat op het priesterkoor.
(2) en (4) Het kastje is het Tabernakel. Hierin wordt de Heilige Hostie, het Heilig Brood, bewaard; door de Heilige Hostie is Jezus in ons midden. We maken als we bij Tabernakel komen een kniebuiging.
(3) Dit is het godslampje. Als dat brandt weten we dat de Heilige Hostie aanwezig is in het Tabernakel.
(5) De priester draagt zijn kazuifel niet. Normaal draagt de priester in de Mis wel een kazuifel. Het kazuifel laat zien dat de priester het werk in de Mis namens Jezus doet.

MdM

Om samen over na te denken en te praten

Tekening door Olivia 2014 (7 jaar)

Bij communie ontvangen we het heilig Lichaam van Christus.
We ontvangen het echt.
Tijdens de Eucharistie horen we dat Jezus zegt:
“Neemt, dit is mijn Lichaam”.

Wat betekenen die woorden?
Wij zien brood.
We raken brood aan.
We proeven brood.
Hoe kan het dan Lichaam van Christus zijn?
Klopt het wel?

Ja. deze woorden zijn waar.
Deze woorden zijn méér dan letterlijk waar.
Het is zó waar,
dat onze woorden tekortschieten.
Het is een mysterie.

Ja, het is brood,
maar het is ook lichaam van Christus.
Het is méér dan brood alleen.
Er is iets veranderd
en er is iets hetzelfde gebleven.

Vergelijk het met ons mensen.
Wat verandert er als een kind wordt gedoopt?
Het wordt kind van God.
Is een mens dan geen mens meer,
als hij kind van God wordt?

Natuurlijk wel, als mens wordt hij kind van God.
Kan je aan een mens zien dat hij is gedoopt?
Nee, maar toch is er echt iets veranderd.
Er is een nieuwe werkelijkheid.
Zo is het ook bij de Communie.

Het gaat ook niet om iets,
om brood als lichaam.
Het gaat niet om dat wat je kunt pakken,
kunt proeven en aanraken.

Het gaat om Hem,
het gaat om Jezus en ons.
Hij is er concreet en echt.
Laten we daar bij de Communie vooral denken
om Wie het gaat: om Jezus.

Ontvang Hem met liefde,
dat is het enige waar Hij op wacht.
Ontvang Hem in geloof,
Dan zal je Hem herkennen.
Ontvang hem in gebed,
want Hij wil wonen in ons hart.

Jezus liefhebben =

Liefhebben wat Jezus liefheeft.

Nastreven wat Hij nastreeft.

Doen wat Hij doet.

Hem boven al het andere stellen.

Om samen over te praten of om zelf over na te denken

Kan je een voorbeeld bedenken van: Wat of wie Jezus liefheeft?

Hoe kan jij dat doen?

Kan je een voorbeeld bedenken van: Wat Hij nastreeft? (nastreven betekent dat je iets probeert te doen)

Hoe kan jij dat doen?

Kan je een voorbeeld bedenken van: Wat Hij doet?

Wat zou jij kunnen doen?

Wat betekent dat: Hem boven al het andere stellen?

Kan je een voorbeeld bedenken voor je eigen leven?

Hieronder wat handreikingen voor kleuterkerk of een kinderwoorddienst voor jonge kinderen op Pinksteren:

Kleurplaat door het kinderkoor Kleuterkerk H. Augustinus, Pinksteren 2015.

KORT GEBED 1

Kom Heilige Geest,
kom Geest van wind en vuur
Maak ons vol van liefde
Amen

 

KORT GEBED 2

Kom Heilige Geest;
Zet onze harten in vuur en vlam.
Laat de liefde stromen in ons hart.

Kom Heilige Geest;
Waai over onze wereld
naar alle harten
om ze aan te wakkeren tot het goede.
Amen

ELEMENTEN VOOR GESPREK NA EV

 

Uitleg H. Geest

– Wat gebeurde er nu dat de leerlingen zo blij worden? Wie is dat die vlammen, de wind?
De H. Geest.
Pinksteren is het feest van de H. Geest. Het symbool van de H. Geest is een duif.

De Heilige Geest door Olivia (9 jaar)

– Wie is nu de heilige Geest?
De Heilige Geest, dat is God. Je kan Hem niet zien, maar wel van binnen voelen.
Weten jullie wat de Heilige Geest doet?

Hij maakt je blij.
Hij zorgt dat je van papa en mama houdt en van je broertjes en zusjes en de leerlingen op school en van nog veel meer mensen.
De heilige Geest helpt je ook om aardig te zijn tegen onaardige mensen.
De heilige Geest maakt bange mensen dapper.
Hij helpt ons te geloven wat Jezus heeft geleerd.
Hij helpt ons om aan God te denken en om samen te bidden.

De Heilige Geest is een soort vuur.
Een vuur dat bij ons van binnen zit.
Hij maakt je vurig van binnen.
Vurig in je hart.

Pinksteren is het feest van de Heilige Geest. Het feest van vuur.
Daarom is rood de kleur van Pinksteren.

Nu snappen jullie dat we vandaag in de kerk rode bloemen hebben, rode kaarsen en rode klederen rond het altaar.
We zingen straks over vuur.

Pinksteren door Jasper (9 jaar)

Uitleg over niet zichtbaar zijn en toch bestaan

– Eventueel ook nog: Je kan de H. Geest niet zien: is Hij dan wel echt?
Grote plaat van theepot laten zien of een echte theepot:
Wat is dat?
Is de theepot met thee warm of koud?
Warm.
Kan je dat zien?
Nee, maar je kan het wel voelen.

Vraag: Als je in de wind loopt: Voel je de wind dan?
Ja.
Kan je de wind zien?
Nee, maar je kan hem wel voelen langs je wang of door je haren.

Vraag: Vinden jullie pappa en mamma lief?
Ja
Kan je dat zien van buiten?
Nee, maar je kan het wel van binnen voelen.

Er is dus veel wat je niet kunt zien, maar dat toch echt bestaat.
God kun je niet zien, en toch bestaat Hij.

Soms zeggen mensen: “Je kan God niet zien, bewijs maar eens dat Hij bestaat.”
Kunnen wij dat bewijzen?
Ja. Ons Godsbewijs is de liefde voor elkaar.

De apostel Johannes zegt hierover:
“Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden” (Johannes 14, 18).

Dus ook al kan je God niet zien.
We hebben toch een bewijs van Gods bestaan.
Ons Godsbewijs is de liefde voor elkaar.

Dit zegt Sint Jan: ‘Jouw leven moet zijn als een mooie snelweg waarmee je rechtstreeks naar Gods koninkrijk kan gaan. Geen steile heuvels meer, geen lastige kuilen of diepe dalen, geen kronkelige bochten of slecht asfalt. Nee, maak van je leven een mooie weg, recht naar God toe. Zo moet het worden, ja, alle mensen zullen zien dat God ons gaat redden’.

Uit het gezinsboek Advent en Kerst van pastoor Hagen, blz. 40.

Maak van je leven een weg recht naar God! Foto www.vanbergeijk.com

Back To Top