Ga naar hoofdinhoud

4 oktober is het feest van Sint Franciscus. St Franciscus is een grote heilige. Op zijn feestdag is het ook dierendag. “Toevallig”, zou je zeggen, “twee feesten op 1 dag”. Maar het is geen toeval. Het is op 4 oktober dierendag juist omdat dit de feestdag is van Sint Franciscus. Hij hield erg veel van dieren. Daarom hebben ze van zijn feestdag ook maar dierendag gemaakt. Onze Paus heeft ook gekozen voor de naam Franciscus. Hij ziet Franciscus als een groot voorbeeld. Wie is Franciscus eigenlijk en wat heeft hij gedaan?

Van rijke jongeman naar…

Franciscus is een jongeman die in de middeleeuwen leeft. Hij woont in de stad Assisi en daarom noemen ze hem ook Franciscus van Assisi. Hij heeft een heel rijke vader. Franciscus wil ridder te worden, met mooie kleren en een mooi harnas en dan maar vechten. Dat lijkt heel leuk, maar als Franciscus voor het eerst als ridder moet vechten ontdekt hij hoe stom het is: slaan, schieten en doodmaken. Hij vindt er niets meer aan. Hij gaat op zoek om iets beters van zijn leven te maken.

Hij zoekt en hij zoekt en op een keer komt hij in een kerk. Terwijl hij daar zit hoort hij ineens een stem, die zei: “Franciscus, Franciscus, jij moet iets beters gaan doen met je leven. Jij moet de kerk van Jezus gaan herstellen”. Franciscus kijkt om zich heen, maar er is niemand. “Ha”, denkt hij, dat is zeker de pastoor die achter een pilaar zit. Maar nee, geen pastoor te bekennen. Dan hoort hij het weer, dezelfde stem en dezelfde boodschap. De stem komt van het kruisbeeld dat boven het altaar hangt. Hij snapt dat de opdracht van Jezus zelf komt.

Maar wat betekent die opdracht? Hij kijkt om zich heen en ziet dat het dak van de kerk kapot is en dat de verf van de muren afbladdert. Direct rent hij naar de winkel, koopt verf en dakpannen en gaat aan de slag. Echt opschieten doet het niet, alleen aan het werk in zo’n grote kerk.

Na een paar dagen komt de vader van Franciscus een kijkje nemen. Want die krijgt thuis steeds maar rekeningen voor hout en voor verf . Als zijn vader ziet wat Franciscus aan het doen is wordt hij ontzettend boos. Hij vindt het grote onzin, dat van die opdracht van Jezus en neemt Franciscus direct mee naar huis. Eenmaal thuis zit Franciscus te treuren dat het hem niet lukt om te doen wat Jezus tegen hem heeft gezegd. Hij is heel bedroefd, maar hij heeft ook tijd om na te denken. Hij denkt: “Misschien bedoelt Jezus wel niet dat ik het dak van de kerk moet repareren, maar dat ik de mensen moet laten zien wat Jezus nou eigenlijk van ze wil.”

Maar wat wil Jezus nou eigenlijk van mensen? Wie weet het?
(…)
Jezus wil is dat wij van God en van elkaar houden en goed voor elkaar zijn.

‘Ik ga proberen om mensen te laten zien hoe dat moet’ zegt Franciscus en hij loopt de stad uit. Buiten de poort van de stad gekomen ziet Franciscus een arme zieke man. Die man is melaats. Dat is een heel erg besmettelijke ziekte. Als je dicht bij komt kan je zelf ook melaats worden. Daarom wil niemand meer iets met deze melaatse te maken hebben en vooral ver bij hem uit de buurt blijven. En wat doet Franciscus? Hij gaat juist wel naar de man toe, geeft hem al zijn geld en omhelst hem zelfs.

Als zijn vader dat hoort denkt hij: “Mijn zoon is gek geworden”. Hij neemt Franciscus weer mee naar huis en sluit hem op. Franciscus laat zich daardoor niet van de wijs brengen. Hij klimt op het dak van het huis en roept alle arme mensen van de stad bij elkaar. Hij heeft geen geld meer , daarom gooit hij al zijn kleren vanaf het dak naar beneden. “Voor jullie” zegt hij, “Ik ga voortaan alles met jullie delen”. Zijn vader wordt weer boos, woedend om precies te zijn. Hij stuurt Franciscus het huis uit en verbiedt hem om nog ooit in de stad terug te komen.

Franciscus leeft nu van geld dat goede mensen aan hem geven. Het meeste van dat geld geeft hij weg aan de armen. Het kost veel moeite en pijn, maar veel mensen zien dat wat hij doet goed is en precies wat Jezus wil. Hij heeft alleen nog maar zo’n bruine pij aan en die zit nog vol gaten. De volgelingen van Franciscus, die heten Franciscanen, dragen daarom nog steeds zo’n bruine pij.

Sint Francisus & de dieren

Maar hoe zit dat nu met Franciscus en de dieren? Hij is een echte dierenvriend. Franciscus houdt niet alleen van dieren, hij praat er ook mee en de dieren luisteren naar hem. Vaak, als hij aan het bidden is, komen van heinde en verre allemaal vogels om hem heen zitten. En ze kwetteren en ze tsjirpen alsof ze willen zeggen: “Wij zijn hier en wij bidden met je mee”. Na een tijdje zegt Franciscus dan: ‘Stttt Dank je wel lieve vogels, maar nu moeten jullie even stil zijn, terwijl mijn vrienden en ik bidden, dan bidden we straks weer allemaal samen’ En dan wordt het doodstil, tot Franciscus een teken geeft en dan barst van alle kanten het gezang van de vogels weer los.

Sint Francisus & de wolf

De mensen hebben veel last van een grote hongerige wolf. Maar die wolf heeft ook last van de mensen, die proberen hem steeds te slaan en weg te pesten. Franciscus kan met dieren omgaan én hij is niet bang. Hij praat eerst met de boze wolf en toen met de boze mensen en tenslotte zegt hij: “Ik denk dat het beter is als jullie vrede sluiten”. Dan steekt de wolf als eerste zijn poot uit en de mensen leggen hun wapens neer. Ze praten met elkaar en het blijkt dat er genoeg eten is voor de mensen en voor de wolf. Vanaf die dag af leven de mensen en de wolf in vrede. Dat is een wonder, nietwaar? Een wonder, ja, dat was het hoe Franciscus altijd vrede wist te maken.

Waarom heilig?

Sint Franciscus probeert in zijn leven echt te doen wat Jezus van hem wil. Hij is heilig, omdat hij in alles wat hij deed steeds meer op Jezus ging lijken.

De nalatenschap van Sint Franciscus

Maar Franciscus heeft ons nog drie dingen nagelaten waar we heel blij mee kunnen zijn.

Ten eerste heeft hij ons een heleboel mensen nagelaten – een orde noemen ze dat – die net doen zoals hij en die ook vinden dat geld en mooie kleren minder belangrijk zijn dan delen en vrede stichten. Die mensen heten naar hem Franciscanen en als je ze tegen komt zeggen ze altijd: ‘Vrede voor jou’ Hoe vind je dat?

Het tweede heeft met Kerstmis te maken. Dan hebben veel mensen een Kerststal met Jozef, Maria en het kindje Jezus, de herders, de drie koningen en de dieren. Het idee om dat te doen komt van Franciscus. Wat een goed idee hé?

Franciscus hield veel van God en hij kon goed bidden. Een bekend gebed dat hij heeft gemaakt heet het Zonnelied. Een ander heet het Gebed van de vrede. We hebben daar een kinderversie van gemaakt. Bidden jullie mee?

KvdP, september 2012.
De catechese was op woensdag 17 oktober 2012 om 18.30 uur en op woensdag 17 april 2013 om 18.30 uur te beluisteren op Radio Maria (675 AM) in het dagelijkse kinderprogramma ‘Dag God, met mij!

Kindergebed van de vrede van Franciscus

Heer, maak mij een vriend van de vrede
Waar ruzie is, laat mij het goed maken
Waar gegild wordt, laat mij rust geven
Waar bangheid is laat mij hoop brengen
Waar niemand wil delen, laat mij maar delen
Waar het donker is, laat mij licht maken
Waar tranen zijn, laat mij lachen brengen
Waar mensen een hekel hebben aan elkaar,
laat mij ze de liefde voordoen.

Want het is beter te geven dan te pakken,
Beter te delen met elkaar, dan verdeeld te zijn,
Beter te prijzen dan geprezen te worden

Amen.

Back To Top