Ga naar hoofdinhoud

Intro

In een eerdere catechese vertelden wij over Maria. Weten jullie nog welke verhalen we hebben verteld?

(….)

Dat waren allemaal verhalen uit de kindertijd van Jezus en zelfs nog van de tijd voordat Jezus werd geboren. Vandaag gaan we verder in de tijd; de tijd dat Jezus een volwassen man was. We doen het net als de vorige keer. We lezen uit het Evangelie en praten na. Helemaal aan het einde vertellen we ook nog iets over Maria in Lourdes en over de rozenkrans. Laten we maar snel beginnen.

I. Evangelie: Bruiloft van Kana

Jezus is volwassen en Hij is samen met zijn leerlingen en zijn moeder Maria op een bruiloft. Een bruiloft in Kana. We hebben dit verhaal eerder verteld. We vertellen het nog eens, een korte versie en we letten speciaal op Maria:

Maria is op een bruiloft en Jezus is er ook.
Maar wat gebeurt er? De wijn raakt op.
Maria gaat naar Jezus, ze zegt: ‘Ze hebben geen wijn meer’.
Maar Jezus doet alsof het niet belangrijk is. Hij zegt: ‘Dat gaat ons toch niet aan? Dit is niet het goede moment’.
Maria zegt tegen de bedienden: ‘Doe precies wat Hij je zal zeggen’.

In de feestzaal stonden 6 stenen kruiken, grote kruiken waar wel 100 liter in kan.
Jezus wijst op de 6 kruiken en zegt: ‘Doe die kruiken daar vol water’ .
De bedienden doen wat Jezus zegt en ze vullen de kruiken helemaal met water.
Nu zegt Jezus: ‘Laat de tafelmeester ervan proeven.’
De tafelmeester proefde en het water was wijn geworden.

***

Er is een groot probleem op de bruiloft; de wijn is op. Maria ziet dat en wil helpen.
Hoe komt het dat Maria het ziet?
(…)
Maria was al op de bruiloft. Eerder dan Jezus er was. Ze hield een oogje in het zeil. En zo is Maria ook. Maria let op of het goed met de mensen gaat. Ze let op en zo merkte ze dat de wijn op raakte

Dat is belangrijk; Maria wil ook zo bij ons zijn. Ze heeft oog voor ons. Ze wil van ons weten als er problemen zijn. Dat is al goed om te weten; dat Maria wil helpen als er een probleem is. Ze wil ons ook helpen met onze problemen. En we kunnen haar altijd om hulp vragen.

Maar er is nog iets anders belangrijks aan dit verhaal.
Hoe helpt Maria?
(…)
Ze helpt door naar Jezus te gaan. En ze zegt iets heel belangrijk. Ze zegt: ‘Doe precies wat Hij je zal zeggen’. Ze weet dan nog niet precies wat Jezus van plan is, maar ze vertrouwt wel helemaal op Jezus. Alles wat Jezus doet is goed, dat weet ze zeker. Daarom zegt ze dat: ‘Doe precies wat Hij je zal zeggen’.

En weet je wat? Maria zegt hetzelfde ook tegen ons: ‘Doe wat Jezus je leert, dan komt alles weer goed ’. Dan wordt het leven nog mooier dan een feest, net als toen met de allerbeste wijn.

Laten we dus goed onthouden: wij kunnen altijd naar Maria toe met een gebedje of met een kaarsje en zij brengt ons altijd weer terug bij Jezus. Dat is waar het Maria om gaat. Ze wil de mensen bij Jezus brengen. En Jezus brengt de mensen weer bij God de Vader en zo is de cirkel rond.

II. Evangelie: Onder het kruis

We komen bij het volgende verhaal. Een verhaal dat zich afspeelt op een droevig moment. Jezus hangt aan het kruis. Hij is dan ongeveer 33 jaar of iets ouder:

Maria, de moeder van Jezus, staat bij het kruis.
Het is heel moeilijk voor haar om haar zoon zo te zien lijden.
Maria is niet alleen. Er is ook een leerling van Jezus bij; Johannes en nog drie andere vrouwen.
Jezus ziet zijn moeder, en bij haar de leerling Johannes.
Dan zegt Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, dat is je zoon.’
Tegen Johannes zegt hij: ‘Dat is je moeder.’

***

Dit is een moeilijk moment, voor Jezus, want Hij gaat dood. En voor Maria, want ze ziet haar zoon dood gaan.
Het is eigenlijk een beetje gek wat hier gebeurd. Wij denken dat als Jezus sterft, Hij alleen denkt aan pijn, verdriet, aan dood gaan. Maar nee, dat is niet zo. Hij kijkt ook nog naar zijn moeder en Hij kijkt naar zijn leerling Johannes.

Jezus wil dat Johannes voor Maria zorgt. Maria is weduwe en heeft alleen Jezus. Hij wil ook dat Maria voor Johannes zorgt.

En zit nog meer in
Wij zijn ook leerlingen van Jezus. Of we nu groot zijn of klein, pappa of mamma, priester of non of Paus, meester of juf, we zijn kinderen van God en wij zijn broeders en zusters van elkaar
Door dit verhaal denken wij: als Maria de moeder van Johannes is dan is zij ook onze moeder. We mogen Maria dus zien als onze moeder in de hemel. We kunnen haar alles vertellen en vragen. Als je dus een kaarsje opsteekt mag je echt zeggen: “Maria u bent onze moeder in de hemel en ik vind het fijn om even bij u te komen.”

III. Dood van Maria en verschijning van Maria in Lourdes in 1858

Net als alle mensen is ook Maria dood gegaan. Er is alleen een belangrijk verschil. God heeft haar rechtstreeks naar de hemel laten gaan met ziel en lichaam.
Het bijzondere is dus dat ook haar lichaam naar de hemel is gegaan.
Bij andere mensen blijft het lichaam op aarde en gaat alleen de ziel naar de hemel.
Maria is zo heilig, dat ook haar lichaam in de hemel is.
In de hemel is Maria de koningin van alle engelen en heiligen.

Na haar dood is Maria op aarde een aantal keer verschenen. Lourdes is een plaatsje in Frankrijk aan de voet van de Pyreneeën. Het is een belangrijke bedevaart plaats voor Maria. De plek is bijzonder omdat Maria daar 1858 is verschenen aan de Heilige Bernadette Soubirous. Luister maar naar het verhaal van Bernadette:

de H. Bernadette in de kathedraal van cambrai (Fr.). Foto MdM.

Bernadette is 14 jaar.
Op een dag gaat ze met haar zus Marie en een vriend naar een riviertje om hout voor de haard te verzamelen.
Als Marie en haar vriend het riviertje oversteken om aan de overkant van de rivier verder te zoeken, blijft Bernadette aan de kant staan.
Zij aarzelt om over te steken, omdat ze astma heeft. Ze wil niet ziek worden.
Ze zoekt daarom alleen verder.
Dan hoort ze een geluid als van een opstekende storm. Het geluid komt van de grot. Die grot heet ‘Massabielle’.
Bernadette gaat de grot binnen.
In de grot ziet ze een jonge vrouw. Het is een mooie vrouw, een dame, gekleed in het wit met een blauwe ceintuur. Op allebei haar voeten heeft ze een gele roos.
De vrouw glimlacht naar Bernadette en wenkt haar om dichterbij te komen.
Bernadette is niet bang en valt op haar knieën om de rozenkrans te bidden.
Zij bidden samen.
Na de gebeden verdwijnt de vrouw langzaam.
De vrouw komt 17 keer terug. Bernadette ziet haar dus in totaal 18 keer.
De vrouw zegt dat Bernadette een gat in de grond moet graven. Dat doet Bernadette.
Het gat wordt een bron. Maria belooft dat het een heilzame bron is voor allen die het water gebruiken.
Maria vraagt Bernadette ook om aan de pastoor te vragen een kapel te bouwen.
De pastoor denkt dat Bernadette dit heeft verzonnen. Hij zegt dat ze moet vragen wie de vrouw is.
Dat doet Bernadette. De vrouw antwoordt: ‘Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis’. Nu gelooft de pastoor Bernadette.

***

Die vrouw was dus Maria. Bernadette zag Marie en Maria sprak met haar.
Ze vroeg om een kapel en die is er gekomen. Het is zelfs een grote kerk. Elke dag komen er veel mensen naar Lourdes om te bidden. Ook veel zieke mensen komen er om beter te worden. Het is heel bijzonder daar in Lourdes.

Maria is in Lourdes en ook op andere plaatsen echt verschenen. Omdat God het nodig vond voor ons mensen. Verder is Maria dagelijks op allerlei manieren bij ons. Bijvoorbeeld als wij bidden bij een beeldje van Maria of een kaarsje opsteken. Ze kan je ook gedachten geven. Soms kan je wel eens een gedachte hebben, dan denk je: “Die gedachte komt van Maria”. In het begin weet je het niet precies, dat moet je leren.
Als ze boodschap heeft voor veel mensen, kan ze niet alleen gedachte geven maar ook verschijnen.

Maria zei tegen Bernadette: ‘Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis’.
Wat betekent dat?
(…)
De zonde van Adam die als een erfenis over alle mensen door gaat, heeft Maria niet gehad. Er is nooit iets tussen Maria en God gekomen, dat wat wij zonde noemen, daar heeft ze nooit last van gehad.

IV. De rozenkrans

Als we aan Maria denken dan denken we ook aan het bidden van de rozenkrans. Weten jullie wat dat is een rozenkrans?
(…)

Je kunt de rozenkrans op verschillende manieren bidden. Heel eenvoudig door bij de grote kralen het Onze Vader te bidden en bij de kleine kraaltjes een Wees Gegroet. Wij thuis doen het vaak zo en de kinderen mogen om de beurt per Wees Gegroet of per 10 Wees Gegroetjes zeggen voor wie die is. Voor een ziek kind, kinderen in oorlog, voor opa of oma, voor de juf en ook wel eens voor de pastoor.

Bij het bidden van de rozenkrans kan je ook verhalen uit het leven van Jezus vertellen en daar over nadenken. Die verhalen noemen we geheimen. Er zijn vier soorten geheimen: De blijde geheimen, de droevige geheimen, de glorievolle geheimen en de geheimen van het licht. Als je het precies wilt weten kan je op het internet kijken op de website www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl daar leggen ze het heel goed uit!

Zullen we vandaag afsluiten door samen het Weesgegroet te bidden?

Wees gegroet, Maria

Wees gegroet, Maria, vol van genade,
de Heer is met U,
gij zijt de gezegende onder de vrouwen,
en gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
bid voor ons, zondaars,
nu en in het uur van onze dood.
Amen.

Dit was het. We weten nu al veel over Maria. Maar het best leren we haar kennen als we zelf tot haar bidden of een kaarsje bij haar opsteken.

Deze catechese was te beluisteren op Radio Maria (675 AM) op woensdag 13.11.2013 om 18.30 uur in het programma “Dag God met ons”

Back To Top