Ga naar hoofdinhoud

Evangelie

Marcus 7,31-37

Jezus was op reis. Hij vertrok uit de streek van Tyrus en hij ging via Sidon naar het meer van Galilea. Dit meer ligt midden in de streek van Dekápolis.
Toen hij daar was aangekomen, brachten de mensen een doofstomme man bij Hem. Een doofstomme is iemand die niet kan horen en niet kan praten. De mensen smeekten Jezus om zijn hand op het hoofd van de doofstomme te leggen. Dit heet ook hand opleggen’.

Jezus nam de doofstomme man apart. Hij ging samen met de man een eindje verderop staan, weg van de kring van alle andere mensen. Toen ze alleen stonden, stak Jezus zijn vingers in de oren van de doofstomme man. Hij raakte ook de tong van de man met speeksel aan. Toen keek Jezus naar de hemel, zuchtte en sprak tot de man: “Effeta”.
“Effeta” betekent: ‘Ga open’. Meteen gingen de oren van de man open, en werd de band van zijn tong losgemaakt. De man kon daardoor weer spreken en de hij sprak goed. Zodat iedereen hem kon verstaan.

Jezus zei tegen de man en alle andere mensen: “Jullie mogen dit aan niemand vertellen, echt aan niemand” Maar hoe sterker hij dit verbood, des te meer vertelden de mensen het. Ze waren buiten zichzelf van verbazing. Ze riepen uit: “Hij doet goed aan iedereen, Hij laat doven horen en stommen spreken.”
Een doofstomme is iemand die doof is, die dus niet kan horen. En tegelijk stom, dat betekent dat je niet kan spreken. Stel je eens voor: Niet kunnen horen en niet kunnen praten. Dat betekent dat je bijna geen contact kan hebben met de mensen om je heen. Je kunt niet horen wat ze zeggen en je kunt ook zelf niks vertellen. Dat kan best moeilijk en eenzaam zijn.

Jezus neemt de doofstomme man apart. Hij gaat een eindje van de andere mensen af staan. De man is dus alleen met Jezus. Waarom zou Jezus de man apart nemen?
(…)
Jezus doet dit om ervoor te zorgen dat de doofstomme zich op Jezus kan concentreren, zonder dat andere mensen hem afleiden. Dat kan wel eens belangrijk zijn hè? Even niet teveel mensen om je heen, zodat je zelf kan nadenken en je aandacht kan geven aan wat echt belangrijk is. In dit geval aan ‘Wie’ echt belangrijk is: Jezus

Het zal vast niet de eerste keer zijn dat de doofstomme man probeert beter te worden. Tot nu toe is het niemand gelukt, ook de doktoren konden de man niet helpen. Jezus kan het wel. In het Evangelie hebben we gehoord, dat Jezus voor de genezing naar de hemel kijkt. Hij heeft het dus niet alleen gedaan. Hij heeft het samen met God de Vader gedaan. Daarom lukt het Jezus wel om de man te genezen.

Nu is de man genezen. Heel belangrijk voor de man. Vooral omdat hij nu veel makkelijker contact kan hebben met de mensen om hem heen. Contact hebben met andere mensen is heel belangrijk. Samen ben je sterker dan alleen. Er bestaat een spreuk: ‘Alleen ben je sneller, maar samen kom je verder’ Dat is helemaal waar en samen kom je niet alleen verder, maar is het ook nog eens fijner.

Valt het jullie op dat Jezus de mensen verbiedt om te vertellen over de genezing? Ze krijgen een spreekverbod opgelegd. De arme man: kan hij net eindelijk praten, moet hij al weer zwijgen.

Waarom mogen de mensen niet praten over het wonder dat Jezus heeft gedaan?

Jezus wil niet dat de mensen alleen bij Hem komen om wonderbaarlijke genezingen te zien. Jezus wil de mensen vertellen over God de Vader. De wonderen die hij doet hebben ook nog een extra bedoeling, betekenis. Het zijn tekenen die ons iets kunnen leren.

Wat zou Jezus ons dan willen leren? De meeste van ons zijn niet doofstom en kunnen goed praten en luisteren. Toch wil Jezus ook ons iets zeggen. Wij zijn misschien wel niet echt doof, maar kunnen het soms toch wel zijn. Namelijk op al die momentjes dat wij God niet horen en niet naar hem luisteren.

Ik zal een voorbeeld geven. Stel je voor, iemand vraagt jou: “Zeg zullen we dat meisje daar verderop eens aan haar staartje trekken en haar gaan uitlachen?” Als je op zo’n moment goed zou luisteren naar God, dan zou je waarschijnlijk iets horen als: “dat zou je zelf ook niet fijn vinden, doe het maar niet” of “denk eraan om lief te zijn voor alle mensen om je heen, dus ook voor dat meisje”.

Het kan gebeuren dat je God op zo’n moment niet hoort hè? Soms vergeet je te luisteren. Soms lukt het niet om te luisteren, omdat het andere kind er misschien wel doorheen tettert: “Kom op nou joh, kom je nu mee, laten we aan dat staartje gaan trekken … Huphup” En dat je meedoet, om wat voor een reden dan ook en dat je daar later spijt van hebt. Op zo’n moment ben je zelf ook doof. Doof voor wat God tegen je zegt en van je vraagt. En dat komt natuurlijk vaker voor. Het kan best moeilijk zijn om God goed te horen: voor kinderen maar ook voor volwassenen. Toch kunnen we ons best doen om wel te luisteren naar God en ook te doen wat Hij van ons vraagt. We kunnen God hierbij om hulp vragen; bijvoorbeeld met het gebedje hieronder.

De catechesewas op woensdag 5 september 2012 om 18.30 uur te beluisteren op Radio Maria (675 AM) in het dagelijkse kinderprogramma ‘Dag God, met mij!’

Kindergebed om God beter te verstaan

Goede God,
We willen graag naar U luisteren
En doen wat U vraagt
Soms is dat moeilijk
Het lijkt dan wel of we doof zijn
Wilt U ons helpen
dat we U beter verstaan?
Amen.

MdM, juni 2012.

Back To Top