Ga naar hoofdinhoud

Intro

Ben jij gedoopt? (…) Ben je ook wel eens bij een doop geweest? (…) Bij een doopviering gebeurt best veel. De priester doet veel verschillende dingen. Vandaag gaan we het hebben over wat al die dingen bij een doop betekenen. We horen verder waarom dopen belangrijk is. We zullen ook lezen uit het Evangelie. Het verhaal dat gaat over de doop van Jezus. Ja: Jezus zelf is ook gedoopt. Weet één van jullie door wie Jezus is gedoopt?
(…)

Inderdaad door Johannes de Doper. Hij heet zo omdat hij Jezus heeft gedoopt. Johannes “de Doper” : degene die gedoopt heeft. Straks horen we meer. We gaan nu eerst praten over de doop van kinderen.

De doopviering

Iemand die gedoopt wordt heet een ‘dopeling’. Vaak draagt de dopeling een mooie witte jurk, ook jongensbaby’s; die jurk heet een doopkleed. Weet jij waarmee de priester doopt?
(…)
Inderdaad met water. Zal ik eens uitleggen waarom dopen met water gebeurt? Dat zit zo: zonder water is er geen leven. Het dopen met water is als teken van een nieuw leven, een ander leven, een leven met God. Als je bent gedoopt leef je niet meer alleen met de natuur, de aarde, de lucht, maar leef je ook van binnen met God. In het doopsel wordt de verbintenis met God, jouw vriendschap met God, echt.

Voor de doop wordt eerst het doopwater gezegend. Door het te zegenen zeggen we: God we geven het water aan U terug en we gebruiken het alleen voor dingen die met U te maken hebben. Bijvoorbeeld voor het maken van een kruisteken of om te dopen. Het water is zo weer van God en God verbindt er zijn zegen aan.

Misschien weten jullie nog dat met Pasen het doopwater wordt gezegend. Hebben jullie een idee waarom het opnieuw moet worden gezegend?
(…)

Het antwoord is eigenlijk eenvoudig. Als water lang in het doopvont staat wordt het vies. We willen kinderen natuurlijk niet in vies water dopen. Daarom wordt er steeds nieuw water in het doopvont gedaan en moet dat water opnieuw worden gezegend.

Als de priester gaat dopen met het water zegt hij eerst de namen van de dopeling en dan zegt hij : “Ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Komen die woorden je bekend voor?
(…)
Inderdaad van het kruisteken.

Bij de doop wrijft de priester ook Chrisma op het hoofd van de dopeling. Chrisma komt uit het Grieks en betekent ‘zalf’. Waar lijkt dat woord Chrisma op?
(…)
Inderdaad het lijkt op ‘Christus’. Christus betekent ‘gezalfde’. Door het doopsel wordt je Christen. Christen betekent dat je bij Jezus hoort. De zalving is daar het teken van.

De priester zegent niet alleen het doopwater, maar ook de dopeling zelf. Bij deze zegeningen worden de ogen, oren, mond en handen speciaal gezegend. De zegening van de ogen is om er voor te zorgen dat de ogen niet alleen de mooie natuur zien, maar ook dat ze zien dat God door de natuur werkt. De zegening van de oren is om er voor te zorgen dat ze niet alleen luisteren naar mensen en muziek maar ook naar wat God zegt. De zegening van de mond is om niet alleen mooie en goede woorden voor mensen te spreken, maar ook dat de dopeling leert bidden en tot God te praten. Door de zegening van de dopeling kan hij of zij echt kind van God zijn.

Waarom dopen?

Waarom is dopen nu zo belangrijk? God houdt toch van alle mensen?
(…)
God houdt inderdaad van alle mensen, en van alle kinderen al voordat ze zijn geboren. God kende je al voordat je werd geboren. Hij wist al wie je was en Hij hield al van je. En van het begin af aan zegt Hij: “Wil jij mijn kind zijn?” Als je nog heel klein bent kan je die vraag niet zelf beantwoorden. Daarom doen pappa en mamma dat bij je doop namens jou: “Ja we willen graag dat onze zoon of dochter uw kind is”.

Dopen is dus belangrijk omdat je daarmee God antwoord geeft als Hij vraagt: “Ik hou van jou, wil jij mijn kind zijn?”

Zeggen jullie wel eens: “God ik hou van U?”
(…)
Misschien niet hè?  Toch mag je dat best eens zeggen als je bidt: God ik hou van U. Dat vindt God fijn. Net als wij het fijn vinden als iemand, bijvoorbeeld pappa of mamma, zegt: “Ik hou van jou”.

De doop van Jezus

We hebben veel gehoord over de doop van kinderen en ook wat het betekent. We gaan nu lezen uit het Evangelie. Het verhaal van de doop van Jezus.

Marcus 1, 7-11 (vrij uit: het gezinsboek ‘Ons Dagelijks Brood – Kerst- en Adventtijd’ van pastoor Hagen, pagina 124).
Jezus gaat naar Johannes de Doper. Jezus wil door Johannes gedoopt worden. God, zijn Vader,  vindt dat nodig en dat weet Jezus. Johannes draagt geen zachte kleren. Zijn jas is van ruw kamelenhaar. Hij heeft een leren gordel om zijn middel, een soort ceintuur. Hij eet sprinkhanen en wilde honing. Meer heeft hij niet nodig om te leven. Johannes heeft al veel mensen gedoopt. Hij zegt tegen de mensen: “Na mij komt iemand die krachtiger is dan ik; ik ben het niet waard om zijn dienaar te zijn, niet eens om mij te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar Hij zal jullie dopen in heilige Geest.
Nu komt Jezus naar hem toe. Jezus gaat net als de andere mensen het water in, de rivier de Jordaan en Johannes doopt hem. Meteen als Jezus uit het water komt, ziet Hij de hemel openbreken en de Geest als een duif op zich neerkomen. Er klinkt een stem uit de hemel die zegt: “Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie ik Vreugde vind”.

Na de doop van Jezus klinkt er dus een stem die zegt: “Jij bent mijn Zoon. Ik ben blij met jou.” Van wie zou die stem zijn denken jullie?
(…)
Inderdaad het is God de Vader zelf die zegt dat Jezus zijn eigen zoon is. Jezus is op een heel bijzondere manier de zoon van God. Want Jezus zelf is God. Ook wij zijn door ons doopsel kinderen van God. Door het doopsel kan God zeggen: “Nu ben jij helemaal mijn kind”. En dan kan jij zeggen: “Nu bent u helemaal mijn hemelse Vader”.  En net als met Jezus is God ook blij met jou: Jij bent het kind van God en God is blij met jou.

En dat is heel fijn om te weten, want God is er aan het begin dat alles bestond en God is er aan het einde en God is er altijd. Ook als ons leven op aarde eindigt, als je heel oud bent hopen we, dan is God er nog altijd. Dus het is heel fijn om te weten dat God er is, dat hij van jou houdt en dat jij zijn kind bent. Onthoudt het maar goed. Weet je wanneer een speciaal moment is om daar even aan te denken?
(…)
Als je naar de kerk gaat en je komt binnen, wat is dan het eerste wat je doet?
(…)
Inderdaad je maakt een kruisteken met wijwater. Wijwater is doopwater. Als je daarmee een kruisteken maakt kan je terug te denken aan het moment dat jij werd gedoopt. Je kan dan denken: Ik ben gedoopt in de naam van de Vader, en de Zoon en de heilige Geest. Ik hoor bij God. Ik hoor bij de Vader, en de Zoon en de heilige Geest

Kindergebed H. Doopsel

Goede Vader in de hemel
Dank U dat ik uw kind mag zijn
net als Jezus
Dank U dat ik U ken
En dat ik door mijn doopsel voor altijd bij U hoor
Dat vind ik fijn
Ik wil U daarom ook vragen
Om ouders te helpen om hun kinderen te laten dopen
Ik bid ook voor alle kinderen die niet zijn gedoopt
Wilt U hen extra helpen, zodat zij U leren kennen?
Amen

Oktober 2012, MdM
De catechese was op woensdag 31 oktober 2012 om 18.30 uur te beluisteren op Radio Maria (675 AM) in het dagelijkse kinderprogramma ‘Dag God, met mij!

Back To Top