Ga naar hoofdinhoud

Er waren eens twee broers die naar een nieuw land trokken. Daar aangekomen werden ze bij de koning gebracht. Hij zei: “Mensen mogen hier twintig jaar wonen, dan volgt een test of ze mogen blijven. Maar wie meer dan een maand in de gevangenis heeft gezeten verspeelt zijn recht om te kunnen blijven.” “Mooi”, zeiden de broers, “wij gaan akkoord”. “Let op”, zei de koning, “het tweede is dat u onze wetten moet respecteren.” Natuurlijk,” zeiden de broers, “geef ons maar uw wetboek.”

“Welnu”, zei de koning, “dit is belangrijk: Wij hebben twee wetboeken”. Hij nam een groot dik boek: “Dit is het ene boek. Alles is beschreven; waar mensen recht op hebt en ook wanneer iemand wel of niet moet betalen. Met dit wetboek kunt u de politie erbij halen als uw buurman overlast bezorgt en u kunt zelfs de koning voor het gerecht dagen. Het heet ‘Boek van wet en gerechtigheid, van oordelen en veroordelen’.” “Het tweede boek, en nu nam hij een dun boekje erbij, heet het ‘Boek van barmhartigheid’, er staan maar een paar woorden in.”

De oudste broer wilde graag het ‘Boek van wet en gerechtigheid, van oordelen en veroordelen’, dan wist hij precies waar hij aan toe was, kon hij zich verdedigen en had hij allerlei rechten. De jongste broer twijfelde. Hij vroeg zich af of hij die wetten wel zou kunnen leren. Bovendien, als je ruzie met je buurman hebt, los je dat niet op door een rechtszaak. Hij koos voor het ‘Boekje van barmhartigheid’. Thuis gekomen begon hij er in te lezen. Er stonden zinnen in als: “Oordeel niet en ge zult niet veroordeeld worden. Wees barmhartig zoals uw hemelse Vader barmhartig is. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Wat gij wilt dan anderen voor u doen, doe dat ook voor hen. Vergeef elkaar, zoals uw hemelse Vader u vergeeft, dan zult ge kinderen van de Allerhoogste worden genoemd. Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. Bemint elkander met hartelijkheid. Werk mee en leef gelovig, van harte en niet uit dwang.”

De beide broers gaan aan de slag, ze verliezen elkaar uit het oog en maken van alles mee. De oudste heeft een groot bedrijf opgebouwd, maar toen het slechter ging, begon hij met de belasting te knoeien. Hij werd gepakt en moest 32 dagen de gevangenis in. De jongste werkte in het ziekenhuis. Hij had al een paar keer iemand kunnen redden, maar toen hij eens teveel had gedronken, en toch achter het stuur kroop, veroorzaakte hij een grote aanrijding. Ook hij kreeg 32 dagen gevangenis.

Na 20 jaar komen beiden terug bij de koning. De officier van justitie leest voor wat ze gedaan hebben. Aan het einde zegt de koning: “Mijn oordeel is kort. De jongste mag blijven. De oudste moet vertrekken”. “Maar hoe kan dat nu?” zegt de oudste. “We hebben allebei 32 dagen gevangen gezeten. Dan moet hij ook weg.” Daarop antwoordt de koning: “Met de wet die u hebt gekozen, en ook in het leven hebt gehanteerd, wordt u ook geoordeeld. U hebt in uw leven het ‘Boek van wet en gerechtigheid’ gekozen. Uw broer heeft in zijn leven het ‘Boek van barmhartigheid’ gekozen. Hij wordt met barmhartigheid geoordeeld. Hij mag blijven, want de barmhartigheid overwint het oordeel.”

Pastoor Michel Hagen

Back To Top