Ga naar hoofdinhoud

Komende zondag zien we ongeloof in plaats van geloof. Jezus komt in zijn geboortestad in de kring van familie en vrienden. Dan zeggen ze: “Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jacobus en Judas en Simon? En wonen zijn zusters niet hier bij ons?” (Marcus 6, 1-6).

De boodschap van Jezus is: “Leer van Mij hoe je Kind van God bent, laat je door mij optillen, naar een hoger plan brengen, volg Mij als gids en leidsman, Ik breng je bij de Vader.” Maar in Nazareth is weinig geloof, in plaats van met Hem mee te doen duwen ze Hem omlaag; “Wie denkt Hij wel dat Hij is”.

Hoe gaat dat nu bij onszelf? Wij mensen gedragen ons snel superieur en steken de ander niet graag een pluim op de hoed. Net zoals daar in Nazareth. Het heeft ermee te maken dat we de naaste al te snel als tegenstander zien en niet snel applaudisseren. De houding van Jezus is precies omgekeerd. Hij staat oorspronkelijk ver boven ons, in heiligheid, echtheid, zuiverheid, trouw. Hij daalt af naar ons niveau, om ons op te tillen naar zijn niveau. Maar wat deden en doen de mensen dan met Hem? Ze halen Hem neer, laten hem zijn kruisweg lopen en vervolgens ….., heffen zij Hem aan het kruis omhoog, zonder het te beseffen tillen ze Hem op, waarmee Hij een teken wordt voor heel de wereld.

Jezus kon daar in Nazareth geen enkel wonder doen, hij genas een enkele zieke, stond verwonderd over hun ongeloof en trok verder naar de dorpen in de omtrek. Zien wij elkaar louter als dorpsgenoten, bekenden, klasgenoten, leden van een sportclub? Of kunnen wij anders kijken? Hoe zou het zijn wanneer we onze naaste zien met de ogen van Jezus in plaats van hen te zien als tegenstander of concurrent?

Wij kunnen de mensen om ons heen zien als Gods kinderen. We kunnen zelfs in hun woorden Gods woord horen klinken en in hun daden Gods goedheid zien. Wij kunnen zien hoe God hen ziet, en hoe Hij hen en ons bedoeld heeft. Als we dat doen, dan tillen we mensen op naar God en drukken we elkaar niet terug naar de aarde. Dan kan zo’n uitspraak in Nazareth ineens heel anders klinken: “Zijn zij geen broers en zussen van Jezus?” Hij nodigt ook ons uit om zijn broers en zussen te zijn, zo goed als Hij, zo goed als God. Het begint met geloof.

Plebaan Michel Hagen

Back To Top