Ga naar hoofdinhoud

Het Evangelie van komende zondag (Marcus 4, 35-41), gebruik ik wel eens bij de ziekenzalving van een stervende. “Op een dag tegen het vallen van de avond sprak Jezus tot zijn leerlingen: ‘Laten we oversteken’.” Het was bij het vallen van de avond. Dikwijls is voor degene die de zalving ontvangt inderdaad de levensavond reeds gevallen. Dan gaat “Laten we oversteken” ineens heel anders klinken. Een stervende mens staat vlak voor de grote oversteek.

Dit Evangelie heeft dan ook alles met leven en dood te maken. Het beeld van een kwetsbaar bootje en een storm die alles overhoop gooit, is een passend beeld voor ons leven. In het Evangelie wordt de storm zo hevig dat de stoere vissers beginnen te vrezen voor schipbreuk. Zo kan het ook in ons leven soms stormen; in je huwelijk of in je bedrijf, op school en in de maatschappij. Het kan ook stormen in je geloof, in je gezondheid en in je gevoel. Vaak zijn er wel reddingsboeien, maar op een goed moment beseffen we dat we die éne reddingsboei nodig hebben: God Zelf.

Dat is wat de leerlingen daar in de boot meemaken. Ze kennen Jezus nog onvoldoende, daarom duurt het even voordat ze Hem wakker maken. Ze vragen: “Meester, raakt het U niet dat wij vergaan?” Met andere woorden: “Bent U niet bang voor de dood?” Ze beseffen niet dat ze het Leven Zelf aan boord hebben. Ze beseffen ook niet dat als Jezus je uitnodigt om op weg te gaan, Hij met je meegaat en dat Hij Zelf de reddingsboei is die je veilig naar de overkant brengt. Jezus weet dat de storm Hem niet kan tegenhouden, want Hij is op weg met de Vader.

Ieder mens zal die grote en laatste oversteek eens maken; de oversteek die gaat van deze kant van het bestaan naar Gods kant. Wanneer die grote oversteek dichterbij komt, kan het ook gaan stormen in ons hart; we kunnen gaan twijfelen, we kunnen bang worden, we kunnen boos of verdrietig worden of spijt krijgen vanwege de gemiste kansen. Wie echter de stormen in dit leven steeds samen met Jezus heeft doorstaan, die zal met een geruster hart ook die laatste oversteek tegemoet zien. Want zoals Hij tijdens je leven bij je is gebleven, zo is Hij er ook aan het einde. Zo mag bij de ziekenzalving de storm gaan liggen; zo mag de ziekencommunie een echt viaticum worden, voedsel voor onderweg, in het vertrouwen dat Hij ons veilig naar de overkant brengt.

Plebaan Michel Hagen

Back To Top