Waarom legt Jezus zo’n nadruk op de vergeving? Deze zondag de overtreffende trap: “Neen, zeg Ik u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal” (Matteüs 18, 21-35).
Vergeving komt dikwijls voor in het Evangelie. Het hoogtepunt ervan vinden we op twee momenten die feitelijk één zijn. Het eerste moment is tijdens het laatste avondmaal: “Neemt en drinkt hier allen uit, want dit is de kelk van mijn Bloed, van het Nieuwe Altijddurende Verbond, dat voor u en voor velen wordt vergoten tot vergeving van de zonden”. Dit moment wordt zichtbaar en hoorbaar in de werkelijkheid van Goede vrijdag, als Jezus aan het kruis bidt (Lucas 23, 34a): “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”.
Vergeving is de kern waar Jezus ons toe oproept. Vergeving is enorm belangrijk, omdat er zoveel omstandigheden zijn waarin je het kwaad dat is gedaan niet meer kunt herstellen. Jezus ziet de vergeving als een genezende stroom. Zijn Bloed van het Verbond dat aan het kruis stroomt uit zijn zijde, is de stroom van de Eucharistie tot vergeving van de zonden. Het water dat tegelijk ook uit zijn zijde stroomt, is de stroom van het water van het Doopsel, dat in de tijd als een rivier over de wereld stroomt, tot vergeving van de zonden.
Vanuit God is door Jezus een overvloed van vergeving in de wereld uitgestort. Maar die stroom werkt pas door in de wereld als wij de vergeving die God aan ons geeft, doorgeven aan elkaar. Zoals wij elkaar vergeven, zal God ons vergeven.
Jezus maakt duidelijk dat er aan de bereidheid tot vergeving geen grens gesteld mag worden. Vergeving is de schuld niet terugvorderen en zelf de last van de schuld dragen. Daarin overtreft Jezus iedereen. De mannen in dit verhaal, vragen vergeving en zijn bereid terug te betalen. Maar aan het kruis bidt Jezus voor de mensen die Hem vals veroordelen en aan het kruis slaan. Hij vraagt voor hen vergeving aan God. Zij zeggen geen sorry, vragen niet om vergeving, zijn niet bereid iets te vergoeden, zij staan hatelijk te lachen en vieren hun valse overwinning. Toch bidt Jezus voor hen tot de Vader, dat Hij hen vergeeft. Ook dan wil Jezus de stroom van Gods vergeving niet laten stoppen. Integendeel, daar opent Hij die stroom die heel de wereld genezing brengt.
Laten wij op onze beurt die schat van Gods vergeving niet voor onszelf houden, maar met goddelijke gulheid uitdelen, door ook de naaste van harte te vergeven.
Plebaan Michel Hagen