Ga naar hoofdinhoud

Iedere generatie moet terug naar het voorbeeld van Maria. Eenvoud van hart, beseffen dat we alleen maar met God mee kunnen werken. Als wij denken iets te kunnen doen voor God, lopen we het risico van hoogmoed en eigenwaan.

Eucharistieviering in de parochiekerk van De Goede Herder en de H. Jozef te Wassenaar, 17 en 18 december 2011, 17.00 en 19.00 uur, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2012ADV04B

Lezingen

E.L: 2 Samuel 7,1-5.8b-11.16
Ps.: 89 (88), 2-3, 4-5, 27 en 29
T.L: Romeinen 16,25-27
All: Luc. 1,38
EV: Lucas 1,26-38

Homilie

Is het nu kritiek of een compliment? Jij wilt voor Mij een huis bouwen? Zegt God tegen koning David. Maar Ik zal voor jou een huis bouwen!

Waarom wil David een huis bouwen voor God? Op zich lijkt het antwoord eenvoudig. Koning David zegt tegen de profeet Natan, dat hij het niet passend vindt dat de Ark van het Verbond onder een tentdoek staat, terwijl hijzelf in een paleis van cederhout woont. Dit speelt zich ongeveer 1000 voor Christus af. Zo’n vijf eeuwen later zal de profeet Haggai (1, 3-8) hierop doorgaan. De tempel is verwoest en de herbouw loopt ernstige vertraging op. We lezen: “Het woord van de HEER, door de profeet Haggai gesproken, luidt als volgt: ‘Is het voor u dan wel de tijd om zelf in uw goed betimmerde huizen te wonen, terwijl dit huis nog een ruïne is? Daarom – zo spreekt de HEER van de machten – moet u nadenken over de weg waarop u zich bevindt. U hebt veel gezaaid, maar u brengt weinig binnen; u eet, maar u wordt niet verzadigd; u drinkt, maar u wordt er niet vrolijk van; u kleedt zich, maar u wordt er niet warm van; de loonarbeider krijgt zijn loon, maar in een buidel met een gat!’ Zo spreekt de HEER van de machten: ‘U moet nadenken over de weg waarop u zich bevindt. Ga het bergland in, haal hout en herbouw het huis: dan zal Ik daar genoegen in vinden en er mijn heerlijkheid tonen’, zegt de HEER.”

Dit zou natuurlijk een mooie lezing zijn voor de actie Kerkbalans, maar daar gaat het nu niet over. Het is wel een vanzelfsprekende gedachte dat als je het zelf goed hebt, je ook wilt dat Gods huis op aarde er goed uitziet. Haggai heeft dezelfde gedachte als Koning David uitte. Je zou zeggen, daar is niets mis mee.

En toch is er een zwak punt bij David. Binnen 24 uur komt de profeet Natan terug bij koning David. Want de vraag is: wie doet wat? David dreigt in een geestelijke valkuil te belanden. Hij is koning, hij is gevierd, gewaardeerd en succesvol. Zijn rijk heeft zich uitgebreid, alle gebieden en alle de stammen zijn weer bij elkaar in één koninkrijk. Hij niet zomaar iets terugdoen voor God, het lijkt erop dat hij zegt: “Zo, nu zal ik eens iets groots voor God realiseren”. Het lijkt zo een nobel en gelovig plan, maar hij loopt het gevaar dat het verborgen in zijn gedachte een uiting is van geldingsdrang en eigenwaan.

Natan maakt het heel duidelijk: “Niet jij hebt de vijanden verslagen, maar God. Niet jij hebt het koningschap veroverd, Ik heb het je geschonken. Niet jij bent de grote beschermer van het volk, Ik bescherm jullie”. David krijgt een lesje in bescheidenheid. Hij wordt met twee benen op de grond gezet. David is niet koning omdat hij zo geweldig is. God heeft zijn plan, en David maakt daar deel van uit. God heeft ons lief, God heeft David lief, niet omdat hij zo geweldig is, maar omdat hij oprecht van hart is tegenover God. Als David eenvoudig van hart blijft, krijgt God de ruimte om door Hem te werken. Als David al te zelfverzekerd en arrogant wordt, kan God weinig meer door hem doen.

Jezus zegt zoiets ook over zijn leerlingen: “Jullie zijn het zout der aarde, maar als het zout zijn kracht verliest, waarmee kun je het dan nog zout maken?”

Kijken we nu naar Maria in het Evangelie. We zijn 1000 jaar na David en in haar komt Gods belofte tot vervulling. Datgene wat God in David waardeerde, vindt Hij volmaakt in Maria. David krijgt te horen dat God voor hem een huis zal oprichten. God zegt: “Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd standhouden; uw troon staat vast voor eeuwig.” Toch houdt die troon van David maar heel kort stand. Al bij zijn zoon Salomon begint het verval, want alles wat steunt op menselijke macht en wijsheid eindigt binnen een of enkele generaties. Alleen God kan iets voor de eeuwigheid beloven. De troon die God belooft, heeft dan ook niets te maken met aardse macht, heeft niets met paleizen of tempels van cederhout te maken. God wil wonen in ons, in ons hart, in ons denken en doen. En dat wonen in ons, wordt in Maria nog meer werkelijkheid dan wij ons hadden kunnen indenken.

De engel sprak tot Maria: “Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”

Aan het einde van zijn aardse leven zal Jezus tegen Pilatus zeggen: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.”

In dit alles ligt steeds een les voor ons. We hebben als Kerk groot willen zijn. We hebben grote dingen gedaan, enorme huizen opgebouwd, de emancipatie van de katholiek ging in razend tempo. Triomfalisme werd ons verweten, zoals David in zijn hoogtijdagen. En net als David zien we dat dit rijk geen stand houdt. Binnen een paar generaties is het gedaan met die enorme werken.

Iedere generatie moet terug naar het voorbeeld van Maria. Eenvoud van hart, beseffen dat we alleen maar met God mee kunnen werken. Op het moment dat wij denken iets te kunnen doen voor God, lopen we het risico in de val van hoogmoed en eigenwaan te trappen.

Kunnen we dan niets doen voor God? Jawel, in gebed luisteren zoals Maria. Tussen de regels van Gods Boodschap meeluisteren en horen dat Elisabeth zwanger is. Niet dralen, maar meteen gaan helpen. Jezelf niet groot maken of door anderen groot laten maken, maar blij zijn met de mededeling dat je genade hebt gevonden bij God. Dan zal Hij ons huis bouwen, dan zal Hij doen wat wij niet kunnen, dan zal opnieuw zichtbaar worden dat God Koning is in een koninkrijk dat niet van deze aarde is. Amen.

Voorbede

Bidden wij om Gods vreugde in ons hart.

Bidden wij voor alle gelovigen, dat zij met God meewerken aan de bouw van zijn huis van geloof en liefde. Vragen wij dat allen in Maria een voorbeeld zien van oprecht geloof en trouwe inzet. Laat ons bidden:

Bidden we voor onze wereld, dat mensen zich bewust worden van alle valkuilen die hoogmoed en eigenwaan meebrengen. Bidden wij om dienende leiders in de regeringen, die luisteren naar Gods stem in het hart. Laat ons bidden.

Bidden we voor alle mensen die slachtoffer zijn van egoïsme en macht, binnen en buiten de Kerk. Dat zij mensen ontmoeten die Gods dienende liefde oprecht en trouw gestalte geven. Laat ons bidden.

Bidden we voor gezinnen, om geloof, liefde en vreugde op weg naar Kerstmis. Bidden we om roepingen, dat jong en oud mag zien hoe God ons roept tot een bijdrage aan zijn Koninkrijk. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top