We staan op de drempel van het Kerstfeest. David moet leren dat niet hij het huis opbouwt, maar dat God dit doet. In Maria vindt God een luisterend oor en een bereidwillig hart.
Een woord van troost en een oproep tot bekering komen samen op deze tweede zondag van de Advent. Johannes de Doper wijst vooruit naar de komst van de Sterkere.
De Adventskrans laat ons met de vierde kaars zien dat Kerstmis nu heel dichtbij is. Vandaag horen we hoe de engel aan Maria de geboorte van Jezus aankondigt. Maar dat gebeurt alleen met haar instemming. God wil met ons op weg gaan, als wij met Hem mee willen doen.
De derde kaars wordt ontstoken, we zijn over de helft van de Advent. De vreugde van Kerstmis beginnen we al te voelen. Dat mag ons motiveren deze derde Adventsweek goed te benutten. Johannes de Doper kondigt aan: “Onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt”.
Vandaag, op de tweede zondag van de Advent ontmoeten we Johannes de Doper. Hij lijkt zo streng, maar hij is een vreugdebode. Het licht wordt groter, de tweede kaars wordt ontstoken, woorden van troost en bemoediging klinken, Hij komt, Kerstmis nadert snel.
De Advent begint. Een kerkelijk jaar met onverwachte wereldwijde problemen ligt achter ons. Hoe kerstmis gaat verlopen weten we nog niet maar we zien uit naar het licht. Met de eerste kaars op de adventskrans wordt de duisternis al doorbroken.
Jezus is pas een paar dagen oud, toch herkent Johannes de aanwezigheid van Gods Zoon, zo klein nog en compleet verborgen in de schoot van Maria. Dat wil Lucas de Evangelist ons verhalen, dat is ook het oer-aanvoelen van de gelovige Christen; dat vanaf dag één, de vrucht in de moederschoot als mens wordt erkend en zelfs kan worden herkend.