Ga naar hoofdinhoud

Wij zijn elkaars hoeder, elkaars herder. Om een herder of herderin te worden naar het hart van De Goede Herder, moet zijn liefde wonen in ons hart, moet zijn Geest huizen in ons, moet zijn verlangen, zijn wil onze drijfveer zijn.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Joannes de Doper (Katwijk), de H. Willibrordus (Wassenaar) en De Goede Herder (Wassenaar), weekeinde van 6 en 7 december 2014, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Eucharistieviering beluisteren vanuit De Goede Herder te Wassenaar (MP3)

Preek beluisteren vanuit De Goede Herder te Wassenaar (MP3)

Preek: B2015ADV02BAUFX

Lezingen

E.L: Jesaja 40,1-5.9-11
Ps: 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14
T.L: 2 Petrus 3,8-14
All: Luc. 3,4.6
EV: Marcus 1,1-8

Homilie

Troost mijn Volk. Troost mijn Volk. Wat Jesaja meer dan 700 jaar voor Christus verkondigde, wordt vandaag ook tot ons gezegd. Het klonk tot Gods Volk toen en het klinkt tot Gods Volk nu. Laat je troosten, laat je bemoedigen, laat je sterken want God zal zijn beloften trouw blijven en de vervulling schenken.
“… roep tot de steden van Juda: ‘Uw God is op komst! … Als een herder zal Hij zijn schapen weiden, in zijn armen ze samenbrengen, de lammeren dragen tegen zijn boezem, de schapen met zachte hand geleiden’.”

Jesaja schetst God als de Goede Herder. Later zal Jezus spreken over goede en slechte herders en zeggen: “Ik ben de Goede Herder, Ik geef mijn leven voor mijn schapen.” In Jezus wordt de goedheid van God zichtbaar, God, die De Goede Herder is van voor alle eeuwigheid.

Waar denken wij aan bij een herder? Laatst zag ik in Schiedam een stadsherder met een stadskudde. Die trekt door steden en dorpen en wordt ingehuurd om met zijn kudde de grotere stukken gras af te grazen. Voordat hij zijn kudde ter plekke laat grazen is hij er zelf al geweest en heeft een hekje neergezet, want het verkeer raast door langs de grazende schapen.

Toen, in de tijd van Jesaja en in de tijd van Jezus, moest je oppassen voor rovers, inbrekers en wolven. Je moest weten waar je schapen veilig zijn. Een stadsherder in onze tijd moet ook waken over zijn kudde. Als hij door de stad trekt van plek naar plek, doet hij dat met de hulp van zijn herdershond, die niet bang moet zijn voor de drukte van het verkeer.

Herder toen en nu. In dit verhaal is het de vraag: Wie zijn wij? Soms zijn wijzelf herder, soms zijn wij de schapen. Tijden verschillen, gevaren veranderen, maar de vergelijking blijft staan als een huis. Kijken we naar de onrust van onze tijd, de oorlogen, het fanatisme, het misbruik van godsdienst om aan de macht te komen, het misbruik van de schapen die in verwarring raken en niet weten wie ze moeten volgen, de twijfel die soms bewust gezaaid wordt door hen die zeggen: “God bestaat niet.”

Troost mijn Volk. Troost mijn Volk. De Advent is een troostrijke tijd. We gedenken dat Christus tweeduizend jaar geleden is gekomen en dat Hij eens zal komen om alles te voltooien. We gedenken ook dat Hij hier en nu komt, hier in de kerk, door zijn Woord en zijn Sacrament. We gedenken zijn drievoudige komst. Daarbij moeten we niet doen alsof zijn komst toen in het verleden echt was en zijn wederkomst in de toekomst ook echt zal zijn, maar dat zijn komst in het heden niet zo echt is, slechts symbolisch of figuurlijk.

God houdt zijn beloften. In Jezus zijn al Gods beloften uit het Oude Verbond reeds vervuld. De Belofte die Jesaja uitsprak: “Uw God is op komst! Als een herder zal Hij zijn schapen weiden.”, die belofte is reeds werkelijkheid geworden in Jezus Christus. Zoals toen, is hij nu ook hier werkelijk in de Eucharistie. Toen, tweeduizend jaar geleden, was zijn gedaante verborgen vlees en bloed van een mensenkind. Velen geloofden niet in Hem. Ooit, in de toekomst, bij zijn wederkomst, zal zijn gedaante verborgen zijn in de gebeurtenissen dan, als de hemelen dreunend zullen vergaan en de elementen door vuur zullen worden verteerd, zoals we lezen in de Petrusbrief. Zo is ook hier en nu zijn gedaante verborgen, in het Woord dat wordt verkondigd, in het Brood dat wordt gebroken en in de Wijn die wordt gedronken. Altijd is Hij verborgen voor ogen die niet geloven en zichtbaar voor hen die Hem in geloof willen aanvaarden. Hij is ook verborgen in de mens naast ons en in zijn Kerk.

Johannes de Doper spreekt bemoedigende woorden. Het zijn de woorden van een geneesheer of een trainer. Hij reikt ons een middel aan voor herstel en geeft een opdracht mee om aan te werken. Zoals een fysiotherapeut zegt wat je moet doen om je arm weer te kunnen gebruiken of om beter te kunnen lopen, zo zegt Johannes de Doper: “Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht”.

Net als bij de herder en de kudde moeten we zoeken wat deze opdracht in onze tijd voor ons betekent. We kunnen ons afvragen welke hindernissen er zijn voor de komst van Christus hier en nu, in ons leven? Welke plek heeft Hij en welke plek zou Hij moeten hebben? Waar schort het aan? Ieder van ons is geroepen om van kuddedier herder te worden. Wij mogen niet zijn als Kaïn die niet de hoeder van zijn broeder wilde zijn, maar hem in tegendeel vermoordde. Wij zijn elkaars hoeder, elkaars herder. Om een herder of herderin te worden naar het hart van De Goede Herder, moet zijn liefde wonen in ons hart, moet zijn Geest huizen in ons, moet zijn verlangen, zijn wil onze drijfveer zijn.

Om te kunnen zien wat die hindernissen in ons leven zijn, mogen we ons afvragen: Waar gaat onze eerste liefde naar uit? Naar iets van God, naar iets van de hemel of naar iets van de aarde? Wij zouden kunnen leren van kloosterlingen om wat vrijer te staan tegenover de wereld waarin we leven en die voorbijgaat. Deze wereld, deze maatschappij heeft geestelijk gezien veel asfalt en beton, waar geen gras kan groeien. Wanneer we het voor onze geest daar zoeken, zullen we geestelijk sterven. Hier, in het huis van de Heer, vindt u de weide waar de Goede Herder u naar toe brengt. Om hier gevoed te worden en aan te sterken, om uit te groeien van kuddedieren tot herders voor elkaar. Zo bereiden wij de weg van de Heer. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God, onze Vader.

Wij bidden voor alle gelovigen en alle mensen die willen horen tot de grote kudde van de Goede Herder. Wij bidden om waakzaamheid; dat wij de Herder volgen, dat we luisteren naar zijn stem, van zijn voedsel eten en uitgroeien tot herders voor elkaar. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden voor alle oorlogsgebieden, voor mensen die zijn gevlucht om elders een beter bestaan op te bouwen, dat zij herders ontmoeten die hen een plaats geven in hun kudde. Dat vluchtelingen door alle tegenslagen heen groeien in geloof en zelf werkers worden voor vrede en gerechtigheid. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie, dat deze Advent ons mag helpen om tijd te vinden voor God en de naaste, tijd voor gebed, tijd voor een vriendendienst, tijd voor hen die wij dreigen te vergeten. Dat we toeleven naar het mysterie van Gods komst in ons leven. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat deze adventtijd hen mag helpen om verlost te worden van de drang naar bezit, dat zij vreugde vinden in kleine dingen en de onderlinge liefde bevorderen. (Laat ons bidden.)

Intenties

Back To Top