Ga naar hoofdinhoud

De Advent begint. Een kerkelijk jaar met onverwachte wereldwijde problemen ligt achter ons. Hoe kerstmis gaat verlopen weten we nog niet maar we zien uit naar het licht. Met de eerste kaars op de adventskrans wordt de duisternis al doorbroken.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Laurentius en Elisabeth en in de Liduinakerk (Hillegersberg), weekeinde van 28 en 29 november 2020, om 17.00, 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021ADV01B

Lezingen

E.L: Jesaja 63,16b-17.19b;64,3b-7
Psalm: Ps. 80 (79), 2ac en 3b, 15-16, 18-19
T.L: 1 Korinte 1, 3-9
All. Vers. Psalm 85 (84), 8
EV: Marcus 13, 33-37

Homilie

Het Evangelie van vandaag is duidelijk een oproep tot waakzaamheid. Afgelopen vrijdag, hoorden we in het Evangelie de woorden over de vijgenboom: “Trekt uit de vergelijking met de vijgenboom deze les: Wanneer zijn twijgen al zacht worden en beginnen uit te botten, weet ge dat de zomer in aantocht is. Zo ook, wanneer gij deze dingen ziet, weet dan dat het nabij is, ja voor de deur staat” (Lucas 21, 29-33). Dit jaar lezen we uit Marcus, daar staat vrijwel dezelfde tekst precies vooraf aan het Evangelie dat we zojuist gehoord hebben.

We zijn dus overgegaan van het Matteüs-jaar naar het Marcus-jaar, van jaar A naar jaar B. Maar de lezingen van afgelopen week gaan naadloos over. Verleden week lazen we deze woorden in de sfeer van de eindtijd, de dagen na Christus Koning, met lezingen in het licht van het laatste oordeel. Nu lezen we ze met nieuwe ogen in het nieuwe licht van de Advent op weg naar Kerstmis.

Waakzaamheid. Ik kan me herinneren uit mijn militaire dienst dat als je de wacht had, je in de uren van de nacht over de vlakte kon turen en dat met een beetje maanlicht een klein bosje leek te bewegen. Na een poosje denk je, nee, dat is gezichtsbedrog. En weer wat later kan je aandacht verflauwen. In de nacht de wacht houden is eentonig en vervelend, hoe blijf je wakker en oplettend?

Ik kan me voorstellen dat herders in de weiden die de wacht houden bij hun schapen, dat gevoel heel goed kennen. De schapen liggen te rusten, soms binnen een omheining, maar niet altijd. Er zijn wilde dieren genoeg die graag een schaap buit maken. Als Jezus ons oproept tot waakzaamheid doet me dat denken aan zulke situaties. Waakzaamheid wordt belangrijk als de eentonigheid, de sleur, de gewoonte, de afleiding, mar ook de moeheid of de moedeloosheid grip op je beginnen te krijgen.

Een herder die de wacht houdt bij zijn schapen, doet dat om meerdere redenen, een schaap is kostbaar, levert wol en vlees, daar moet hij van leven. Een goede herder heeft ook zorg voor zijn schapen, het zijn levende dieren waar je ook een gevoel bij hebt. Zo gebruikt Jezus vandaag en bijzonder voorbeeld van waakzaamheid. Waar gaat het om. Een heer vertrekt en laat het beheer van zijn huis over aan zijn dienaren. Je denkt dan onmiddellijk aan de parabel van de talenten die we kort geleden hoorden. De heer vertrouwt je de zorg voor het huis toe. Dat is meer dan een opdracht, Hij vertrouwt het je toe, Hij vertrouwt je, Hij rekent op je.

Het is die vertrouwensband tussen God en ons waarin ons geloof gebeurt. Heb je een hekel aan je heer, dan doe je het huis op slot en loop je weg. Heb je liefde voor je heer, dan heb je ook zorg voor zijn huis. Als je dan weet dat je heer op komst is, na een lange reis naar het buitenland, dan zie je uit naar zijn komst. Interesseert je heer je niet, interesseert zijn huis je niet, dan laat je het gebeuren. Maar zie je uit naar zijn komst, dan zorg je dat je wakker blijft, desnoods de hele nacht, of zoals Jezus het zegt: “(…) ‘s avonds laat of midden in de nacht, bij het hanengekraai of ‘s morgens vroeg”.

Volgende week zondag horen we Johannes de Doper zeggen: “Na mij komt die sterker is dan ik (…)”. Op de derde zondag van de Advent horen we hem zeggen: “Ik ben de Messias niet.” (…) “Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt, (…)”. Op de vierde zondag horen we hoe de engel Maria begroet en haar de geboorte van Jezus aankondigt met het antwoord van Maria: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.”

Waakzaamheid. Nu niet meer omdat het einde van de tijd ooit komt, niet omdat er een oordeel over de wereld plaats vindt, maar omdat we uitzien naar de komst van de Heer.

Hoe kunnen we dit de komende tijd vorm geven? Het leven gaat door, de corona-pandemie is nog niet voorbij, ook dat vraagt waakzaamheid, niet alleen voor onszelf, maar ook voor anderen. Deze week mogen we ons bezinnen op onze liefde voor Christus, voor God, voor de Kerk, voor dat huis dat Hij ons in beheer heeft gegeven, niet alleen dit gebouw, maar onze gemeenschap.

Deze week mogen we ons bezinnen op de prioriteiten in ons leven, hoe belangrijk zijn de dingen waarmee we bezig zijn? Verliezen we tijd aan bijkomstigheden, als ik Christus liefheb, hoe wordt dat zichtbaar in mijn aandacht voor de naasten? Deze week worden we uitgenodigd ons te verdiepen in het Adventsproject, we kunnen kijken wat we elke week willen doneren, zodat zij er beter van worden en God kunnen danken omdat Hij in zijn Voorzienigheid heb helpt door ons handen en onze gulheid.

We mogen onszelf bevragen: Als ik uitzie naar de komst van mijn Heer, maak ik dan tijd voor stilte en gebed? Geef ik hem de kans te spreken in mijn hart. Kan ik de radio en de tv het internet met WhatsApp, Facebook, YouTube, maar ook Netflix en al die anderen even stil laten?

Jezus roept ons op tot waakzaamheid, niet uit angst voor het oordeel, maar uit liefde tot Hem, tot God, tot onze naaste. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor alle gelovigen die nu de Adventtijd ingaan, dat zij zich bewust en oprecht voorbereiden op het Kerstfeest, wij vragen om waakzaamheid van het hart, om een sfeer van inkeer en verlangen naar God. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat de corona-pandemie en de klimaatcrisis ons wakker schudden, dat we met Gods hulp onze manier van leven veranderen, dat we kiezen voor eenvoud en omzien naar elkaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Om vindingrijkheid zodat we de kansen benutten die ons gegeven worden, om een goede onderlinge samenwerking zodat we kunnen bouwen aan een levende geloofsgemeenschap. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we ook thuis met groot en klein tijd maken voor gebed en bezinning als voorbereiding op Kerstmis. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top