Ga naar hoofdinhoud

Vandaag, op de tweede zondag van de Advent ontmoeten we Johannes de Doper. Hij lijkt zo streng, maar hij is een vreugdebode. Het licht wordt groter, de tweede kaars wordt ontstoken, woorden van troost en bemoediging klinken, Hij komt, Kerstmis nadert snel.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Laurentius en Elisabeth, in de Liduinakerk (Hillegersberg) en in de kerk van Petrus Banden (Overschie), weekeinde van 5 en 6 december 2020, om 17.00, 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021ADV02B

Lezingen

E.L: Jesaja 40, 1-5, 9-11
Psalm: Ps. 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14
T.L: 2 Petrus 3, 8-14
All. Vers. Lucas 3, 4.6
EV: Marcus 1, 1-8

Homilie

Vandaag maken we kennis met Johannes de Doper. Een kleine drie maanden geleden, op zondag 13 september hoorden we Jezus in het Evangelie spreken over Johannes de Doper. Hij vergeleek zijn tijdgenoten met kinderen op het marktplein. Ze spelen niet samen. Ze treuren niet bij een droevig lied, ze dansen niet bij een vrolijk lied. Johannes de Doper vinden ze te streng, Jezus vinden ze te jofel, want Hij zit met iedereen aan tafel.

Johannes de Doper is een man in de woestijn. Hij is streng voor zichzelf en streng in zijn woorden. Hij vast, hij doet boete, hij is een profeet die oproept tot bekering. Het is opmerkelijk hoeveel succes Johannes de Doper had. Duizenden mensen kwamen naar hem toe. Ze daalden af in de rivier. Johannes was de getuige dat zij een nieuw leven wilden beginnen.

De Evangelist Marcus is kort in zijn beschrijving: “Hij preekte een doopsel van bekering tot vergiffenis van de zonden”. “Johannes ging gekleed in kameelhaar met een leren gordel om zijn lendenen; hij at sprinkhanen en wilde honing”. Johannes leefde van wat Gods Voorzienigheid hem in de woestijn bracht. Hij staat daarmee in de lijn van de grote profeten zoals Elia. Van Elia kennen we het verhaal dat hij bij een beekje moest gaan wonen en dat de raven hem te eten brachten. Leven van Gods Voorzienigheid. Het is de houding die Johannes de Doper aanneemt, om vrij te zijn wil hij alleen van God afhankelijk zijn.

Toch is deze strenge Johannes wel degelijk de vreugdebode uit de eerste lezing. We hoorden in het Evangelie: “Johannes preekte een doopsel van bekering tot vergiffenis van de zonden”. Wij horen misschien niet zo graag preken over bekering. Dat lijkt niet zo’n vreugdeboodschap. Maar vergeving van de zonde is dat wel degelijk. Dat begrepen de tijdgenoten van Johannes en Jezus heel goed, vandaar die grote aantallen die naar Johannes toe kwamen.

Jezus heeft die intense vergeving toegankelijk gemaakt in het Sacrament van de Biecht. Voor zijn tijdgenoten was de onderdompeling, zoals de doop in de Jordaan door Johannes, in het stromende, het levende water, de geëigende manier, dé vorm van wettelijke reiniging zoals Mozes had geleerd. Maar Johannes doet er meer mee, hij maakt er meer dan een wettelijke reiniging van, hij maakt het tot een moment van bekering. Hij doet dat door hen op te roepen hun zonden te belijden. Zo is Johannes de Doper een wegbereider voor Jezus die van die belijdenis in de biecht maakt tot basis van de vergeving.

Door die vergeving wordt Johannes een echte vreugdebode. We hoorden God in de eerste lezing tot Jesaja zeggen: Troost mijn stad. Breng troost aan Jeruzalem. De straftijd is voorbij, ik heb haar vergeven.

Zo horen we hoe de vergeving bedoeld is. Het is een woord van troost. God vergeeft je. Het is een woord van bemoediging gesproken door een vreugdebode. Elke priester die biecht hoort mag zo’n vreugdebode zijn als hij in de absolutie zegt: Ik ontsla u van uw zonden, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Vandaag roept Johannes ook ons op om dat woord van troost in de biecht te ontvangen, vergeving als bevrijding van de last die op je drukt, vergeving als reiniging van wat aan je kleeft, in je geweten, in je herinnering, in je gevoel.

Het is de tweede zondag van de Advent. Vandaag horen we wie Johannes is; de voorloper, de wegbereider. Hij zegt: “Na mij komt die sterker is dan ik, en ik ben niet waardig mij te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. Ik heb u gedoopt met water maar Hij zal u dopen met de heilige Geest.”

Volgende week horen we dat Johannes heel goed weet dat Hij de Messias niet is. Hij verwijst ons naar Jezus, de komende, die er al is. Hij is er, maar we herkennen Hem niet. Ook Johannes moet wennen aan Jezus, aan de liefde van God, de mateloze vergeving, de zorg voor zieken en zwakken: Lammen lopen, doven horen, blinden gaan zien en doden staan op.

Johannes zal moeten wennen aan Jezus omdat Jezus zo’n ander uiterste lijkt te zijn. Daarover zei Jezus: “(…) de Wijsheid vindt rechtvaardiging bij al haar kinderen” (Lucas 7, 35). Gods wijsheid kan ons oproepen tot strengheid en matiging, tot boete en bekering. Gods wijsheid kan ons op veel manieren oproepen, zowel op de manier van Johannes de Doper als op de manier van Jezus. Alles op zijn tijd.

In de Advent zien we hoe dicht Johannes en Jezus feitelijk bij elkaar staan. Bekering en verzoening, de biecht is bedoeld als herstel, genezing, troost, bemoediging. Zoals een goede huisarts soms streng is, omdat we echt het roken moeten laten en de alcohol moeten laten staan, als we er nog langer willen zijn voor vrouw, kinderen en kleinkinderen, zo is Johannes de Doper streng om ons geestelijk leven te genezen.

Zoals een goede huisarts ook kan oproepen het wat rustiger aan te doen en ons een goed medicijn geeft, zo is Jezus die ons de Biecht en de Eucharistie geeft en ons bemoedigt. Johannes zegt: Hij zal u dopen met de heilige Geest. De vergeving en troost van de Heilige geest, daar mogen we vandaag op deze tweede zondag van de Advent om vragen. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, die grote gemeenschap van alle gedoopten, om een nieuw zicht op het Evangelie en nieuw zicht op de Sacramenten, als gaven van genezing en bron van vreugde, als troost en bemoediging. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, om wijsheid en volharding. Dat we met corona niet verslappen in onze houding, nu er licht aan de horizon komt, we bidden om een goede voorbereiding op Kerstmis, een voorbereiding die verder gaat dan een feestelijke versiering. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Om een nieuw zicht op bekering en vergeving, dat we alle gaven van de Kerk, alle gaven van Christus en van de Heilige Geest, meer en meer gaan zien als gaven tot genezing en herstel. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen, dat ouders en kinderen tijd krijgen en maken om de Advent inhoud te geven, door goede voornemens ,door kleine goede werken in de geest van Sint Nicolaas, door aandacht voor de anderen en een liefdevol gebaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top