Ga naar hoofdinhoud

De kalender van de kerk kent heel veel bijzondere feestdagen. Bekende feestdagen zoals Kerstmis, Pasen en Pinksteren. Maar ook wat minder bekende feestdagen. Vandaag gaan we het hebben over 29 september en 2 oktober. Dit zijn allebei feestdagen van engelen. 29 september is het feest van de aartsengelen en 2 oktober is het feest van de engelbewaarders.

Wie zijn dat eigenlijk, de engelen?

God heeft de engelen geschapen. Het woord engel komt uit het Latijn: angelus. Dit betekent “boodschapper”. En inderdaad, engelen zijn de boodschappers en helpers van God. God stuurt engelen om mensen te helpen. Engelen helpen ook om mensen bij God te brengen. Ze brengen boodschappen van God of ze komen om mensen te waarschuwen.

Hoe ziet een engel eruit?

Dat weten we niet. Op plaatjes, op schilderijen en als beelden worden ze vaak afgebeeld met vleugels.

Engelen in de Bijbel

In de Bijbel kan je voorbeelden vinden van hoe engelen God helpen. Kijk bijvoorbeeld maar in Lucas 1, 26-35: God stuurde de engel Gabriël naar Maria. De engel vertelde Maria dat hij van God kwam en dat zij de moeder van Jezus zou worden.

Een ander voorbeeld kan je vinden in Lucas 2,14. Dit het verhaal van de kerstnacht. De nacht dat het kindje Jezus is geboren. In de buurt bij de stal waren de herders in het veld. Ze hielden de wacht bij hun kudde schapen. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen. De herder schrokken daar heel erg van. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goed nieuws voor jullie en voor alle mensen’. En toen vertelde de engel van de geboorte van het kindje Jezus en ook waar ze het kindje konden vinden. En of dat nog niet bijzonder genoeg was, verschenen daarna heel veel engelen uit de hemel en ze zongen een lied.

Het laatste voorbeeld gaat over Jezus zelf. Het is het verhaal van Jezus op de Olijfberg (Lucas 22, 39-43). Jezus was op de Olijfberg om te bidden. Hij wist toen wat er met hem zou gaan gebeuren. Namelijk dat hij veel zou moeten lijden en hij zou moeten sterven aan het kruis. Hij werd bang. Hij bad tot Zijn Vader in de hemel. Toen kwam er een engel uit de hemel die Hem kracht gaf.

Beschermengelen of engelbewaarders

Engelen bestaan ook nu nog. Iedereen heeft een persoonlijke beschermengel. Dit is je engelbewaarder die je beschermt en je helpt door je hele leven. Je beschermengel is altijd bij je, waar je ook bent. Je kunt je beschermengel altijd om hulp en bescherming vragen. Bijvoorbeeld als je bang bent of verdrietig. In je eigen woorden of met behulp van het gebedje op deze pagina.

De aartsengelen

Op 29 september vieren we wij het feest van de drie Aartsengelen. Deze engelen worden in de Bijbel met naam genoemd. Het zijn: Michaël, Gabriël en Rafaël. Alle drie hun namen eindigen op “El”. Dit betekent God.

Engelen zijn voor elkaar

De paus heeft gezegd dat wij moeten proberen om engelen te zijn voor elkaar. Hij bedoelt hiermee dat we elkaar moeten helpen om het goede te doen en om het kwade niet te doen. En we moeten proberen om elkaar bij God te brengen. Kunnen jullie bedenken hoe je dit kunt doen? Praat er eens over met elkaar!

Kindergebed aan beschermengel

Lieve heilige Engelbewaarder,
Die mij altijd vergezelt,
Op het brugje langs het water,
Op de paadjes in het veld,
U wil ik eerbiedig groeten,
Want Gij volgt mij op de voeten.

Wil mij alstublieft bewaren,
Waar ter wereld of ik ga,
Voor de duizenden gevaren,
Die ik zelf niet eens versta;
Wil mij naar de hemel leiden,
Want daar wacht ons Jezus beiden. Amen

Op 1 november is het Allerheiligen. Op Allerheiligen vieren we feest voor alle heiligen: de bekende en onbekende heiligen.

Wie zijn de heiligen?

De heiligen dat zijn alle mensen die bij God in de hemel zijn. Het zijn dus gewone mensen die dood zijn gegaan en nu bij God in de hemel zijn. Wij kunnen de heiligen niet zien. Niemand weet daarom hoe ze eruit zien. In de Bijbel wordt wat meer over de heiligen verteld. Het zijn er veel. Zo veel dat niemand ze kan tellen. Ze komen van de hele wereld (uit alle rassen en stammen en volken en talen). Ze staan voor de troon van God. Ze dragen witte kleren. En ze hebben palmtakken in hun handen. (zie Openbaringen 7, 9-14). Een heilige wordt ook wel Sint genoemd.

Gods Volk

Wij zijn op aarde en de heiligen in de hemel. Toch horen we bij elkaar. We zijn samen 1 familie, 1 Kerk, 1 volk van God.

Voorspraak

De heiligen helpen ons en wij kunnen hen om hulp (voorspraak) vragen. Wist je bijvoorbeeld dat er een heilige is die heel goed helpt als je iets kwijt bent? Dit is Sint Antonius. Op deze bladzijde zie je een gebedje dat je kan gebruiken als je iets kwijt bent. Je kan hem ook in je eigen woorden om hulp vragen. Vergeet niet om hem te bedanken als je het weer hebt gevonden!

Voorbeeld

We willen het allemaal graag goed doen. Soms weten we niet precies hoe dat moet. We kunnen dan naar de heiligen kijken en ze als voorbeeld nemen. Zo was Sint Franciscus heel goed voor de armen. Hij gaf alles aan hen weg. Zijn vader vond dit niet goed en sloot hem op. Sint Franciscus klom toen uit het raam, ging in de dakgoot staan en gooide al zijn mooie kleren naar de armen. Daarna had hij zelf alleen een bruin kleed met een touw er om heen. Verder hield hij niet van ruzie. En hij was ook heel lief voor dieren.

Wij kunnen proberen hem een beetje na te doen. We hoeven dan heus niet onze kleren uit het raam te gooien (en ga in ieder geval maar niet in de dakgoot staan). We kunnen wel onthouden hoe lief en goed hij was voor andere mensen en voor de dieren. En proberen om dit op onze eigen manier ook te zijn. We mogen hem daar bij om hulp (voorspraak) vragen.

Gebed voor als je iets kwijt bent

Heilige Antonius, lieve sint, zorg dat ik m’n (fietssleutel, knuffelkonijn, pen, gymtas) vind.

Gebed van de H. Franciscus

Heer, maak mij een vriend van de vrede
Waar ruzie is, laat mij het goed maken
Waar gegild wordt, laat mij rust geven
Waar bangheid is laat mij hoop brengen
Waar niemand wil delen, laat mij maar delen
Waar het donker is, laat mij licht maken
Waar tranen zijn, laat mij lachen brengen
Waar afkeer is, laat mij liefde geven.

Want het is beter te geven dan te pakken,
Beter te delen dan verdeeld te zijn,
Beter te prijzen dan geprezen te worden
Amen.

Precies 40 dagen na de geboorte van Jezus is het weer feest: ‘Maria Lichtmis’ of ‘Opdracht van de Heer in de Tempel’. Op Maria Lichtmis begint de mis met een kaarsenprocessie. De mensen in de kerk maken een rondgang met een kaars in hun hand. Op Maria Lichtmis horen we het volgende verhaal uit het Evangelie

Simeon en Hanna herkennen Jezus (Lucas 2,22-40)

“Jozef, Maria en Jezus gingen naar de tempel in Jeruzalem, om Jezus aan God op te dragen. Dit was een regel van het Joodse geloof. Dit moest gebeuren met elk oudste jongetje uit een gezin.

In Jeruzalem woonde een oude man, Simeon. Hij was gelovig en vroom en kon heel goed naar de Heilige Geest luisteren. Hij deed graag wat de Heilige Geest van hem vroeg. De Heilige Geest had hem ooit gezegd dat hij niet dood zou gaan voordat hij de Messias (de Gezalfde) zou hebben gezien. Op een dag zei de Heilige Geest hem: “Ga vandaag naar de tempel”. Dat deed hij.

Juist op dat moment brachten Jozef en Maria brachten het kind Jezus de tempel binnen. Simeon tilde Jezus op. Hij begreep dat dit kleine kindje de Messias was. Hij was daarom heel blij en bedankte God hardop. Hij zei: “God, als ik nu doodga, vind ik dat niet erg meer, want ik heb de Redder met eigen ogen gezien” Jozef en Maria waren verbaasd over de mooie woorden van Simeon over Jezus. Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit.

Er was nog iemand in de tempel; een profetes, Hanna. Zij was 84 jaar en weduwe. Ze was altijd in de tempel en praatte veel met God in gebed. Ze ging naar Jezus toe. Ook zij bedankte God. Ze sprak over Jezus tegen iedereen die wachtte op de Redder en bevrijd wilde worden.

Toen Jozef, Maria en Jezus klaar waren in de tempel gingen ze terug naar hun stad, naar Nazaret. Jezus werd groot en sterk en heel wijs en hij werd geholpen door God”.
In dit verhaal horen we, dat twee gelovige mensen Jezus zien en snappen dat hij de Messias is. Ze herkennen Hem. Ze snappen dat Hij degene is die de wereld komt redden. Het maakte hen heel blij. Dit is heel bijzonder. Stel je maar voor: In de tempel in Jeruzalem kwamen elke dag vaders en moeders met hun baby’s. Jezus zag er uit als een heel gewone baby.

Hoe wisten Hanna en Simeon dan, dat hij zo bijzonder is, dat hij de Redder is?

Ze wisten het, omdat ze goed naar God konden luisteren. Ook wij mogen proberen om goed naar God te luisteren. Hij zal ons dan net zo blij maken als Hanna en Simeon. Want de dingen die God ons laat Zien en Horen maken ons heel blij.

Wisten jullie dat het een traditie is om op 2 februari, Maria-Lichtmis, pannenkoeken te eten? Vinden jullie dat ook niet een heel goed idee?

MdM
Februari 2012.

Op de eerste zondag na Pinksteren, is het weer feest. We vieren dan het Hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid. Soms wordt de “Heilige Drie-eenheid” ook wel “Drievuldigheid” genoemd.

Hoe kan deze zondag dan ook wel genoemd worden? (Vraag 1)

Bij dit feest gaat het over God als de Heilige Drie-eenheid. Het lijkt misschien wel rekenen of wiskunde van ons geloof. Ben je goed in rekenen of wiskunde?

Hoeveel is 1+1+1? (vraag 2)

Op het feest van de Heilige Drie-eenheid vieren we dat we geloven in 1 God in 3 Personen. Tel maar mee: (1) God de Vader, (2) God de Zoon (Jezus) en (3) God de Heilige Geest.

Komt dit je bekend voor? (vraag 3).

God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest zijn samen nog steeds 1 God. 1+1+1 blijft dus 1. Dit is een mysterie en geen puzzel of rekensom. Een mysterie betekent dat het te groot is om te snappen (ook voor volwassenen). God is te groot voor ons verstand al heb je nog zo’n wiskundeknobbel. Vraag 2 was alleen bedoeld om je aan het denken te zetten. Maar als de Drie-eenheid te groot is voor ons verstand, kunnen we er dan toch iets van snappen? En wat betekent de Drie-eenheid dan voor ons?

Laten we eens beginnen met drie lucifers. (Let op hier moet een volwassene bij zijn!!!) Steek ze maar aan.

Hoeveel vlammen zie je?

Houd de lucifers nu maar samen.

Hoeveel vlammen zie je?

Zo’n voorbeeld kan een beetje helpen: jullie hebben nu gezien dat 3 vlammen samen 1 kunnen zijn.

Laten we nog een ander voorbeeld nemen. Denk eens aan een gezin van een vader en een moeder en een kind.

Hoeveel personen zijn dat?

Inderdaad het zijn er 3.  Toch zijn ze 1 gezin. Ze horen bij elkaar. En toch zijn ze ook alle 3 anders. Het zijn 3 eigen, aparte personen. Ze hebben alle drie een eigen rol in het gezin: vader, moeder en kind. Ze hebben alle 3 een eigen gezicht en een eigen karakter. En tegelijk horen ze bij elkaar. En ze houden van elkaar.

Met 1 God in 3 Personen is het net zo. De 3 Personen, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn alle 3 weer een beetje anders. Ze helpen je alle 3 op hun eigen manier. Ze houden alle 3 op een andere manier van jou. Ze kennen jou op 3 manieren. Toch zijn ze samen 1 God. Ze horen bij elkaar. En tussen hen is er liefde.

Weten jullie nog van Pinksteren wie God de Heilige Geest is en wat Hij doet? (vraag 4)

En hoe zien jullie God de Vader en God de Zoon? (Vraag 5)

Stel je voor je bent heel bang tot wie zou je dan kunnen bidden en wat zou je kunnen vragen? (vraag 6)

Op Drievuldigheidszondag is het eigenlijk een 3-dubbel feest. We vieren dat God op 3 verschillende manieren van ons houdt. Dat Hij ons op 3 manieren helpt. Dat Hij ons op 3 manieren kent.  Dat wij op 3 manieren tot Hem kunnen bidden. Als dit geen feestgedachte is!

MdM
Juni 2011.

Wist je dat de kerk haar eigen kalender heeft? Dit heet het kerkelijk jaar.

Vraag 1 Wie weet nog het andere (moeilijke) woord voor het “kerkelijk jaar”?

Binnenkort is het Hemelvaart en daarna Pinksteren.

Hemelvaart

Hemelvaart valt precies 40 dagen na Pasen. Het valt altijd op een vaste dag in de week.

Vraag 2 Welke dag is dat en waarom?

Op Hemelvaart gaat Jezus terug naar Zijn Vader in de Hemel. In het Evangelie staat: “Terwijl de leerlingen naar boven kijken wordt Hij aan hun zicht onttrokken door een wolk”. Dat is best een moeilijke zin.

Vraag 3 Hoe zou dat eruit hebben gezien? Kan je daar een tekening van maken?

Pinksteren

Dit gebeurde er op Pinksteren:

Het was ochtend. De leerlingen van Jezus waren samen aan het bidden. Toen ging het waaien. Er waaide een wind rondom het huis. Het leek wel een storm. Ineens waaide het ook in huis. Hoe kon dat nu? Alle ramen en de deuren waren dicht. Ineens zagen ze boven elkaars hoofden iets vurigs. Het leek wel of er een vlammetje zweefde. Wat was dat? De Heilige Geest kwam bij de leerlingen. Weet je wat er toen gebeurde? Ze werden heel erg blij. Blij over hoe goed God is. Ze waren zo blij.  Ze wilde iedereen vertellen over God. En dat deden ze ook. Ze konden niet meer mee stoppen met praten over God. En over dat Jezus leeft. En weet je wat zo bijzonder was? Ze spraken in alle talen. Vanaf die tijd waren de leerlingen ook niet meer bang.

door kinderkoor Kleuterkerk H. Augustinus 2015.

Vraag 4: Ben jij ook wel eens zo blij over iets dat je het aan iedereen wilt vertellen? Weet je nog wanneer dat was?

Op Pinksteren gaat het dus om God de Heilige Geest. Wie is nu de Heilige Geest? De Heilige Geest is een soort vuur. Hij maakt je vurig van binnen. De Heilige Geest maakt je blij. Hij zorgt dat je van papa en mama houdt en van je broertjes en zusjes en de leerlingen op school en van nog veel meer mensen. De Heilige Geest helpt je ook om aardig te zijn tegen onaardige mensen. De heilige Geest maakt bange mensen dapper. Hij helpt ons te geloven wat Jezus heeft geleerd.

Vraag 5: Welke kleur zien we op Pinksteren in de Kerk en waarom?

MdM
Mei 2011.

God de Heilige Geest

God de Heilige Geest – Tekening gemaakt door Jasper (9 jaar)

Op Goede Vrijdag hebben we gehoord, dat Jezus is gestorven aan het kruis. Met Pasen hebben we gevierd dat Jezus is opgestaan uit zijn graf, de dood: Hij leeft! Hoe zou dat denk je geweest zijn in die tijd? Eerst zagen zijn leerlingen (de apostelen) Jezus sterven en een paar dagen later stond Hij op. Hoe zouden zij hierop hebben gereageerd? Zouden ze hun ogen hebben geloofd? Op de tweede zondag van Pasen horen we in de kerk het verhaal van Tomas (Joh. 20,19-31). Lees maar mee.

Het was avond en de leerlingen van Jezus waren samen. Ze hadden de deur op slot gedaan, want ze waren bang. Toen kwam Jezus binnen. Hij ging tussen ze in staan en zei: “Vrede zij met jullie” Hij liet zijn handen zien en zijn zij. De leerlingen waren enorm blij toen zij de Heer zagen. Toen zei Jezus nog een keer: “Vrede zij met jullie”.

De leerlingen zaten samen bang te zijn in een huis met de deuren op slot. Waarom waren ze bang denken jullie? Inderdaad, omdat ze natuurlijk wisten wat er met Jezus was gebeurd. Jezus was gedood aan het kruis en iedereen wist dat zij de leerlingen van Jezus waren. Ze waren bang dat de mensen hen ook te pakken wilden nemen. Toen kwam Jezus zomaar in hun midden. Had je in de gaten dat Hij door een dichte deur kwam? Jezus laat zijn handen en zijn zij zien.

Waarom deed Hij dat? Wat was er te zien aan zijn handen en zijn zij?

Denk maar terug aan zijn dood aan het kruis. In zijn handen zaten gaten van de spijkers waarmee Hij aan het kruis was genageld. In zijn zij zat een dikke snee van een lans. Met de lans hadden ze in zijn zij gestoken om te kijken of Hij echt dood was. Jezus laat de gaten en de snee zien als bewijs. Zo weten de leerlingen, dat het echt Jezus is. Laten we weer terug gaan naar ons verhaal, want dat is nog niet afgelopen.

Tomas, een van de twaalf, ook Dídymus genaamd, was er niet bij toen Jezus kwam. Hij hoorde het van de andere leerlingen. De andere leerlingen vertelden hem: “Wij hebben Jezus gezien.” Maar hij antwoordde: “Zolang ik de spijkergaten niet in zijn handen heb gezien, en mijn vinger er niet in heb gestoken en ik mijn hand niet in de snee in zijn zijde heb gelegd, zal ik het zeker niet geloven.” Acht dagen later waren de leerlingen weer samen in het huis. Tomas was er nu wel bij. Hoewel de deuren op slot waren kwam Jezus binnen. Hij ging tussen ze in staan en zei: “Vrede zij met jullie.” Toen zei Hij tegen Tomas: “Kom hier met je vinger en kijk naar mijn handen. Steek je hand uit en leg die in mijn zij. Wees niet langer ongelovig maar gelovig.” Tomas riep uit: “Mijn Heer en mijn God!” Toen zei Jezus tot hem: “Je gelooft omdat je Mij hebt gezien? Zalig de mensen die Mij niet hebben gezien en toch geloven.”

Tomas wil eerst niet geloven dat Jezus leeft. Hij dacht: “Eerst zien en dan geloven!” Daar komt de uitdrukking ‘ongelovige Tomas’ ook vandaan. Iemand die niet snel iets gelooft noemen we een ‘ongelovige Tomas’.

Wat vind je ervan dat Tomas eerst wil zien en dan pas geloven?

Echt raar is het niet hè? Hij heeft Jezus zien sterven aan het kruis en hij kan nu maar moeilijk geloven dat Jezus leeft. Gelukkig kon Hij Jezus zien. En het bewijs: de spijkergaten in Zijn handen en de snee in Zijn zij. Wij kunnen Jezus niet zien. Dus kan het soms best moeilijk zijn om in Jezus te geloven.

Vind jij dat ook moeilijk?

Misschien helpt het om er aan te denken dat er meer dingen zijn die we niet zien, maar die toch bestaan. Denk maar na: Kan je liefde zien? Kan je eerlijkheid zien? Kan je verdriet zien? Kan je vriendschap zien? Kan je trouw zien?

Nee hè, en toch bestaan die dingen. Ze zijn zelfs heel belangrijk. God kan je ook niet zien, maar Die is het belangrijkst van alles. Als wij zeggen: “We geloven niet, omdat we niet zien”, lijken wij op vissen die tegen elkaar zeggen: “Water bestaat niet, want we zien het niet”. En weet je hoe Jezus jou noemt als je gelooft, terwijl je Hem niet ziet? Hij zegt: “Zalig de mensen die Mij niet hebben gezien en toch geloven.” ‘Zalig’ dat betekent ‘gelukkig’. Gelukkig zijn alle mensen die Hem niet hebben gezien, maar wel in Hem geloven!

Back To Top