Ga naar hoofdinhoud

Vandaag horen we het verhaal van Zacheüs. Zacheüs was tollenaar. Dat betekent dat hij bij de Tol werkt, de belastingdienst. Nou moet ik daar eerst iets bij vertellen. In de tijd van Jezus waren de Joden niet zelf de baas in hun land Israël. Hun land was bezet, bezet door de Romeinen. De Romeinen waren dus de baas in Israël. Je kan dat vergelijken met de Tweede Wereldoorlog. Toen waren de Duitsers de baas in Nederland en in België en in nog meer landen. Wat heeft dat nu met Zacheüs te maken? Zoals ik net al zei werkte Zacheüs voor de belastingdienst, de Tol. Omdat de Romeinen de baas waren in het land, werkte hij dus voor de Romeinen. Jullie snappen wel dat de meeste mensen dat maar niks vonden. De Romeinen waren de bezetters, de indringers, de vijanden. Zacheüs had ook nog eens een hoge baan bij de Tol en hij was erg rijk. Dus hij werkt niet alleen voor de vijand, maar hij werd er ook nog rijk van!

Wat denken jullie wat de mensen van Zacheüs dachten?
(…)

Dat klopt de mensen hadden een hekel aan hem en ze vonden het een foute man. Toch overkomt hem iets heel bijzonders, luister maar…

EVANGELIE

Lucas 19, 1-10

Jezus komt in Jericho en trekt door de stad. Daar is een man die Zacheüs heet. Hij is oppertollenaar en hij is rijk. Hij wil wel eens zien wat Jezus voor iemand is. Dit lukt hem niet. Het is druk er zijn heel veel mensen en Zacheüs is klein. Daarom rent hij vooruit en klimt in een wilde vijgenboom om Jezus te kunnen zien als Hij voorbij komt.

Als Jezus bij de boom komt waar Zacheüs in zit, kijk Hij omhoog en zegt tegen hem: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis te gast zijn.’ Zacheüs komt vlug naar beneden en ontvangt Jezus met vreugde.

Iedereen die het ziet spreekt er schande van. ‘Hij gaat het huis van een zondaar binnen’, zeggen ze. Zacheüs spreekt Jezus aan. ‘Heer,’ zei hij, ‘hierbij geef ik de helft van mijn bezit aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.’
Jezus antwoordt: ‘Vandaag is er redding gekomen voor dit huis, want ook hij is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.’

Zacheus in de boom
Zacheus in de boom ingekleurd tijdens de kleuterkerk

Zacheus in de boom

Zacheus in de boom ingekleurd tijdens de kleuterkerk

WIJ PRATEN NA OVER HET EVANGELIE

Wil jij proberen om het verhaal eens na te vertellen?
(…)

Ja, inderdaad het was druk in de stad Jericho want Jezus trok door de stad. Alle mensen wilden hem zien. Zacheüs ook, maar hij was klein. Hij klom daarom in een boom om Jezus te kunnen zien. En dan gebeurt het. Jezus kijkt omhoog en zegt tegen Zacheüs: “Ik kom vandaag bij jou op bezoek.”

Wat vond Zacheüs daarvan?
(…)

Ja hij was blij.

Zacheüs was dus erg blij dat Jezus bij hem thuis kwam. Wat vonden de mensen er van? Waren ze blij voor Zacheüs? (…)

Inderdaad de mensen waren helemaal niet blij. Ze spraken er schande van. Ze mopperden: Nou ja moet je kijken wat Jezus nu doet. Hij gaat binnen bij Zacheüs, weet hij wel wie Zacheüs is en wat hij doet? Zacheüs werkt samen met de vijand, hij gaat er steeds van door met onze centen. Ze protesteren, ze mopperen en morren, ze knarsetanden, ze zijn boos, jaloers en verontwaardigd. Bij ieder ander had Jezus naar binnen kunnen gaan, maar niet bij Zacheüs, die valse tollenaar.

Je kan het zo vergelijken: stel Jezus komt langs op school en dan kiest hij de ergste pestkop uit om bij op bezoek te gaan. Je zou dan ook kunnen denken: waarom doet Jezus dat? Dat is een pestkop, dat Jezus nu bij hem op bezoek gaat…

Maar Jezus doet het toch. Hij gaat wel binnen bij Zacheüs. En denk nou niet dat Jezus het niet wist, dat Zacheüs tollenaar was. Jezus wist precies wie Zacheüs was en ook wat hij allemaal had gedaan. Jezus kent hem en Hij roept hem bij zijn naam en hij nodigt zichzelf uit, Hij weet waar Hij moet zijn.
Waarom denk je?
(…)

Jezus kijkt en luistert anders dan wij, Hij ziet iets in Zacheüs dat wij niet zien. God ziet het hart, de binnenkant, van mensen. Wij kunnen alleen de buitenkant zien, de omstandigheden. Wij horen alleen wat iemand met de mond zegt, en soms ook wat andere mensen over hem zeggen. God luistert ook naar het hart.
Wij gedragen ons naar wat wij zien en horen. God gedraagt zich naar wat Hij ziet en wat Hij hoort. Wij zien in dit verhaal dat Jezus Zacheüs een nieuwe kans geeft.

Wat fijn voor Zacheüs dat hij een nieuwe kans krijgt. Weten jullie? Niet alleen Zacheüs krijgt van God een nieuwe kans. Wij ook. Ook al doen wij heel verkeerde dingen, maken we het bont, God blijft in ons hart kijken. We krijgen altijd weer een nieuwe kans om het opnieuw te proberen. Bij God is er geen laatste kans.

Wat doet Zacheüs met die kans?
(…)

Hij zegt: Ik geef de helft van mijn bezit aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.
Hij wil het dus goed maken en zijn leven beteren.

Wie had ooit verwacht dat Zacheüs de helft van zijn bezit aan de armen zou geven? Als hij miljonair was, hoeveel geeft hij dan weg?
(…)
Ja wel een half miljoen! Een half miljoen voor arme mensen omdat Jezus er juist wel voor koos om bij de slechterik naar binnen te gaan.

Weten jullie, elk huis wordt een ander huis als Jezus er binnengaat. Je kunt een huis niet beter opbouwen dan door Jezus uit te nodigen. Een stal wordt een paleis, bij zijn geboorte, een ezel wordt een koninklijk dier als Jezus er op zit, gewone vissers worden apostelen, als Jezus ze roept, een tollenaar wordt een weldoener, als hij Jezus in zijn huis ontvangt.

Wijzelf zijn ook als een huis waar wij Jezus kunnen ontvangen. Als Jezus bij ons te gast is, worden we andere mensen, net als Zacheüs. Want meer dan in zijn huis, ontving Zacheüs Jezus in zijn hart. Zoals Jezus de ogen van de blinde genas, de benen van de lamme, de oren van de dove, zo genas Jezus Zacheüs in zijn hart, door bij hem binnen te gaan. Als Jezus de gast van ons hart is, worden we een ander mens. We gaan dan ook steeds meer op Jezus, worden steeds meer kind van God.

Laten we dus proberen om Jezus steeds welkom te heten in ons hart.
Het verhaal van Zacheüs laat ons ook zien wat er kan gebeuren als mensen een nieuwe kans krijgen. Omdat wij bij God horen, is het belangrijk dat ook wij mensen niet afwijzen, maar een nieuwe kans geven. Laten we God helpen om alle mensen er bij te laten horen.

Bijvoorbeeld die pestkop op school. Misschien zegt iedereen wel: die mag niet meer met ons mee spelen. Die pest toch alleen maar. Misschien kan jij dan zeggen: geef hem nog een kans.
En dat vinden we allemaal moeilijk om dat te zeggen. We mogen daarom aan God vragen of hij ons helpt. We hebben daarvoor een gebedje.

Kindergebed nieuwe kans geven

Lieve Jezus,
U geeft mij altijd een nieuwe kans.
Dank u wel.
Ik wil graag bij U horen
En ook zelf aan anderen nieuwe kansen geven,
aan mensen om mij heen.
Wilt U mij daarbij helpen?
Amen

Back To Top