Ga naar hoofdinhoud

Voor kinderwoorddienst of om samen thuis te lezen
(Als PDF downloaden)

 

V= Verteller
P = Petrus
J = Johannes
M = Maria Magdalena
E = Engelen
+ = Jezus


Pasen: Hij leeft!

Verf tekening Olivia (11 jaar, 2018)

P : “Maria Magdalena, wat roep je, heb je hard gelopen, wat is er aan de hand?”
M: “Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.”
V: Petrus en Johannes springen op en lopen zo vlug ze kunnen naar het graf. De jonge Johannes holt vooruit. Hij komt het eerst bij het graf. De steen is weggerold. Het klopt wat Maria Magdalena heeft gezegd.
Johannes gaat het graf niet binnen. Hij bukt voorover en kijkt of hij iets kan zien. Inderdaad het lichaam van Jezus is weg. Hij ziet daar wel de windsels die om Jezus heen zaten, maar die liggen daar nu zonder zijn lichaam erin. Op dat moment komt Petrus aan. Johannes stapt opzij en Petrus daalt af het graf in. Ook Petrus ziet de windsels liggen zonder het lichaam van Jezus erin.
Dan denkt Petrus:
P: “Er was ook een zweetdoek; die had zijn hoofd bedekt”.
V: Petrus kijkt rond en inderdaad daar ligt de zweetdoek, netjes opgevouwen. Op dat moment komt ook Johannes het graf in. Het is een nieuw graf, een beetje een rijkeluis graf waarin nog nooit iemand was begraven. Johannes kijkt rond en hij ziet hoe de doek is opgevouwen. Tot op dat moment hadden ze niet begrepen wat er geschreven stond; dat Hij uit de doden moest opstaan. Nu ineens ‘ziet’ Johannes ‘wat hij ziet’ en hij gelooft. Petrus en Johannes gaan naar huis.

Dan komt Maria Magdalena terug bij het graf. Ze gaat het graf niet in, maar net zoals Johannes bukt ze en kijkt opnieuw in het graf. Nu ziet ze iets anders. Petrus en Johannes hebben dit blijkbaar niet gezien, of ze waren er toen nog niet. Er zitten twee gestaltes in het wit gekleed; ze zien er uit als engelen. Ze vragen iets aan haar.
E: “Mevrouw, waarom huilt u?”
V: Zij antwoordt:
M: “Ze hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.”
V: Maria Magdalena komt overeind en draait zich om. Nu ziet ze een man staan.
Hij zegt tegen haar:
+ : “Mevrouw, waarom huilt u? Zoekt u iemand?”
V: Maria Magdalena denkt:
M: “Misschien is het de tuinman”,
V: en ze vraagt:
M: “Meneer, als u Hem hebt weggebracht, zeg mij alstublieft waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem daar weghalen.”
V: Ze wil weglopen om te gaan zoeken, maar dan zegt Jezus ineens:
+ : “Maria!”
V: Ze keert zich om en zegt in het Hebreeuws:
M: “Rabboeni!”
V: (dat betekent leraar). Dan zegt Jezus:
+ : “Je moet Me niet vasthouden, want Ik ben nog niet opgegaan naar mijn Vader. Ga nu naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.”
V: Nu gaat ook Maria Magdalena op weg, terug naar de leerlingen om te zeggen dat zij de Heer heeft gezien, en ook wat Hij haar heeft gezegd.

Deze tekst – naar het heden vertaald – staat bijna letterlijk in het Evangelie van Johannes (20, 1-18). Aangevuld met wat logische wendingen en uit het Evangelie van Lucas en Matteüs. De traditie leert ons dat het Johannes is die met Petrus meeliep en die dit naderhand heeft opgeschreven. Het leest dan ook als een ooggetuigenverslag.

Wie ziet, gelooft. Zalig Pasen!

Pastoor Michel Hagen
Maart 2018.

Back To Top