Ga naar hoofdinhoud

– Drie kinderen doen als koning verkleed mee.
In de dialoog met de kinderen op het priesterkoor is de volgende overweging de rode draad.

Hier zien jullie de drie koningen.
Wie ben jij …. etc.

Drie koningen. Drie wijze koningen. Het zijn drie vrienden, die alles wisten over de sterren en de natuur. Drie vrienden die alledrie ook hun eigen speciale talenten hadden en die alledrie op zoek waren.

Caspar is de wijze koning van Tarsus. Hij brengt goud mee. Hij heeft een wat lichte huid.
Melchior is de wijze Koning uit Arabië. Hij brengt wierook mee. Zijn huid is donkerder.
Baltasar is de wijze koning uit Ethiopië. Hij brengt mirre mee. Zijn huid is heel donker.

Koning Caspar is heel zijn leven op zoek naar een wijze koning. Welke koning is zo wijs dat hij zijn land kan besturen in vrede? Welke koning is zo wijs, dat hij recht kan spreken tussen arm en rijk? Welke koning is zo wijs dat hij waarheid van leugen kan onderscheiden? Wie wijst mij de weg naar de wijsheid?

Koning Melchior is heel zijn leven op zoek naar een wijze priester, die hem alles kan vertellen over God. Wie is zo wijs dat Hij mij kan zeggen wie God is en hoe God is. Wie kan mij leren hoe ik God kan eren op de goede manier? Wie kan mij de weg wijzen tot eeuwig leven. Wie leert mij de waarheid?

Koning Baltasar is heel zijn leven op zoek naar iemand die de vraag kan beantwoorden over het lijden. Waarom is er verdriet? Waarom gaan we allemaal dood? Waarom is er zoveel lijden in de wereld. Wie kan mij zeggen waarom de mens moet sterven? Wie kan mij leren het lijden te overwinnen. Wie schenkt mij eeuwig leven?

Onderweg krijgen de drie koningen ruzie. Caspar zegt. Ik heb gedroomd over de ster. De ster zei: volg mij. De koning die jij zal vinden is de Weg die jij zoekt.

Maar Melchior zegt. Dat zal wel niet, want ik heb ook gedroomd. En de ster zei tegen mij: Volg mij, want de koning die je zult vinden is de Waarheid die jij zoekt.

Dan zegt Baltasar. Vergeet het maar. Want in mijn droom zei de ster: Volg mij. De koning die je zult vinden is het Leven zelf.

Ze zwijgen even. Want het zijn wijze mensen. Dan zegt Caspar: De koning die wij gaan bezoeken wil vast niet dat we ruzie maken. Hij is de koning van de vrede. Laten we dus eerst goed luisteren naar elkaar.
Ja zegt Melchior. Deze koning leert ons ruzie te overwinnen en samen God te eren.
En Baltasar zegt: Jullie hebben gelijk. Ik begrijp nu dat we alledrie de waarheid spreken. De koning die wij zullen vinden is de Weg, Hij is de Waarheid en Hij is het Leven. De ster spreekt tot ieder van ons, in onze taal. Maar die koning is meer dan wij afzonderlijk ons kunnen indenken.

En inderdaad. Als Jezus groot is, zal Hij het later zelf zeggen: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Wie Mij volgt, zal niet verdwalen in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.

Wij willen nu onze gaven naar het kind in de kribbe brengen. Goud, wierook en mirre. En we willen onze koning vragen, dat Hij ons leert om in vrede met elkaar te leven. Dat Hij ons leert God te eren en te dienen. En dat Hij ons leert te geloven in het eeuwige leven. Amen.

Back To Top