Na 100 meter bent u op uw bestemming. Die mededeling kwam onlangs uit mijn Tom Tom. Een mooi woord: ‘bestemming’. Op de snelweg zag ik een grote vakantiereclame: “Meer dan 200 bestemmingen”. Het riep bij mij de vraag op wanneer je echt op je bestemming bent. Ik kan me van lang geleden herinneren dat een moeder na de bruiloft van haar dochter zei: “Mijn dochter is op haar bestemming”. Dat is wel een heel andere bestemming dan zo’n vakantiebestemming of bestemming van mijn Tom Tom.
Toen Jezus voor Pilatus stond, zei Hij: “Ja, koning ben Ik. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Al wie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.” Hiermee zegt Jezus iets over zijn bestemming op aarde. Hij is koning van de waarheid. Van Jezus leren we de waarheid over God, en zo ook de waarheid over onszelf; door Hem weten we wie God voor ons is en wie wij zijn als kinderen van God. Zo leren wij van Hem wat onze bestemming is.
Jezus zegt nog meer tegen Pilatus. Hij zegt: “Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.” Dit mogen we plaatsen naast een andere uitspraak van Jezus: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en ze volgen Mij.” De schapen van zijn kudde zijn alle mensen die de waarheid zoeken en de waarheid herkennen in het Woord van Christus, die zijn stem herkennen als Hij spreekt in het Evangelie en door zijn Kerk in alle eeuwen.
Dat heeft alles met onze bestemming te maken. Onze bestemming is: Kind van God zijn. Dat is iets dat je wordt gegeven en dat je tegelijk ook zelf moet waarmaken. Wij zijn kinderen van God, het wordt ons al aangeboden door God, zodra ons leven begint, nog voor onze geboorte. Het wordt concreet bij ons doopsel, vanaf dat moment mogen we onszelf echt “Kind van God” noemen. Het wordt echter pas werkelijkheid als we ons als Kind van God gedragen, als we in ons doen en laten ons richten op dat eerstgeboren Kind van God, Jezus Christus.
Dat heeft te maken met “bestemming”. Het betekent dat ons leven beantwoordt aan Gods bedoeling. “Bestemming” heeft dan ook alles te maken met roeping en zending. God roept ons en zendt ons om voortdurend te werken aan onszelf, om goed doen en om mee te werken aan een betere wereld.
Zo mogen we ook die opmerking van vroeger begrijpen: “Mijn dochter is op haar bestemming, of mijn zoon is op zijn bestemming”. Het betekent: Zij hebben ‘ja’ gezegd op hun roeping om echtgenoot en vader of moeder te zijn, met de vreugde en de last die daarbij hoort. Dat geldt ook voor een priester. Als hij ‘ja’ zegt tegen de bisschop bij de wijding, zegt hij ‘ja’ op zijn roeping. Hij aanvaardt zijn bestemming om priester te zijn en het werk van Christus op aarde voort te zetten en zijn Woord te verkondigen.
Het klinkt heel aardig als je Tom Tom zegt: “Over 100 meter bent u op uw bestemming”. Zeker als dit één van die tweehonderd bestemmingen is uit de reclame. Ik hoop ook dat u de komende tijd een leuke vakantiebestemming mag vinden. Toch is er niets zo vreugdevol als te weten dat je echt op je bestemming bent en waarbij je elke dag opnieuw ‘ja’ zegt op je roeping om Jezus na te volgen.
Pastoor Michel Hagen