Ga naar hoofdinhoud

TROOST – In deze dagen van nationale rouw door de gruwelijke ramp met de vlucht MH 17 moet ik denken aan Jeremia: “Rachel weent om haar kinderen en wil niet worden getroost, omdat ze er niet meer zijn (Jer. 31,15).” Verdriet kan soms te groot zijn voor troost, terwijl we juist dan die troost het hardst nodig hebben. Het maakt de dramatiek van het verlies en van de pijn alleen maar groter.

Ook Jesaja weet daarvan. God wil zijn volk troost bieden: “Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten”, schrijft hij (Jes. 66,13). Jesaja heeft daar ook een beeld bij: “Zoals een herder het lam aan zijn boezem draagt (Jes. 40,9)”. Wie zou dat niet willen? Midden in zo’n onveilige en vijandige wereld, veilig zijn bij God. Met alle menselijke kwetsbaarheid, zwakheid, beperkingen en tekorten, veilig zijn bij Hem die van zijn mensen, zijn lammeren houdt.

Mensen vangen elkaar op, zoeken troost en bieden troost. We zien het op de televisie. Toch moeten we ook voorzichtig zijn, want troosten is minder gemakkelijk dan we denken. Troosten is ook meer dan een lief gebaar. Troosten is de ander met zijn of haar pijn serieus nemen en in zijn of haar zwakte opvangen, op zo’n manier dat die ander zichzelf kan blijven en weer zichzelf kan worden. Daarbij kan een hand, een arm of een gebaar dienstig zijn, maar troosten is vooral zo nabij zijn dat de ander in zijn of haar pijn zelf de weg kan vinden. Troosten mag de ander niet afhankelijk maken en moet zuiver blijven. Zoals een moeder troost, bij wie een kind volkomen veilig is, die niet troost om te troosten, die niet een uitlaatklep zoekt voor haar eigen moederliefde, maar die er op dat moment louter is omwille van het kind.

De diepste troost ervaart een mens uiteindelijk niet in een aanraking, ook niet in een hand, een arm of een attent gebaar. De eerste troost vindt een mens in een persoon die luistert, die hoort en verstaat. Iemand bij wie je merkt dat je gekend wordt, bij wie je ervaart dat jij jezelf mag zijn, dat hij of zij tijd voor je maakt. Een goed telefoongesprek kan soms al wonderen doen, een goede brief kan je dag anders maken. Nog dieper raakt het ons wanneer we door die aanwezigheid van de ander, Gods aanwezigheid gaan ervaren, de Ander met een hoofdletter, en in de troost die een andere mens biedt, Gods troost bemerken.

MH 17 – Hoe gaat deze codenaam de geschiedenis in? Voor de nabestaanden zal dit nu weinig relevant zijn. Zij gaan een proces van verliesverwerking in, waarin ongeloof en boosheid elkaar afwisselen en het besef langzaam doordringt dat dit werkelijk is gebeurd; dat zij hun dierbaren op deze gruwelijke manier hebben verloren. Wij mogen bidden dat zij niet alleen deze dagen, maar juist ook daarna troost vinden bij mensen om hen heen, en daardoorheen troost vinden bij God.

De ultieme troost waar Jesaja over spreekt, hebben gelovigen ervaren in Christus, de Goede Herder, die zijn leven geeft voor zijn schapen. In Hem is God Zelf met heel zijn wezen om ons bekommerd. We mogen weten dat al die ellendige omstandigheden waarin mensen belanden, Hem ter harte gaan. Dat geeft een troost in de diepste diepte, waardoor je innerlijk als mens herstelt.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top