Ga naar hoofdinhoud

In deze column gaat het om ander goud dan wat onze Olympische ploeg heeft gehaald. Paulus gebruikt het beeld van de sporters als voorbeeld voor de gelovige Christen. Hij zegt: “Gij weet het: De hardlopers in het stadion lopen allen, maar slechts één wint de race. Loopt zo dat ge wint! (1Kor. 9, 24).” Deze vergelijking is mooi, want Paulus zegt hiermee dat er een andere wedstrijd is die iedereen kan winnen, als je er maar voor gáát. Het is de wedstrijd waarin we wedijveren in het goede.
Bisschop van den Hende, bisschop van Rotterdam, heeft aansluitend aan het jaar van het geloof het jaar van de daden afgekondigd. Hij sluit aan bij wat we lezen in de brief van Jacobus: “Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is het geloof dood zonder de daad (Jac. 2,26).”
Wedijveren in daden van goedheid en liefde, daden die Gods Koninkrijk opbouwen. Het goud komt dan niet pas aan het einde, maar in elke daad van oprechte liefde. Zoals ook het Koninkrijk Gods niet pas na dit leven komt, maar hier en nu begint, omdat Christus ons denken en doen vervult en de heilige Geest ons bezielt en inspireert.
De Wet die Christus ons voorhoudt, komen we al tegen in het Oude Testament: “Bemin uw naaste als uzelf. Ik ben de HEER (Lev. 19,18).” Wat Jezus bedoelt, laat Hij ons zien door zijn voorbeeld: Jezus gunt zichzelf een intense, diepe, levende en blijvende band met zijn hemelse Vader. Wat Hij zichzelf gunt, gunt Hij ons ook. Hij gunt ons dat zozeer, dat hij er de kruisdood, inclusief de verlatenheid van zijn Vader, voor over heeft.
Jezus gunt ons het Koninkrijk der hemelen, daarom leeft Hij ons voor hoe je er komt. Hij zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij (Joh. 14,6).” We hoeven slechts te kijken naar Hem om te weten wat onze weg naar Gods Koninkrijk is. We zien Jezus dagelijks goed-doen; op allerlei manieren, in allerlei omstandigheden. Wat er ook gebeurt, Hij maakt er iets goeds van.
Dagelijks goed-doen; niet op de gewone manier van goed zijn voor gezin, ouders en vrienden; willen we Gods Koninkrijk veroveren op deze wereld, dan vraagt dat een extra inspanning. Ook dat zien we bij Jezus. Hij gaat in zijn leven verder dan alleen het beminnen van de naaste. Hij zegt: “Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel (Mat. 5,44).”
Jezus geeft voorbeelden van dat ‘extra’: Die andere wang toekeren, die extra mijl meelopen, zelfs je onderkleed geven. Dat mogen we vertalen naar deze tijd: Een hard en scherp woord niet met dezelfde hardheid en scherpte beantwoorden. Een helpende hand reiken en niet terugtreden wanneer het wat méér wordt. Zo geven aan goede doelen dat het ook wat van het vakantiegeld pakt of waardoor je langer met dezelfde auto verder moet. De kunst is om dit ook met kinderen te delen, hen mee te nemen in die mentaliteit.
Goed doen vanuit die grotere liefde, daar gaat het om. Niet op een naïeve manier, ook niet alleen maar lief; het gaat om die houding die Jezus ons voor-leeft: Al je talenten, wijsheid, inzicht, kracht, ervaring, liefde en trouw inzetten voor Gods Koninkrijk. Dan is goud verzekerd.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top