Ga naar hoofdinhoud

In de Advent is er in de kerken extra aandacht voor een opvallende persoon. Ik bedoel Johannes de Doper. Hij wordt de voorloper van Jezus genoemd. Ooit noemde Jezus hem “De grootste onder de profeten”. Als Jezus dat van je zegt, dan sta je dus wel ergens voor. Wat is er zo bijzonder aan hem? Hij leeft in de woestijn. Hij eet wat de woestijn voortbrengt: sprinkhanen, wilde honing. Daarmee leeft hij van wat we noemen “Gods Voorzienigheid”; hij vertrouwt er helemaal op dat God in zijn levensonderhoud zal voorzien. Hij leeft net zoals het volk Israël dat veertig jaar door de woestijn trok. Hij is een profeet, die verkondigt wat God hem te zeggen geeft. Je mag hem gerust een krachtpatser noemen die voor niemand bang is (dat kost hem uiteindelijk zijn leven, als Herodes hem laat onthoofden). Mensen hebben hoge verwachtingen van hem. Hooggeplaatste Joden vragen hem zelfs of hij de Messias is. Dat is interessant. Een bedrieger zou misschien zeggen: “Jazeker, dat zie je toch”. Maar Johannes zegt eenvoudig: “Ik ben de Messias niet. Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt, de stem van iemand die roept in de woestijn: ‘Maakt de weg recht voor de Heer!’ (Johannes 1, 20-23).”
Dat is waarom Johannes een Advent profeet is. Hij roept ons op om ons levenspad recht te maken; recht in Gods ogen. Dat betekent: Werken aan een samenleving van liefde, door daden van liefde en door rechtvaardigheid te bevorderen. Dat is je kromme levenswandel verlaten, je duistere handel en wandel terugbrengen in het licht. Zo bereidt Johannes ons voor op de komst van Hem die het Licht van de wereld is: Jezus Christus die ons leert goed te doen en niets anders. Kerstmis nadert met rasse schreden.

Pastoor Michel Hagen
Verschenen in De Wassenaarse Krant, 20 december 2017.

Back To Top