Ga naar hoofdinhoud

Het zijn toch opmerkelijke uitlatingen die je zo tegenkomt in de politieke en publieke arena. Na minister Verhagen was het deze week SGP-leider Kees van der Staaij, die het een goed signaal zou vinden als een bisschop zou aftreden.

Werd er eerst geroepen dat bisschoppen moesten aftreden, nu werd al in het enkelvoud gesproken: “Als een bisschop zou aftreden.” Ik vraag me dan af, hoe stelt van der Staaij zich dit voor? Is dit iets voor een van de jongere, pas gewijde, bisschoppen, of juist een van de oudere? Hij lijkt te denken aan de jongere, want dit zou volgens van de Staaij laten zien hoe ernstig de zaak ook binnen de Katholieke Kerk wordt opgenomen, “En dat er dingen zijn gebeurd waarvoor je geen verantwoordelijkheid kunt nemen.”

Stel dat een bisschop zou aftreden, wat zou de media dan zeggen over de andere bisschoppen? Het eerste dat geroepen zou worden is: “Waarom treden die niet af?” Die ene bisschop wordt voor korte tijd in de lucht geheven en toegejuicht, zodat de anderen ter plekke kunnen worden afgebrand. Maar stel dat alle bisschoppen zouden aftreden, wat is dat voor teken naar de omgeving? Er zou nog harder geroepen worden: “Aftreden is maar half werk, hoe kan je in zo’n kerk willen blijven? Dit is halfslachtig, alleen mensen die zich uit de kerk laten uitschrijven zijn consequent.”

Uit mijn marinierstijd heb ik onthouden dat een leidinggevende zijn manschappen niet in de steek laat. De RK Kerk verkeert in zwaar weer. Hoe zou het zijn als bisschoppen zouden aftreden, zou er niet met meer recht gezegd kunnen worden dat dit de gemakkelijkste weg is?

Als van der Staaij aangeeft dat je moet aftreden wanneer er dingen zijn gebeurd waarvoor je geen verantwoordelijkheid kunt nemen, kan je dan als politicus wel op het pluche plaatsnemen? Wat betekent eigenlijk “verantwoordelijkheid nemen voor …?” Veronderstelt hij dat bisschoppen die blijven, instemmen met het kwaad dat is gedaan? Nemen zij daardoor verantwoordelijkheid voor de daden van misbruikers of voor het foute beleid van voorgangers? Wat veronderstelt hij met zijn opmerking?

Ook is het een totaal verkeerde inschatting van het bisschopsambt. Politici denken waarschijnlijk in periodes van vier jaar. Bisschoppen worden benoemd voor hun leven. Een minister is een bestuurder, een bisschop is een geestelijk vader. Welke vader zal als een van zijn twaalf zonen misbruik heeft gepleegd zeggen, ik wil geen vader meer zijn van dit gezin ?

In mijn pastorale werk van de afgelopen twintig jaar ben ik drie heel concrete situaties tegengekomen van seksueel misbruik. Andere situaties waren altijd van horen zeggen. Nooit heeft iemand gezegd, ik wil niet met u spreken. Integendeel, het was erg belangrijk dat ik naar hun verhaal luisterde. Dat betekent dat 15 jaar geleden mijn ogen opengingen voor de ingrijpende en vaak verwoestende gevolgen van seksueel misbruik op deze mensenlevens. Voor die tijd had ik daar amper zicht op. Nu in onze dagen is heel recentelijk duidelijk geworden dat dit op veel grotere schaal heeft plaats gevonden. Daarom moeten we de commissie Deetman dankbaar zijn voor hun werk en ook de journalisten die zijn begonnen de putdeksel te lichten. Inmiddels zijn alle bisschoppen zeer doordrongen van de omvang, de ernst en de grote ellende die hierdoor is veroorzaakt en hebben zij belangrijke stappen gezet. Zie de website hierover. Dan gaat het:
1. om toegankelijkheid voor de melding van misbruik,
2. om het Platform hulpverlening,
3. het indienen van een formele klacht bij de klachtencommissie en
4. de compensatieregeling die inmiddels van kracht is.

Steeds weer blijkt dat eerst een echt luisterend oor nodig is, mannen, vrouwen, religieuzen, leken, priester, diakens en zeker ook bisschoppen, die geschoold zijn hiertoe en bereid zijn te luisteren naar de ellende die mensen hebben doorgemaakt als gevolg van seksueel misbruik. Soms willen mensen niet meer spreken met iemand van de Kerk, iets dat alleszins begrijpelijk is. Maar opvallend vaak willen mensen juist wel spreken met iemand van de Kerk. Bisschoppen moeten niet aftreden, maar meer dan ooit herder en vader zijn, juist daar waar het herder- en vaderschap zo diep geschaad is en kinderen van de Kerk zwaar hebben geleden.

Pastoor Michel Hagen

Zie ook een eerdere column

Back To Top