Ga naar hoofdinhoud

Waar gaat het om met Kerstmis? De evangelist Lucas schrijft over engelen met een blijde boodschap van vrede op aarde aan de mensen van goede wil. Matteüs vertelt over een droom van Jozef die daarna de rest van zijn leven zorg draagt voor Maria en het Kind. Johannes schrijft in zijn brief: “Het bestond vanaf het begin – we hebben het gehoord en met eigen ogen gezien: we hebben het aanschouwd en onze handen hebben het aangeraakt – daarover spreken wij, over het woord dat leven is. Want het leven is verschenen, het eeuwige leven dat bij de Vader was, heeft zich aan ons geopenbaard, wij hebben het gezien, wij getuigen ervan, wij maken het u bekend (1 Johannes 1, 1-2).”

De Kerk denkt al tweeduizend jaar na over het geheim van Kerstmis, het grote mysterie dat God ons mensenbestaan deelt; God wordt mens. De moderne mens zit met de evolutietheorie, die meestal wordt voorgesteld zonder ingrijpen van God. Voor veel andere religies is het onmogelijk dat God mens wordt. Jodendom en Islam bijvoorbeeld hebben daar heel veel moeite mee.

En wij, Christenen, wij verheugen ons er juist over. Wij erkennen de grootheid van God en wij erkennen de kleinheid van ons verstand. Wij aanvaarden dat God ons dit heeft geopenbaard, iets dat ons verstand te boven gaat. We laten ons daardoor niet hinderen, integendeel, we verruimen ons idee over God en we verruimen ons idee over evolutie en we verwonderen ons met grote vreugde erover dat God zo bekommerd is om ons, kleine mensen dat Hij in Jezus tot ons is gekomen.

Het jaar van barmhartigheid ligt nu achter ons. Het heeft ons de ogen geopend en ons met een nieuwe blik naar Kerstmis doen kijken. De geboorte van Jezus is het hoogtepunt van Gods Barmhartigheid. Gods barmhartige gelaat wordt zichtbaar in Jezus van Nazaret, de Messias, zoon van David, zoon van Abraham, Zoon van God. Hij komt in ons midden, om ons, mensenkinderen, tot Gods kinderen te maken. Wat een feest.

Pastoor Michel Hagen
Parochieblad ‘De Augustinus’, december 2016

Back To Top