Dit weekend sluiten we de Kersttijd af met het feest van de Doop van de Heer. Met dit feest willen we ook aandacht geven aan ons eigen doopsel. Wij mogen kind van de Vader zijn.
Op het feest van de Doop van de Heer worden we herinnerd aan onze eigen doop, aan het kind van God zijn, aan onze roeping en zending. In het verleden werd roeping vaak beperkt tot de religieuze roeping, priester, diaken, religieus leven als zuster, pater, broeder. Maar in deze tijd kan je voor een kerkelijk huwelijk rustig ook spreken over een roeping.
De mens is geen toevalligheid, ontstaan in een reeks van toevalligheden, in een toevallig heelal. God heeft ons gewild en Hij wil ons nu en altijd. God heeft ons lief, van voor onze geboorte, nu en altijd. Als ik mij in liefde naar God als Vader keer, klinkt ook tot ons zijn woord: "Jij bent mijn kind, mijn welbemind kind."
Hoe is het om als kind van God te leven? Zo goed als God te zijn? Je vijanden te beminnen? Want God is goed voor goeden en voor slechten. Hoe is het om je andere wang toe te keren? Je gelukkig te prijzen in armoede en bij tegenslag? Want je weet dat Gods liefde alles dubbel en dwars zal goedmaken. Hoe is het om zó te leven, als kind van God? ... Het valt niet mee, ....... maar het is het mooiste wat er is.