Ga naar hoofdinhoud

U kent ongetwijfeld het Centraal Planbureau (CPB). Vooral bij het aantreden van een nieuw kabinet komt het in beeld. Een nieuwe regering legt het nieuwe regeringsprogramma bij het CPB neer om alle gevolgen voor de economie door te rekenen. Na een poosje verschijnen de inschattingen voor de werkgelegenheid, voor de handel, voor het begrotingstekort en meer. De effecten van bezuinigingen worden in kaart gebracht, zodat een kabinet een reële inschatting kan maken of het beoogde beleid ook het gewenste effect heeft.

Mooi, zo’n CPB. Handig voor regeringen en andere organisaties. Maar is er ook een vergelijkbare gezaghebbende instantie voor de morele consequenties van politieke besluiten? Wie rekent de gevolgen van regeringsbeleid door op het vlak van waarden en normen en de effecten voor de bevolking op ethisch niveau?

Wie heeft ooit de morele gevolgen doorgerekend van het vrijgeven van pornografisch materiaal in de handel? Steeds vaker horen we psychologen en gezinstherapeuten, die waarschuwen dat pornografie voor een grote groep mensen een verslavende en tegelijk ontwrichtende werking heeft. Wie heeft ooit de morele gevolgen doorgerekend van het gedogen van softdrugs? Of de invloed van tv-series en games? Natuurlijk spreken onderzoeken elkaar tegen, het is lastig vechten tegen een industrie die vreest dat de omzet zal dalen. De huidige wapenlobby in Amerika is een duidelijk voorbeeld net als de tabaksindustrie in het verleden. In deze reeks passen natuurlijk ook alcohol en de soepele echtscheidingsprocedures, maar ook meer bekende thema’s zoals anticonceptie, abortus en euthanasie. Bij bestaande onderzoeken gaat het vooral om de lichamelijke en psychische gevolgen op korte en lange termijn. Zelden wordt er gesproken op een hoger niveau, op het vlak van moraal, van ethiek, van waarden en normen.

Het lijkt erop dat we pas alert worden als er duidelijke fysieke gevolgen en duidelijke economische consequenties zijn. Ook de volksgezondheid wordt vooral gezien vanuit lichamelijk en psychisch welbevinden; zelden vanuit een morele benadering in een helikopter perspectief.

Er is een tijd geweest dat kerk en staat hecht aan elkaar verbonden waren. Er was invloed van de staat in de kerk en van de kerk in de staat. Dat was ongewenst, want zo kon een belangenverstrengeling ontstaan die niet goed was voor de staat, maar zeker niet voor de kerk. Sinds de scheiding van kerk en staat is de invloed van de kerk op de politieke besluitvorming vanzelfsprekend afgenomen. Deze kan hooguit nog door politieke partijen of individuen worden ingebracht. Maar daarmee is ook een enorme schat aan morele kennis, wijsheid en ervaring buiten beeld geraakt. Zijn politieke partijen met hun deelbelangen in staat dit tekort aan te vullen? Wordt dit niet steeds meer de achilleshiel van de Westerse democratie?

Het zou goed zijn als een instantie als het CPB de morele consequenties van nieuw beleid en wetgeving zou “doorrekenen”. Een land immers waar de visie op goed en kwaad wordt bepaald door de politiek en de ethiek wordt overgelaten aan de commercie, weet dat het voortdurend bij de duivel te biecht gaat.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top