Ga naar hoofdinhoud

In zijn essay “De dialectiek van de vooruitgang (1937)” schreef de Nederlander Jan Romein over een fenomeen dat hij noemde: De wet van de remmende voorsprong. Volgens die wet kan je door een voorsprong worden geremd om verdere verbetering na te streven. In het verlengde ervan wordt ook wel gesproken van de wet van de stimulerende achterstand. Het is een fenomeen dat breed wordt erkend en op tal van gebieden toepasbaar is. Een voorbeeld dat ik me herinner uit de sociologie, was de economische inhaalslag van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. In Duitsland was de industrie gebombardeerd. Er werden nieuwe bedrijven opgebouwd met nieuwe machines. Engeland had eerst nog een voorsprong, maar verloor die gaandeweg omdat de industrie verouderd was. Het aanvankelijke voordeel van Engeland , veranderde in een nadeel en een achterstand. Wanneer je rondkijkt zie je dit niet alleen gebeuren in industrieën, het geldt op meer terreinen, ja zelfs voor het geloof.

Zo ging het in het verleden in het Jodendom met de Wet van Mozes. De elite onder het Joodse Volk, zoals Farizeeën en Schriftgeleerden, maakten werk van studie van de Schrift; zij wilden kinderen van de Wet zijn, kinderen van de Wijsheid. Jezus was niet alleen een bedreiging voor hun maatschappelijke positie; in hun disputen met Hem voelden zij zich ook aangevallen op het punt van de trouw aan de Wet van Mozes en werd in hun ogen de heiligheid en eeuwige geldigheid van die Wet aangetast.

Wat gebeurt er dan wanneer tien melaatsen bij Jezus komen en Jezus hen de opdracht geeft om naar de priester te gaan? De geschiedenis is bekend; onderweg worden allen genezen. Eén van hen komt terug, die ene is een Samaritaan. De negen anderen hebben gedaan wat Jezus had gezegd en de voorschriften van de Wet vervuld. Zij zijn bij de priester geweest, ze zijn gereinigd en mogen weer aan het gewone leven gaan deelnemen. De Samaritaan kent de Wet niet met de voorgeschreven offers en de rituelen voor de reiniging. Daardoor is er ruimte in zijn gedachten om verwonderd te staan over het feit dat Jezus hem op pad heeft gestuurd en dat hij daarna genezen is. De negen anderen hebben het geluk de Wet van Mozes te kennen, maar zien daardoor niet wat het Woord van Jezus in hun situatie heeft bewerkt. Het is de wet van de remmende voorsprong; hun voorsprong wordt een nadeel.

Zo kan het ook nu gaan. Niet Katholieken, niet Christenen, kunnen met grote vreugde het kerkelijk leven omarmen. In het Evangelie, in de liturgie en de Sacramenten, in de leer van de Kerk en de levens van de heiligen vinden ze zoveel waarheid en wijsheid, dat het hun hart vervult en ze niet begrijpen waarom veel ‘van-huis-uit-Katholieken’ dat vuur en die vreugde bijna helemaal kwijt zijn geraakt.

In deze Advent-tijd mogen we vragen en ons ervoor inspannen om weer open te staan voor het geheim van ‘God met ons’. Wanneer we het allemaal vanzelfsprekend vinden, kan ons voordeel, onze vertrouwdheid met het geloof en de Kerk, in een nadeel verkeren. We staan dan niet meer open en verwonderd voor het nieuwe dat God steeds voor ons in petto heeft. Daarom wens ik u een verwonderend Kerstfeest.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top