Ga naar hoofdinhoud

Het was in mijn vorige parochie, in het Westland. In een paar jaar waren er meerdere zelfdodingen. Het ging om jonge kerels, in de bloei van hun leven. Soms lieten ze een brief na, soms niet. Soms speelden er grote problemen, soms niet. Een aantal jaar later gebeurde het met de oudste zoon van heel goede vrienden van mij. Hij was een talentvolle jongen van zestien jaar; intelligent, muzikaal, sociaal en actief. Wie de nieuwsberichten volgt, kan er bijna dagelijks mee geconfronteerd worden. Volgens het CBS stijgen de cijfers nog steeds. In 2011 hebben 1647 inwoners van Nederland een einde aan hun leven gemaakt, één op de tienduizend. Dat waren er 47 meer dan een jaar eerder en tweeënhalf keer zoveel als het aantal verkeersdoden in hetzelfde jaar.

In die tijd was er in Nederland nog geen speciaal telefoonnummer of website (nu is dat 0900-1130113 en 113online.nl). In België waren ze verder met preventie en telefonische hulp. We hebben de mensen achter die hulplijn toen gevraagd om in onze parochie een workshop te geven. Die was uitermate interessant en leerzaam. We leerden anders luisteren, signalen opvangen en deze onder woorden durven brengen zodat een mens in nood kan gaan praten.

Zelfdoding is als een virus dat zich mondeling verspreidt; een virus van de leugen dat zich voordoet als een oplossing voor problemen. Het virus van zelfdoding nestelt zich in de gedachten als een computervirus dat langzaam de besturing overneemt. Eerst gaat het de gedachten bepalen. Tenslotte bepaalt het ook de daden. Het erge is niet alleen dat het de dood tot gevolg heeft, maar dat het zich in zekere zin ook verspreidt, net als een gewoon virus. Juist door die gebeurtenis en door de berichtgeving erover kan het zich weer bij iemand in de gedachten nestelen.

Toch is dit virus te overwinnen. Dat kan niemand echter zelf, dat gaat niet in je eentje, nooit in je eentje. Er is maar één manier om dit virus te overwinnen; door erover te praten. Je moet het ontmaskeren. Het advies van hulpverleners is: praat erover met ervaren mensen die je kunnen helpen. Heb je ooit serieus gedacht: ‘ik kap er mee’, ‘ik maak er een einde aan’, blijf er nooit mee doorlopen, praat met een bekwaam iemand die een luisterend oor voor je heeft.

Geen mens kiest in vrijheid voor zelfdoding. Er is juist geen vrijheid meer. Wie een poging tot zelfdoding doet, is slachtoffer van een dodelijk mentaal virus. De één is er gevoeliger voor dan de ander. Ook kunnen omstandigheden als eenzaamheid, uitsluiting of uitzichtloosheid die ontvankelijkheid vergroten. Nabestaanden ervaren vaak machteloosheid en schuldgevoelens achteraf. Had ik er iets aan kunnen doen? Voor de hele samenleving is er de taak om te kijken en te luisteren, zodat we zien wat niet getoond wordt en horen wat er niet gezegd wordt, in de hoop dat we met de juiste vraag het virus kunnen ontmaskeren.

De Kerk heeft een Blijde Boodschap dat geen enkele situatie uitzichtloos is. Wij allen zijn geroepen ogen en oren open te houden voor de verborgen nood. We mogen dit oefenen in deze veertigdagentijd, op weg naar de verrijzenis, het Goede Nieuws van het leven voor alle mensen.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top