Ga naar hoofdinhoud

Waarom gaan mensen minder naar de kerk, bidden zij minder, zoeken zij Christus en zijn Evangelie minder? Er zullen allerlei redenen te noemen zijn, maar één hoor ik niet zo vaak, terwijl die wel een grote rol speelt.

In de Middeleeuwen was het ondenkbaar dat een mens niet geloofde in God. Het idee dat God niet zou kunnen bestaan is iets van de laatste eeuwen. In het verleden was het geloof bovendien niet alleen vanzelfsprekend, het was ook noodzakelijk, want zonder God geen toekomst, zonder God geen vergeving, zonder God geen veiligheid. Daarbij viel je zonder God ook buiten de gemeenschap, stond je overal alleen voor, werd je uitgestoten.

Dat gevoel is in onze tijd vrijwel verdwenen. Geloof, Kerk, Godsdienst, zij horen niet meer bij de noodzakelijke dingen, zoals eten en drinken en een dak boven je hoofd. Er zijn andere dingen die nu hoger op de prioriteitenlijst staan van alle dingen die mensen belangrijk vinden. We zagen het in de coronaperiode. Hoeveel aandacht was er na verloop van tijd voor de mogelijkheid om weer uit te gaan, te kunnen feesten, vakantie vieren, de run op het vliegtuig met alle problemen van dien. Deze dingen lijken voor het moderne levensgevoel veel meer noodzakelijk dan God, geloof en Kerk.

Ik herinner me “Het Alternatief” een boek uit 1978 van Rudolf Bahro, een Oost-Duitse dissident. Hij schreef over een mechanisme dat hij in de moderne wereld zag waarbij allerlei fundamentele behoeften worden gecompenseerd door heel andere producten. Dat inzicht is me altijd bijgebleven. Mijn moeder zei het iets eenvoudiger. Als ik weer eens een geniaal idee had waardoor ik niet aan mijn huiswerk begon, zei ze: “Afleiding”.

Onze economie, onze cultuur creëert behoeften die onze werkelijke diepere behoeften verdringen. Zo compenseer je een verlangen naar liefde met een erotische film, je verlangen naar verbondenheid compenseer je met een massaal dancefeest, je verlangen naar echte aandacht compenseer je met een nieuwe auto die opvalt.

We worden afgeleid, verstrooid en bezig gehouden. Het idee wordt ons opgedrongen dat we van alles moeten, want anders zijn we niet gelukkig. Teresia van Avila zei het in haar “Solo Dios basta”: Laat niets je verontrusten, laat niets je beangstigen: Wie God heeft, ontbreekt niets. God alleen is genoeg. En we leren het natuurlijk van Jezus Zelf in zijn gesprek met Martha die in de drukte geen tijd had voor de belangrijkste gast, voor Jezus. “Marta, Marta, wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen. Slechts één ding is nodig” (Lucas 10,38-42).

Plebaan Michel Hagen
Katholiek Nieuwsblad #14 – Week 25 2022

Back To Top