Ga naar hoofdinhoud

De uitdrukking in deze titel betekent zoiets als “met sint juttemis” dat is dus nooit. Laatst moest ik daaraan denken bij de lezingen op de tweede zondag van Pasen.
We hoorden toen dat Jezus onverwacht op de achtste dag opnieuw binnen kwam bij zijn leerlingen (toen was Tomas erbij): “Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.” Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest …”

Dat laatste is bijzonder. “Ontvang de heilige Geest”. De Evangelist Johannes laat dus in zekere zin de gebeurtenis van Pinksteren al plaatsvinden op de achtste dag. Als Jezus over zijn leerlingen blaast kunnen we terugdenken aan het scheppingsverhaal. God boetseerde de mens en blies hem de levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. Dat was nu net het verschil tussen de mens en de dieren. Bij de mens blies God zelf zijn levensadem in. Wij ademen Gods Geest, zo is het bedoeld. Nu blaast Jezus zijn adem over zijn leerlingen. Wat we met Pinksteren vieren in het beeld van de wind om en in het huis, vertelt Johannes met de adem van Jezus. Zo worden de leerlingen nieuwe mensen. De profeet Ezechiël had het al in een visioen gezien: “Ik zal hun een nieuw hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste uitstorten; Ik zal het stenen hart uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, (Ezechiël 11, 19)”.

Zo komen we op het spoor wat de heilige Geest voor ons betekent. Jezus zegt tot zijn leerlingen dat zij de zonden moeten vergeven. Het is de heilige Geest, die de Geest is van de Vader, maar ook van de Zoon, want ook de Zoon ademt ons de Geest in, dat de Kerk zonden kan vergeven. In het Pinksterverhaal komt daarbij dat de leerlingen de moed krijgen om te verkondigen. De Geest neemt hun angst weg, ze ontvangen de taal, de woorden, om mensen toe te spreken.

Vooraf aan Pinksteren vieren we nog het feest van Hemelvaart. Daarover zegt Jezus: “Als ik niet heenga, kan de Helper niet tot jullie komen.” Jezus moet vanuit een nieuwe plaats werken, zeg maar vanaf de rechterhand van de Vader. Daar moet ons hart zijn, daarheen moet onze geest gericht zijn. Wij moeten de aardse Jezus loslaten en ons nu richten op de hemelse, gelovend dat Hij voor ons uit is gegaan en een plaats voor ons heeft bereid bij de Vader. Hier op aarde geeft Hij vanuit de Vader ons de Geest die wij nodig hebben om in zijn voetspoor te treden.

Als ik dan opnieuw denk aan de uitdrukking: “Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen”, dat we gebruiken om iets onmogelijks aan te geven, denk ik nu aan de woorden: Bij God is niets onmogelijk. Het is zelfs mogelijk dat heel gewone mensen anno 2011, met hun sterke en zwakke kanten, opnieuw begeesterd, vol vuur en vol vergevende liefde worden, dat zij weer de woorden vinden om te spreken over al dat mooie en goede dat God ons door Jezus heeft gegeven. Bij God is niets onmogelijk, sint juttemis is hier en nu, we gaan het weer vieren met hemelvaart en Pinksteren, maar zolang hoeven we niet eens te wachten. Vandaag, hier en nu, u en ik. Hij heeft zijn adem als over ons geblazen. We kunnen dus aan de slag.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top