Ga naar hoofdinhoud

Komende zondag horen we Johannes de Doper tegen zijn leerlingen zeggen: “Zie het Lam Gods” (Johannes 1, 35-42). Daarbij richt hij zijn blik op Jezus. Die twee leerlingen, Andreas en waarschijnlijk de jonge Johannes, gaan daarop achter Jezus aan. Ze hebben Jezus dus niet zelf ontdekt. Het is Johannes die hen op Jezus wijst. Zo gaat het ook nu; iemand zet een ander op het spoor van Jezus. Daarna moet die persoon wel zelf in beweging komen.

Dan volgt het eerste contact. Jezus neemt het initiatief over. Hij keert zich om en vraagt: “Wat verlangt gij?” Dat is een belangrijke vraag. Het is een vraag die we voor onszelf moeten beantwoorden. Als ik Jezus opzoek, als ik achter Jezus aanga, wat verlang ik dan, wat wil ik dan, wat zoek ik dan? Het is een vraag die we onszelf regelmatig mogen stellen, als we naar de kerk gaan, als we gaan bidden, als we een geestelijk boek lezen; wat zoek ik? De leerlingen antwoorden: “Rabbi, Meester, waar houdt Gij U op?” Ofwel: “Waar verblijft Ge?” Oftewel zoiets als: “Waar woont U?”

Deze leerlingen kennen Jezus nog niet. Ze hebben alleen dat wat Johannes over Jezus zei: “Zie het Lam Gods.” Ze weten niet wat ze van Hem kunnen verwachten. Waarschijnlijk hadden ze zijn vraag “Wat zoeken jullie” ook niet verwacht. Ze antwoorden: “Meester, waar verblijft Ge?” Dan volgt het antwoord van Jezus: “Gaat mee om het te zien;” “komt en ziet!”
Het wordt steeds interessanter. Er staat: “Die dag bleven zij bij Hem. Het was ongeveer het tiende uur.” Het was dus in de loop van de middag en ze bleven bij Hem tot in de avond. Ze vragen waar Hij woont. Ze gaan mee. Ze blijven bij Hem … en dan …: Toen Andreas bij zijn broer Simon kwam, zei hij: “Wij hebben de Messias gevonden.”

Wat heeft Andreas gezien? Wat heeft hij ervaren in de uren dat zij bij Jezus waren? Meteen daarna brengt hij Petrus naar Jezus en komt alles in een stroomversnelling. Dat eenvoudige ‘bij Jezus blijven’, heeft een doorbraak bewerkt. Om die reden promoot de Kerk de momenten van stille aanbidding bij het uitgestelde Allerheiligste. Eenvoudig bij Hem verblijven, dan bewerkt Hij een doorbraak in ons hart.

Ik nodigen u uit wat vaker bij de Heer te zijn, Hem te ontmoeten in de stilte, Hem te ontmoeten in zijn Woord en Hem te ontmoeten in de liturgie, om Hem vervolgens ook te ontmoeten en te herkennen in de naaste.

Plebaan Michel Hagen

Back To Top