Ga naar hoofdinhoud

Dat eerste pilsje, zei Kees bij de Anonieme Alcoholisten, had ik dat maar nooit gepakt. Dat eerste gebakje, zei Truus bij een ontmoeting van de Weight Watchers, had ik het maar nooit opgegeten. Die eerste flirt met mijn collega, zei Victor tegen zijn scheidingsadvocaat, had ik daar maar nooit aan toegegeven. Die eerste soap serie, zei Jenny tegen haar psycholoog, had ik die maar nooit gezien. Die eerste joint, zei Danny in de kliniek, had ik die maar nooit aan aangepakt. Die eerste sigaret, zei Marianne tegen de huisarts, had ik die maar nooit opgestoken. Dat eerste pornoblaadje, zei Robert tegen zijn beste vriend, had ik dat maar nooit gekregen.

U herkent het vast wel, zelfs in schijnbaar onschuldige omstandigheden; die eerste pinda, dat eerste chocolaatje, dat ene computerspelletje … maar om drie uur ‘s-nachts rol je in bed, met een overactief hoofd en het gevoel dat het nog niet af is. Of dat boek, een page-turner, alles wat je die avond had willen doen, bleef liggen want je moest het uitlezen.

Dit is ook zo met maatschappelijke drempels. Toen de welvaart in de zestiger jaren toenam, groeide het alcoholgebruik enorm, met een piek in 1979 en een lichte afname daarna. De brouwers en bottelaars slaagden erin met hun reclame de drempel steedss lager te krijgen. En wat te zeggen over het bekertje sigaretten op tafel tijdens een verjaardag. Het was in die tijd de ultieme uiting van gastvrijheid en modern levensgevoel.

Met de flower-power tijd drong de commercie binnen in media en moraal; drempels noemden we plotseling taboes en taboes moesten worden doorbroken. Er ontstond een taboe op de taboes. Tegelijk werden er nieuwe taboes ontwikkeld die geen taboe heetten, maar het aureool kregen van vooruitgang, inzicht en vrijheid; zoals geen tweede kind en ook geen seksuele beperkingen. Het duurde niet lang of de nieuwe seksuele tolerantie veranderde in exhibitionisme en commerciële porno onder de noemer kunst, steeds vroeger in de avond op de buis.

Er is een mooie passage in het scheppingsverhaal waarin God aan Adam en Eva door hem zelf gemaakte kleren geeft (Genesis 3:21). God lijkt daarmee te zeggen dat de gevallen mens de zuivere en onschuldige naaktheid niet meer bezit en daar nu heel behoedzaam mee moet omgaan.

Drempels, ze zijn nodig, een natuurlijk schaamtegevoel heeft een functie. Wie dat schaamtegevoel torpedeert en uitbant, laat op den duur een maatschappij met de brokken zitten. Omgangsvormen met enige terughoudenheid en beleefdheid hebben een functie. Wie dat elimineert om welke ideologische reden ook, schept een kier onder de deuren in de maatschappij waar de centrale verwarming van Gods liefde is uitgeschakeld. Maar daardoor gaat het tochten en kom je in de maatschappelijke en culturele winters lelijk in de kou te zitten.

Paulus zegt in zijn brief aan de christen van Efeze (4,24): “Bekleed u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid.” Om die nieuwe mens een kans te geven, is een omgeving nodig die ons niet voortdurend overstroomt met prikkels die ons afleiden van waar het echt om gaat. Wie slim is houdt de juiste drempels in stand.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top