Ga naar hoofdinhoud

Uitvaarten zijn goede gelegenheden om in gesprek te komen met parochianen die niet zo vaak in de kerk komen. Zo was het onlangs ook. Een buurman van de overledene sprak zijn waardering voor de goed verzorgde uitvaart met nadruk uit. Al snel bleek dat hij een sterk katholieke achtergrond had, maar dat de geregeld kerkgang al jaren was verdwenen. Als hij ging, nam hij wel altijd wat mee van de preek. Hij kwam terug op de keer dat hij het wat minder vond: “Die keer over de Lijkwade van Turijn, toen dacht ik toch – als de pastoor daar zijn geloof van moet hebben, dan lijkt me dat toch een zwakke basis.”

Dit zijn kostbare gesprekken. Blijkbaar kan een preek soms bij de hoorders tot een heel andere conclusie leiden dan wat ik beoog. Waarom denkt een toehoorder dat mijn geloof afhankelijk zou zijn van het wel of niet echt zijn van de Lijkwade? Zegt dat misschien meer over de toehoorder dan over mij? Of was het mijn enthousiasme dat dit bewerkte? Misschien het een of het ander en misschien beide.

Stel dat de Lijkwade van Jezus al in de eerste honderd jaar verloren was gegaan. Dat had gemakkelijk gekund. Soldaten bij het graf, latere vervolgingen, er zouden talloze momenten zijn geweest waarin de Lijkwade kon zijn verdwenen. Had dit effect gehad op mijn geloof? Nee, in het geheel niet. Of als er geen reliek van het kruishout van Jezus bewaard zou zijn, zou dat iets afdoen aan mijn geloof? Nee, het is eigenlijk precies andersom. Door mijn geloof in Christus, mijn geloof in zijn verrijzenis en mijn geloof in Gods Voorzienigheid, is het voor mij helemaal niet moeilijk te geloven dat deze lijkwade echt kan zijn, of dat de relieken van het kruishout echt kunnen zijn.

Zijn relikwieën dan niet belangrijk? Heb je dan geen tastbare tekenen nodig, geen ‘bewijzen’? Dat is precies waar de apostel Paulus over schrijft: “De Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas. Maar voor wie geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid, want het dwaze van God is wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen (1 Kor. 1, 22-25).” Het is als bij de apostel Thomas die niet kon geloven zonder de wonden in de handen en de zijde van Jezus te hebben gezien. Tot hem zei Jezus: “Zalig zij die niet zien en toch geloven.”

Waarom vind ik die relikwieën in onze Kerk dat toch van waarde? Omdat ze het geloof zo heerlijk concreet maken. Je gaat niet geloven door deze voorwerpen, nee je gaat er steeds meer in zien, juist door je geloof. Heeft een vrouw een bloemetje nodig om te geloven in de liefde van haar man? Ik neem aan van niet. Maar het is wel een heel aardige bijkomstigheid die de liefde kleur en geur geeft. Meer dan dat zijn voor mij de lijkwade en de kruis-relieken, indrukwekkende getuigen van wat Jezus heeft doorgemaakt voor ons, wat Hij over heeft gehad om ons te tonen wat echte liefde, wat echt geloof en echt vertrouwen is. Deze tastbare herinneringen mogen onze liefde en dankbaarheid voor Hem versterken. Waar koffie na de uitvaart al niet toe kan leiden.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top