Ga naar hoofdinhoud

“Zoals een jongen zijn meisje trouwt, zal Hij die u opbouwt, u trouwen; …. (Jesaja 62, 1)”. Is het een gelukkig huwelijk; God en de mens? Wordt het nog iets tussen die twee? Kijken we in de geschiedenis dan lijkt het erop dat het nooit een gelukkig huwelijk is geweest. Is het trouwens geen vreemde beeldspraak? In een huwelijk gaat het toch om gelijkwaardigheid? Hoe kan je nu over gelijkwaardigheid spreken tussen God en de mens? Kan de Schepper huwen met zijn schepsel? Past dat beeld van het huwelijk eigenlijk wel?

In de Bijbel geldt het huwelijk als hoogtepunt van de menselijke liefde, liefde die leven schept, liefde die trouw is in moeilijkheden, liefde waarbij de één zich prijsgeeft voor de ander. De apostel Paulus schreef een hooglied op de liefde. De Evangelist Johannes schrijft: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven (Joh. 3,16).” De schepping is een uiting van Gods liefde. De schepping van het leven is een uiting van God als De Levende en met de schepping van de mens drukt God Zichzelf uit in deze schepping. Je kunt dit een proces van verinnerlijking noemen zoals ooit Teilhard de Chardin deed, maar liever noem ik het een proces waarin God van binnenuit naar buiten breekt en steeds meer zichtbaar wordt. Als Christenen geloven we dat we door de dingen heen moeten kijken om die goddelijke binnenkant te leren zien. Zo mogen we het huwelijk van man en vrouw zien als uitdrukking van die totale liefde waarmee God de mens liefheeft.

Is dat niet te hoog gedacht? Zijn mensen niet te stoffelijk, te aards, te menselijk of soms te dierlijk om uitdrukking te zijn van die grote Goddelijke liefde? In de wereld zegt men inderdaad: “Dat is te hoog gegrepen, een idee-fixe, daarmee roep je de teleurstelling over jezelf af, wees realist en accepteer dat het niet meer is dan dit.” De gelovige kijkt met de ogen van Jezus en durft het aan, daar waar de wereld afhaakt. De gelovige kan dit alleen, omdat hij of zij gelooft dat die liefde van Christus wáár is, mogelijk is, werkelijk is en de moeite waard om naar te streven: Liefde waarbij het niet om jouzelf draait, liefde waarin je kwetsbaar durft te zijn, steeds weer, terwijl je in je kwetsbaarheid dikwijls pijnlijk wordt getroffen. De gelovige durft te geloven, omdat zijn geloof een verrijzenisgeloof is en hij of zij weet dat God aan de binnenkant aanwezig is, met een kracht die naar buiten breekt, met een liefde die onstuitbaar is en die het niet opgeeft.

God en de mens; is het een gelukkig huwelijk, kan het eigenlijk wel? Dikwijls lijkt de liefde maar van één kant te komen. Dikwijls lijkt de mens zijn Schepper alleen lief te hebben als hij iets nodig heeft. God en de mens? Ja het kan, het is onze toekomst, want God is mens geworden in Christus. Hij is de bruidegom. Dit vieren we iedere Eucharistie. Maria, de Kerk, wij, Gods Volk, is de bruid. God wil ons zijn liefde te tonen, met maar één doel, de mens te vergoddelijken, de mens, geschapen als beeld van God op te tillen tot Gods bestaan. Daar is het huwelijk de uitdrukking van, een geweldige gave en een uitnodiging.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top