Ga naar hoofdinhoud

Deze dagen trof me het verhaal van David die de Ark weer terugbracht naar Jeruzalem. Een grootse processie waar David in meedanste. Om de paar meter werd er een stier geslacht. Een enorm feest rondom de Ark van het Verbond. God in ons midden, wat wil je nog meer. De hele setting deed me denken aan ons Rijke Roomsche Leven van weleer. De stoeten met bruidjes en bruidsjonkers, de baldakijn boven het Sacrament, de feestelijke versieringen, priesters, zusters, het kon niet op.

En toch ging het voorbij. Alleen voor de Kerstnachtmis zijn grote kerken nog zinvol. Het bouwwerk van onze R.K. Kerk bleek allerlei diepe scheuren onder het pleisterwerk te hebben. Hele delen stortten in. De spiritualiteit was al te devotioneel en psychologisch vaak niet gezond. De beschermende zuil belemmerde het uitzicht op de hele werkelijkheid. De vele roepingen bleken niet altijd echte roepingen te zijn. Geloofsgesprek was een vrijwel onbekend fenomeen, zeker in de gezinnen. Theologie en leer stonden op een hoger plan dan het Evangelie en een persoonlijke relatie met God in Christus.

Als klap op de vuurpijl kwamen de misbruiksituaties aan het licht. Na het rapport Deetman werd er soms gezegd: “Oh, het was dus niet echt vaker bij ons dan bij anderen en het probleem in onze tijd rond kindermisbruik is nog veel groter en schrijnender”. Natuurlijk zegt niemand: “Oh, het viel dus wel mee”. Maar het gevaar bestaat dat we al te snel terugkeren naar het leven van alledag.

Onlangs opperde ik in een seniorenviering om een grafsteen op te richten met de tekst: “Hier rust het Rijke Roomsche Leven.” Een grafsteen als teken dat achter die goudbarokke buitenkant veel scheef zat en dat we dit alles achter ons laten. Veel parochianen begrepen wat ik bedoelde. Er kwamen ook tegengeluiden. Iemand bracht dat heel duidelijk onder woorden: “Ik heb heel mooie herinneringen aan die tijd. Ik had het niet willen missen. Veel van mijn geloof van nu steunt nog steeds op dat wat ik als kind heb meegekregen.”

Inderdaad, volwassenheid betekent dat we onderscheid maken tussen wat goed was en wat fout, tussen buitenkant en diepgang, en dat we accepteren dat het niet alles goud was dat er blonk. Tegelijk moeten we het goede meenemen en waarderen en leren van de fouten, zodat we groeien. Als er ooit een grafsteen komt met zo’n opschrift, zou ik, net als bij andere graven met weemoed denken aan wat mooi en goed was en tegelijk beseffen dat er ook veel aan heeft ontbroken. Net zoals het bij David is gegaan. Ondanks dat er veel aan Hem ontbrak is zijn leven opgetekend in de Heilige Schrift. Zo mag het ook in onze tijd zijn. God schrijft zijn geschiedenis met ons. De erfenis van die rijkdom zien we nu anders. Het Arme Roomse Leven zal een andere rijkdom kennen. Daarmee gaan wij verder, met weemoed en schaamte, maar ook met dankbaarheid en vreugde, want Hij blijft met ons op weg gaan.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top