Ga naar hoofdinhoud

Zo af en toe komt het onderwerp predestinatie weer in het nieuws. Verschillende kerkgenootschappen hebben ooit de Calvinistische kijk op predestinatie omarmd en houden deze ook nu nog in hun leer. Voor mij kwam de vraag weer naar voren naar aanleiding van het Evangelie van afgelopen zondag, de zevende zondag van Pasen. Daarin bidt Jezus tot de Vader: “Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden.” Over die laatste woorden, en wat dit zegt over Judas, gaat deze column.

Toen de film-musical ‘Jesus Christ Superstar’ het licht zag, viel meteen op hoe Judas van de scenarioschrijver een speciale rol had gekregen. Judas was de grote tegenspeler van Jezus geworden. Later kwam het Judas-evangelie nog in het nieuws en leek het erop dat er een soort rehabilitatie van Judas was begonnen. Je hoorde redeneringen met de strekking dat Judas er eigenlijk niets aan kon doen. Als Hij Jezus niet zou hebben verraden, zou Jezus ons niet hebben kunnen redden. Judas als een noodzakelijke schakel in het verlossingswerk van Jezus. Het zinnetje “… want de Schrift moest vervuld worden”, zou dat bevestigen. Alsof Judas door God was aangewezen om Jezus te verraden en zo de Schrift te vervullen.

Is dit wat het Evangelie ons wil zeggen? Ik denk het niet, want zo wordt immers de Vader de moordenaar van de Zoon. Jezus zegt: “Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden.” Jezus bidt dat Hij al zijn leerlingen mag bewaren in eenheid met God en dat geen van hen verloren zou gaan. Maar dat is Hem niet gegund. Jezus moet accepteren wat in de Schrift geschreven staat in Psalm 41,10: “Zelfs mijn beste vriend, op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood, heeft zich tegen mij gekeerd.” Niet Judas, maar Jezus vervult de Schrift, door te accepteren dat Hij Judas niet in de eenheid met Hem en de Vader kan bewaren. Judas kiest zelf een andere weg, die niet Gods weg is.

Toch is het niet de bedoeling dat wij nu denken dat Jezus Judas hiermee heeft veroordeeld. Judas is beklagenswaardig. Iemand die tot zo’n daad komt en zichzelf daarna verhangt, is er erger aan toe dan de zwaar zieke Job die van zichzelf zegt: “Het was beter dat ik niet geboren was”. Judas schaart zich hiermee onder de vijanden van Gods koninkrijk. Maar over hen zegt Jezus: “Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen”. Ook met betrekking tot Judas geeft Jezus ons de opdracht: “Zeventig maal zeven maal te vergeven”. Judas hoort bij degenen voor wie Jezus, stervend aan het kruis, bidt: “Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen”.

Wat betekent dit voor ons? Dat we niet in die valkuil stappen, door te denken dat al onze daden, goede en slechte, vooraf door God zijn bepaald. Juist Judas laat ons zien dat wij een vrije wil hebben. Onze bestemming is de hemel, wij zijn geroepen om goed te doen. God geeft ons de keuze. Hij wil ons vrij maken om voor het goede te kiezen. Met Pinksteren in het vooruitzicht mogen we daarom bidden. Onze vrijheid is Hem alles waard.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top