Ga naar hoofdinhoud

Misschien heeft het met het jaar van Barmhartigheid te maken, maar de laatste tijd gebeurt het nogal eens dat iemand komt biechten die al veertig jaar of langer niet meer heeft gebiecht. Ik heb bewondering voor die mensen, want op één of andere manier is de drempel om te gaan biechten erg hoog geweest.

Soms zeggen mensen tegen mij: “Ik dacht dat de biecht was afgeschaft.” Of: “Waarom zou ik gaan biechten als ik het al goed gemaakt hebt met de ander?” “Is het nodig om mijn verhaal tegen een priester uit te spreken, ik kan het toch in gebed tot God uitspreken?” “Wat is de zin van een biecht als ik volgende week weer met hetzelfde kom?”

Laten we beginnen bij het begin, dat is Jezus. Het Joodse Volk kende meerdere vormen van vergeving, zoals bij Johannes de Doper door af te dalen in de Jordaan, of in een reinigingsbad, een Mikveh. Bij Johannes spraken mensen hun zonden hardop uit en bij de Mikveh moest er een getuige bij zijn. Wanneer Jezus tegen een verlamde man zegt: “Uw zonden zijn u vergeven” (Lucas 5, 17-26), zien we een nieuwe vergeving van zonden. Later geeft Jezus die taak om zonden te vergeven aan zijn apostelen, als Hij zegt: “Ontvang de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven (Joh. 20, 22-23)”. Hier horen we iets belangrijks: Jezus vertrouwt de vergeving van de zonden toe aan zijn Kerk. Tot dan toe was de vergeving een ritueel, je daalde af in het water voor de reiniging. Nu wordt het een taak van zijn apostelen.

Voor Jezus is de vergeving geen ritueel, maar een persoonlijke ontmoeting. De vergeving moet worden uitgesproken net als de zonden. Dit kan alleen door iemand die de bevoegdheid van Jezus heeft gekregen. Het gaat dan om vergeving namens God. Er is ook de vergeving tussen mensen onderling. Die is ook van groot belang. Daarover zegt Jezus dat je niet zeven maal per dag moet vergeven, maar zeventig maal zeven maal, ofwel eindeloos vaak. Die twee vormen van vergeving zijn als het kruis, met de horizontale balk, de vergeving onder elkaar en de verticale balk, de vergeving van God naar ons. Die vergeving krijgen wij door Jezus, de middelaar tussen God en de mensen.

Het is duidelijk dat Jezus inderdaad wil dat we naar een priester gaan. Dit hoort in het rijtje van opdrachten die Jezus aan zijn apostelen gaf: Bij het laatste avondmaal zei Hij: “… doet dit tot een gedachtenis aan Mij (Lucas 22, 19)”. Dat is de opdracht voor de Eucharistie. Bij zijn Hemelvaart gaf Hij hen de opdracht te dopen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest (Matteüs 28, 19), en even daarvoor gaf hij dus de opdracht tot vergeving van de zonden.

Jezus geeft zijn Sacramenten om ons te helpen, ze zijn een teken van Gods barmhartige liefde voor ons. Ze zijn een teken van het Nieuwe Verbond in zijn Bloed. Wie verbonden wil leven met God, door Jezus, wordt door Jezus uitgenodigd om die Sacramenten, die tekenen van zijn liefde, te ontvangen. Eerst de Doop en daarna heel je leven door de Eucharistie en de Biecht.

De Biecht kan dus niet worden afgeschaft, want dan zouden we ontrouw worden aan de opdracht van Jezus. Waarom biechten als je het al goed gemaakt hebt met de ander? Vergeving is er tussen mensen onderling en tussen God en ons. Beide zijn belangrijk, meer nog, ze horen bij elkaar, zoals Jezus ons ook heeft leren bidden in het Onze Vader: “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. God rekent wat wij onze naaste misdoen als Hemzelf aangedaan en Jezus houdt ons voor ogen dat we God moeten liefhebben en de naaste als onszelf. Zo is er ook de vergeving van mens naar mens en de vergeving van God naar ons. En ja, het is nodig dit uit te spreken tegenover een priester, dat is het nieuwe dat Jezus heeft gebracht. Het is ook heel troostvol te horen: “Ik ontsla u van uw zonden. In de Naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest”.

En dan die vierde vraag: Wat is de zin van een biecht als ik volgende week weer met hetzelfde kom? Zoals Jezus leert dat we elkaar zeventig maal zeven maal moeten vergeven, zo wil ook God ons eindeloos vergeven. De fouten tussen mensen onderling zijn niet steeds nieuw, integendeel het is vaak hetzelfde gedrag dat stoort en kwetst. Dat zeggen we steeds weer sorry en de ander zegt: “Ik aanvaard het, het is weer goed”. Zo is het ook in onze relatie met God. Maar het mooie is, dat in de biecht ook genade wordt geschonken, kracht om het weer te proberen. Wie regelmatig biecht zal merken dat hij of zij langzaam meer grip krijgt op de zwakke punten. Zo is de biecht ook een hulp om vooruit te komen.

Bij alles wat Jezus ons heeft gegeven in de Kerk blijven we voor ogen houden dat Hij het gaf om ons te helpen. In de Biecht mag je Gods genade en barmhartigheid echt ervaren. De band met God wordt daardoor persoonlijker, dieper en zuiverder. Bovendien krijg je kracht om vooruit te komen. Wie laat zo’n cadeau schieten?

Pastoor Michel Hagen
Bisdommagazine Rotterdam, 60 jaar Bisdom, maart 2016.

Back To Top